Requiem pour un genie. Vijftien jaar na zijn dood is Serge Gainsbourg de wereldster geworden die hij altijd had willen zijn.

Serge Gainsbourg ****

LES 100 PLUS BELLES CHANSONS

MERCURY/UNIVERSAL

Diverse Artiesten ***

MONSIEUR GAINSBOURG REVISITED

BARCLAY/UNIVERSAL

Vijftien jaar geleden is het dat l’enfant terrible, l’agent provocateur, l’horrible genie, zijn laatste Gitanes uitblies. Wat hij naliet is een niet te overschouwen collectie liedjes, niet alleen voor zichzelf, maar voor een oneindige lijst topartiesten. Bij leven en welzijn was Serge Gainsbourg – né Lucien Ginzburg (2 april 1928 – 2 maart 1991) – al een icoon in de Franse kunst- en showwereld, na ’91 werd hij dat geleidelijk wereldwijd. De 5-delige box Les 100 Plus Belles Chansons is een prima staalkaart van zijn visionair talent (let op de triphopbeat in sixtiescomposities als Initials B.B., Requiem pour un con of Bonnie & Clyde). Het dekt zijn hele carrière, vanaf de beginperiode (eind jaren 50 als chansonnier in de cabarets van Parijs, aan de zijde van Boris Vian, en tegen de borst gedrukt door Jacques Brel) tot het zoveelste schandaal (het expliciete Lemon Incest met zijn eigen dochter Charlotte). Schandaal is wat hij cultiveerde, in zijn repertoire, net zoals in zijn privéleven. Tabak, drank, drugs en veel seks. Brigitte Bardot, Cathérine Deneuve, Jane Birkin, Bambou, ze hingen allemaal aan zijn lippen, als de Schonen aan het Beest. Alleen vreemd en jammer dat zijn grootste schandaallied Je t’aime (Moi non plus) nu niet bij die 100 mooiste blijkt te (mogen?) horen.

Gelijktijdig met de box verschijnt de tribute Monsieur Gainsbourg Revisited, waarop een fijne keur aan topartiesten hulde brengen. De Franse teksten zijn naar het Engels vertaald door Boris Bergman en Paul Ives, een huzarenstukje als je weet dat Gainsbourg van zijn chansons een labyrint van woordspelingen en semantische fantasietjes maakte. Jane Birkin, eeuwige muze, raast met Franz Ferdinand door Sorry Angel, plezant, zoals alles plezant is bij FF, maar de diep emotionele lading van het origineel ontmijnen ze helaas al te efficiënt. Andere jonge rockhelden zijn The Rakes, die van Le poinçonneur des lilas – een van de eerste composities van Gainsbourg – surfabilly maken, en The Kills die La chanson de Slogan doen ‘op zijn dEUS’. Cat Power en Karen Elson (de ‘rosse voenk’ van Jack White) krullen zich als krolse stoeipoezen rond elkaar in I love you (Me either), Je t’aime (Moi non plus) dus. Veel ingetogen sfeer op dit album, met Portishead die hun sound nauwelijks moeten aanpassen om de authenticiteit van Un jour comme un autre – Anna te vrijwaren, net zomin als Tricky zich in bochten moet wringen in Au revoir Emmanuelle. Heel bijzonder is het minimalistisch mooie L’Hôtel, Michael Stipe parlando, zwellend naar een emotionele wolkbreuk. De perfecte hommage aan de grote arrangeur en dramaturg die Gainsbourg ook was. Ook een glansrol voor Brian Molko, ‘English boy’ met een zwak voor ‘French art’. Met Placebo houdt hij The Ballad of Melody Nelson ingetogen, dromerig en licht zwierig; met Faultline en een zuchtende, fluisterende Françoise Hardy, verheft hij zijn ijzingwekkende stem in het avontuurlijke Requiem for a jerk. Tussendoor doen Jarvis Cocker en Kid Loco niet zo gek veel met Je suis venu te dire que je m’en vais, Marc Almond maakt van I’m the boy een 80’s wave niemendalletje, Marianne Faithfull haalt Sly & Robbie uit de kast voor Lola R. for ever, en Gonzales, Feist en Dani doen Comme un boomerang à la Goldfrapp. Those little things (Ces petits riens) van Carla Bruni aan het slot, is een breekbaar hees adieu. Eddy Hendrix

Eddy Hendrix

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content