Het Turnhoutse wereldcinemafestival Open Doek is aan zijn twaalfde editie toe. Een blik op de programmatie. Door Jo Smets

Klampt u zich maar vast aan de eigen haard, of discussieert u nog maar een rondje over ‘de Vlaamse film’: het lijkt echter de hoogste tijd om de idee van ‘natie’ of ‘volk’ op de vuilnisbelt te gooien en resoluut voor het wereldburgerschap te kiezen. Hoe dat er moet uitzien, doet er nog niet toe. Dat het moet afgelopen zijn met nationale of zelfs supernationale ‘identiteiten’ waarrond niemand iets zinnigers kan bedenken dan bommen te planten of steden plat te bombarderen, dat is zeker.

Maar wat dan, vraagt u? Moet ik deel gaan uitmaken van alle culturen? Heb ik niet automatisch mijn roots en zal ik niet spontaan botsen met ‘andere’ roots? Neen. Zelfs als u het heen en weer krijgt van multiculturele uitwisseling, hoeft u slechts één ding te doen: uzelf tot centrum van de wereld maken op een wereldcine-mafestival. Sociaal bekwaam moet je niet zijn, integendeel. Niets is beter om de samenleving te ontvluchten dan een brok oosterse cinema of een portie Latijnse doemcinema in het anonieme donker. Het cliché wil dat cinema een ‘venster op de wereld’ is. Nonsens. Het is een venster op uzelf. Van de rest van de mensheid hoeft u zich anderhalf uur – als u geluk heeft lánger – geen sikkepit aan te trekken.

Pas hebben we Cinema Novo achter de rug, of daar is opnieuw het Turnhoutse Open Doek, voor zijn 12e editie opnieuw nokvol films gepropt. Afgezien van de Bollywoodspecial (zie Focus van vorige week), de meer door expositie, theater en lezingen gekenmerkte blik op migratie en vluchtelingen, de hernieuwde samenwerking met de vier gevangenissen van de Kempen, de tweede editie van World-wide Soundclash en het vervolg van En Route, is het programma een kanjer van een open, door uzelf in te vullen boek.

In het competitiepakket, met een overwicht van oosterse en Spaanssprekende producties, zit een killer van een film: Blind Shaft van de Chinees Li Yang, vorig jaar de Zilveren Beer op de Berlinale en Best Narrative Film op het New Yorkse Tribeca Festival (dat van Robert De Niro). Het is een ‘neorealistisch’ exposé in de betekenis die Visconti ooit aan Ossessione gaf – half genadeloos misdaaddrama, half nog meer onmeedogende sociale schets over een paar moordende mijnwerkers in het vogelvrije kapitalisme van actueel China. De rest van het programma biedt welkome reprises uit alle windstreken ( Bemani, Angel on the Right, Hero) en koplopers uit het festivalcircuit zoals: Oasis, een wat verwrongen kijk op liefde tussen 2 mentaal/fysiek gehandicapten uit Zuid-Korea; Shara, een half mystieke, absorberende studie van verlies en herwonnen unie door de Japanse Naomi Kawase, omtrent een familie waarvan op een dag de 12-jarige zoon verdwijnt; en ook de laatste film van Ken Loach, Ae fond kiss, het slot van de Schotland-trilogie, over een Pakistaanse dj die botst met zijn moslim ouders omdat hij zijn oog heeft laten vallen op een katholieke vrouw.

Door Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content