‘Of ik dingen verzamel? Ik moet zowat het tegenovergestelde zijn van een verzamelaar. Een antiverzamelaar, als dat woord bestaat. Ik hou helemaal niks bij. Sterker nog: ik heb helemaal niks. Mijn hele hebben en houden past in één enkele valies. Een paspoort, een portefeuille, een laptop, een koptelefoon, een toiletzak, een zonnebril, een boek en een zakje met cadeautjes die ik van mijn dochtertje van negen heb gekregen. Veel meer dan de kleren die ik aanheb, heb ik nooit gehad. Ik kan nogal moeilijk met bezittingen om. Zelfs een vast verblijfadres heb ik niet. Ik zwerf liever zomaar wat rond.’

‘Het kwam plots bij me op, zo rond mijn negentiende. Het gevoel dat ik wég moest, om het even waar naartoe. Ik stapte op een Greyhoundbus, met enkel mijn gitaar, mijn rugzak en een paar honderd dollar. Van San Diego via een paar tussenstops naar New York, dan met het vliegtuig naar Europa en Noord-Afrika. Mijn familieleden en vrienden dachten dat het een bevlieging was. Dat ik het gewoon even uit mijn systeem moest krijgen. Maar ik ben blijven rondtrekken: eerst met mijn groep The God Machine, na de dood van Jimmy (Hernandez, de bassist, nvdr.) alleen. Toen ik de moeder van mijn dochtertje leerde kennen, heb ik geprobeerd me te settelen in Groot-Brittannië. En een paar jaar later nog een keer, in een klein appartementje in Brussel. Maar daar heb ik maar een paar nachten geslapen. Meestal was ik op tournee. En als ik dan toch een paar dagen vrij had, vond ik het verschrikkelijk deprimerend om naar een leeg appartement terug te keren. Dan ging ik liever op hotel. Een paar jaar geleden besloot ik dan maar om definitief on the road te gaan leven. De eerste jaren stockeerde ik mijn huisraad en mijn instrumenten in een opslagplaats in Londen. Voor het geval ik me zou bedenken. Maar intussen heb ik het meeste daarvan verkocht. Een paar kubieke meter bergruimte kost tegenwoordig meer dan een appartement.’

‘Of dat geen ongelooflijk gedoe is? Valt best mee, hoor. Ik leef ondertussen al zolang uit mijn valies dat ik vergeten ben dat het ooit anders was. Als ik ergens langer verblijf, doe ik zelfs de moeite niet meer om dingen nog uit te pakken. Dan zet ik mijn valies gewoon opengeklapt naast mijn bed. Bellen doe ik met voorafbetaalde kaarten, en voor de rest regel ik alles via internet. Het enige wat vervelend is, is dat ik om de haverklap een nieuw paspoort moet aanvragen. Maar de laatste keer nietten ze er op de Amerikaanse ambassade in Londen meteen 24 extra pagina’s in. ‘Zo ben je voor een paar extra maanden goed’, zeiden ze. ‘En wij ook.”

‘Misschien doe ik binnenkort nog wel eens een poging om me ergens voor langere tijd te vestigen. Voor mijn dochtertje, vooral. Maar voorlopig vindt ze het prima zo. Af en toe gaan we samen ‘op avontuur’: met de trein van Londen naar Parijs, en dan via Milaan naar Venetië en terug. Alleen kan ik me voorstellen dat ze dat met ouder worden minder leuk zal beginnen vinden. Mezelf ga ik met een vaste verblijfplaats geen plezier doen, denk ik. De meeste mensen hebben schrik voor het onbekende. Maar bij mij is dat om de een of andere reden omgekeerd. Ik heb vooral schrik van het bekende.’

Robin Proper-Sheppard is de man achter de gitaar en de microfoon bij Sophia. Op 10 december speelt hij in De Vooruit in Gent, op 11 december in de Botanique in Brussel.

Opgetekend door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content