Vanaf vrijdag 5/8 tot zondag 21/8, van 14.00 tot 5.00 op één en Canvas

Door het tijdsverschil – in Rio is het vijf uur vroeger dan hier – mag het een olympische prestatie heten indien u geen minuut mist van deze vierjaarlijkse hoogmis van de internationale sport. Gelukkig zijn daar Frank Raes en zijn equipe. Elke dag zullen hij, Catherine Van Eylen en new kid on the block Aster Nzeyimana instaan voor het omkaderende programma Rio 2016. Voor Raes worden het zijn tiende Olympische Spelen sinds hij in 1978 als sportjournalist aan de slag ging bij de toenmalige BRT Radio.

‘De Spelen van 1980 in Moskou waren mijn vuurdoop. Jan Wauters belde me elke dag zijn verslag door, primitieve tijden waren het’, mijmert Raes (62) op Corsica, waar hij even op adem komt na het recente EK voetbal. ‘Dat waren ook de Spelen waar de Amerikanen ontbraken door een politieke boycot nadat de Sovjets Afghanistan waren binnengevallen. Vier jaar later, in Los Angeles, mijn eerste Spelen voor de televisie, was het omgekeerd en ontbrak de Sovjet-Unie. Ik herinner me nog goed hoe ik daar naast de tatami verslag uitbracht toen onze judoka Robert Van de Walle, de titelverdediger, al in de eerste ronde geëlimineerd werd door een zwarte Amerikaan genaamd White.’

FRANK RAES: Je moet dat incalculeren, maar je kunt van bijvoorbeeld Michel Wuyts niet verwachten dat hij een hele Tour becommentarieert met die gedachte in het hoofd. Bovendien moet je er toch van uitgaan dat een heel deel atleten zuiver presteert. Als ik Usain Bolt over de piste zie flitsen, denk ik niet meteen: die pakt.

Je naam zal voor eeuwig verbonden blijven met de Spelen van 1996 in Atlanta, toen je Fred Deburghgraeve goud zag halen op de 100 meter schoolslag. Je persoonlijke olympische hoogtepunt?

RAES: Ja, samen met dat pakkende interview van Paul Vermeiren, die net naast brons pakte in het boogschieten. Die twee momenten zullen altijd aan mij blijven kleven, dat onvoorspelbare maakt de Spelen net zo mooi. Ik heb Deburghgraeve nadien nog verscheidene keren teruggezien, en ik merkte toch dat daar een soort band voor het leven is ontstaan. Die dag was zo intens. Het begon met dat wereldrecord tijdens de reeksen ’s ochtends, waardoor iedereen plots besefte: ho maar, de beste zwemmer komt uit België! En dan die finale, met zijn coach Ronald Gaastra die vlak achter mij stond en de gewoonte had om keihard het ritme te fluiten. Deburghgraeve kon naar een toernooi pieken als geen ander, zonder de noodzaak om zich te testen in andere wedstrijden. Bijzondere kerel.

Zijn er, naast het zwemmen, nog disciplines waar je naar uitkijkt?

RAES: Atletiek en turnen. Maar evengoed gewichtheffen, judo en roeien – een van de compleetste sporten. Het enige wat ik minder interessant vind, is het karabijnschieten, om de simpele reden dat je dat op televisie heel moeilijk kunt volgen. Dat is (imiteert geluid) ‘Pang!… Tsjak!’ Nu ja, je zult het maar meemaken dat net daar een Belg verrast, zoals Lionel Cox in 2012.

Atletiek is het summum. De 100 meter en 200 meter sprint, de koningsnummers. Ik kijk ook graag naar iemand als Mo Farah, de regerende olympische kampioen op de 5000 en de 10000 meter. (nu helemaal op dreef) Of de aflossingsnummers, de 4×100 en de 4×200 meter. Met een beetje geluk kunnen ‘de Borlées +1’ daar wel een podiumplaats halen.

MATTHIAS STOCKMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content