Het leek geen slecht idee om de tweede Tomb Raider-regisseur Simon West te vervangen door Jan de Bont. West had het origineel eigenhandig aan stukken gereten door er elke logica uit te halen en enkel nog een reeks knullige actiescènes over te houden, en met Speed had de Bont al bewezen een oerdegelijke actiefilm te kunnen maken. De vraag blijft echter waarom de maker van kaskrakers als Speed, Twister en The Haunting een vervolg wilde breien aan iemand anders film. ‘Ik had al interesse getoond in het origineel, dus toen ze me vroegen voor het vervolg, heb ik niet lang moeten nadenken’, vertelt de Bont, die ook niet te spreken was over de eerste film. ‘In het origineel reageerde Lara Croft hooguit op wat er rond haar gebeurde. In de tweede film drijft ze de plot en is er meer interactie, zoals in het videospel. De producenten van de game hadden trouwens ook al te verstaan gegeven dat we het personage beter moesten uitwerken.’

De filmmaker had nog een tweede reden om de regie op zich te nemen. ‘Wat mij over de streep heeft gehaald, is dat Angelina Jolie een deel van haar stunts zelf doet. Het is makkelijker én opwindender om een actiescène in elkaar te boksen als je niet voortdurend het gezicht van een stuntman moet verbergen. Vroeger deed iedereen zijn stuntwerk zelf, tegenwoordig komen ze je vertellen hoe gevoelig acteurs wel niet zijn. Ze zitten liever in hun trailer dan op een paard. Je moet echt op ze inpraten om ze ergens toe te bewegen. Wel, ik ben ook gevoelig en ik heb geen zin in zinloze discussies.’

De Bont heeft in het verleden zelden met grote namen gewerkt, enerzijds om de kosten van zijn monsterproducties – hij werkt gemiddeld met een budget van tachtig miljoen dollar – te drukken, anderzijds om het publiek de kans te geven zich makkelijker met zijn protagonisten te identificeren. Toch is zelfs de Bont soms te duur voor Hollywood. Zo werd de Nederlandse filmmaker van Godzilla gehaald, toen bleek dat hij de film niet voor minder dan honderd miljoen dollar kon maken. Roland Emmerich ging uiteindelijk ook flink over het voorgestelde budget, maar de Bont had intussen wel een kwalijke reputatie gekregen als geldverspiller. ‘Dat klopt uiteraard niet’, zegt hij. ‘ Speed kostte bijvoorbeeld maar dertig miljoen dollar. Bij Tomb Raider kosten Angelina Jolie en de rechten op het videospel al meer dan dat. Tel daar nog de speciale effecten of zelfs maar de geluidseffecten bij en je zit al vlug aan een duizelingwekkend bedrag. Zoveel kost het om vandaag een actiefilm te maken. Geloof mij, ik zou de productiekosten graag halveren, al was het maar om niet elke dag een halfuur met de producenten aan de lijn te moeten hangen om te kijken welke scènes of locaties we eventueel kunnen laten vallen om de kosten te drukken.’

Als gerenommeerd fotografieleider werkte Jan de Bont vaak samen met onder meer Paul Verhoeven, Ridley Scott, John McTiernan en Richard Donner. Zijn ervaring komt hem nu natuurlijk goed van pas. ‘Als fotografieleider heb ik zonder twijfel de knepen van het vak geleerd. Elke regisseur brengt je iets bij, al moet ik toegeven dat ik wellicht meer heb geleerd op de set van Who’s That Girl? dan op de set van Die Hard. Het is interessanter om te achterhalen waarom iets niet werkt dan om jezelf te complimenteren met wat wel werkt.’ Een rentree als fotografieleider ziet hij in elk geval niet langer zitten. ‘Ik ben net op tijd uit het vak gestapt. Intussen kun je een groot deel van de belichting gewoon achteraf corrigeren in de montageruimte. Na Attack of the Clones is The Cradle of Life wellicht de tweede film die van begin tot einde door een computer is gejaagd, om elk beeld nog eens aan te passen. Sommige scènes hebben we in de postproductie volledig opnieuw belicht. In feite ben ik nu met hetzelfde bezig als vijftien jaar geleden, alleen heb ik nog wat meer verantwoordelijkheid gekregen.’

Meer verantwoordelijkheid betekent echter ook meer kritiek, want op Speed na werden zijn films tot nu toe (terecht) met de grond gelijk gemaakt. ‘Iedereen maakt vergissingen’, geeft de Bont toe. ‘Als fotografieleider heb ik met verschillende grote regisseurs gewerkt en zelfs zij maken van tijd tot tijd een slechte film. Daar moet je mee leren leven, net zoals met het feit dat een film die handenvol geld heeft gekost niet eens de helft zoveel opbrengt.’ Dat was onder meer het geval met het vervolg op zijn debuutfilm Speed. ‘In feite wou enkel de filmmaatschappij een sequel maken. Ze hebben me verplicht om mee te werken, en uiteindelijk gaven ze mij dan nog de schuld toen hij flopte, terwijl ik honderden pogingen had ondernomen om de studiobonzen ervan te overtuigen dat het niet zou werken.’

De filmmaker spaart de Amerikaanse filmindustrie niet. ‘Geld heeft natuurlijk altijd een rol gespeeld in Hollywood, maar naarmate meer en meer filmmaatschappijen in handen komen van mediaconglomeraten lijkt iedereen enkel nog geïnteresseerd in cijfers. Het wordt erger en erger. De kwaliteit van een film doet er niet meer toe, zolang hij maar voldoende geld opbrengt. Soms loop ik met het idee rond om eens een film in Europa te draaien. De technici zijn er minstens even bekwaam en het geld komt er nog altijd op de tweede plaats.’ Misschien lopen Paul Verhoeven en de Bont elkaar daar nog wel eens tegen het lijf. ‘Ik fantaseer af en toe met Paul Verhoeven over een project dat we samen zouden kunnen doen. Hopelijk komt het er ooit van. We moeten alleen nog beslissen wie uiteindelijk in de regisseursstoel zal gaan zitten.’ (B.V.A.)

Door Ben Van Alboom

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content