RED WESTERNS: TUSSEN COLT EN SIKKEL

'AT HOME AMONG STRANGERS, A STRANGER AMONG HIS OWN'. De referenties naar een klassieker als Butch Cassidy and the Sundance Kid zijn evident.

De western het meest archetypische Amerikaanse filmgenre? Geen twijfel mogelijk, en toch was ook vadertje Stalin een grote fan, net als velen van zijn communistische landgenoten. De Sovjets en Oostbloklanden bedachten vervolgens gewoon hun eigen, ietwat roodgetinte variant: de Ostern of Red Western. YééHa, kameradski!

Menig Hollywoodregisseur zal wel vreemd opgekeken hebben van de interesse vanuit het voormalige Oostblok voor zijn westerns. In een tijd dat de Koude Oorlog de paranoia voedde en senator Joseph McCarthy – de láátste die je van een rode onderbroek zou verdenken – terreur zaaide met zijn heksenjacht tegen het communisme, werden in het bekende genre de socialistische idealen aan de kaak gesteld. De hysterie bereikte een hoogtepunt met Arrowhead, een allegorische en racistische cavaleriewestern met de bloeddorstige indianen of onbetrouwbare roodhuiden als metafoor voor de communisten en wie anders dan Charlton Heston als indianenhater. Zelfs de CIA-verbindingsman bij Paramount waarschuwde dat de commies de film in hun voordeel konden gebruiken als een aanklacht tegen de raciale en imperialistische politiek van de Amerikanen.

Een gekregen paard kijk je niet in de bek, luidt het gezegde. Zo ironisch is het dus niet dat de Sovjet-Unie en hun communistische bondgenoten de klassieke Amerikaanse western uit dat decadente Hollywood naar hun eigen ideologie extrapoleerden. Mythologie, indoctrinatie en propaganda liepen moeiteloos in elkaar over: de coole socialistische cowboys droegen shapka’s in plaats van stetsons, de indianen toonden zich sympathieke revolutionairen die zich bevrijdden van het juk van de onderwerping en naast saloongevechten werden er folkloristische dansnummertjes en antikapitalistische liedjes opgevoerd.

De strijd van goed tegen kwaad zit in het westerngenre ingebakken. Het conflict tussen de VS en de Sovjet-Unie werd niet voor niets voorgesteld als een klassiek westernduel tussen ’the good’ en ’the bad’, al zal Stalin zich toch hebben kunnen vereenzelvigen met de lonesome cowboy die zint op wraak en gerechtigheid. Lenins opvolger, die in elk van zijn huizen een privébioscoop had, was dol op westerns, die van John Ford in het bijzonder. Volgens opvolger Nikita Chroetsjov stonden ook de films met John Wayne met stip in Stalins lijstje.

Toch móést John Wayne vermoord worden, aangezien hij als een rabiate anticommunist Stalin deed koken van woede. Alles moest wijken voor het ideaal, ook Hollywoodsterren. Nog volgens Chroetsjov werden er zelfs KGB-agenten naar L.A. gestuurd met de opdracht ’the Duke’ te elimineren. Chroetsjov verontschuldigde zich later tegenover Wayne: ‘Het was een beslissing van Stalin in zijn laatste jaren, toen hij gek begon te worden. Ik heb de opdracht ingetrokken.’ Dat hij als lakei van Stalin voordien meer dan vijftigduizend functionarissen de dood ingejaagd had, vermeldde hij er toen niet bij.

RODE GLOED

Stel u even voor: aan de horizon rijst langzaam een knalrode zon, gefilmd met een enorme telelens. Op de geluidsband klinkt een revolutionair lied. En terwijl de zinderende zon tot een gigantische vuurbol aanzwelt, verschijnen aan de kim de minuscule silhouetten van vier cowboys te paard die richting camera stappen. Hier zijn de helden, gefilmd tegen een schilderachtige achtergrond van imposant rood. Is er een symbolischer beeld voor de Red Western dan dit openingsshot van The Elusive Avengers (1966)? De vier helden van deze komische variant op Sergio Leone’s For a Few Dollars More zullen nadien een bende outlaws uitschakelen om vervolgens door een Stalinlookalike in het Rode Leger te worden ingelijfd.

De Russische topografie leende zich trouwens uitstekend tot het puren van een symbolische kracht uit de natuur en het landschap, precies zoals ook in de epische Amerikaanse westerns gebeurde. ‘De echte ster van de western is altijd al het land geweest’, zei ook John Ford. Aan kreken, woestijnen, canyons en bergen geen gebrek in de grote Russische Federatie: alles was aanwezig om het frontierleven in het wilde Westen met zijn panoramische landschappen en nieuwe spoorlijnen te kopiëren. Is de Wolga niet perfect als stand-in voor de Rio Grande? En al heeft de Oeral niet de spectaculaire en iconische grandeur van Monument Valley, het gebergte werd ten volle uitgebuit als fotogenieke locatie voor pionierdrama’s en westerns.

DE WESTERN SOVJETSTIJL

De Russische interesse voor de western en de imitaties kwamen al vrij vroeg voor. In 1924 realiseerde pionier Lev Kuleshov, de eerste esthetische theoreticus van de cinema, het vernieuwende The Extraordinary Adventures of Mr. West in the Land of the Bolsheviks. Deze clowneske satire op de absurde Amerikaanse angst voor het bolsjewisme verbeeldt het bezoek van een naïeve Amerikaan aan Moskou. Om zich te beschermen tegen de bloeddorstige wilden en rode bandieten die er volgens de New Yorkse pers in Rusland wonen, neemt hij een cowboy als lijfwacht mee. Op het einde van deze kluchtige stadswestern stuurt hij bekeerd het volgende telegram naar zijn vrouw: ‘Hang het portret van Lenin in het bureau.’

Ook Little Red Devils is een goed voorbeeld van een vroege revolutionaire western in Sovjetstijl. Regisseur Perestiani maakte van een van zijn jeugdige protagonisten zelfs een zwarte man. Zowel het acteerspel als de stijl en vorm zijn een pastiche van het Amerikaanse voorbeeld, toen razend populair in Rusland. De film werd een echt fenomeen en introduceerde het thema dat de communistische western zou domineren: de Russische burgeroorlog van 1918-21.

Tijdens de stormachtige jaren 20 werden de avant-garde van Kuleshov en het populaire Americanism van Little Red Devils geduld, aangezien de Nieuwe Economische Politiek het socialistische en kapitalistische systeem nog harmonieus naast elkaar liet bestaan. Met het genadeloze totalitarisme van Stalin kwam er echter een einde aan dat tijdperk van relatieve vrijheid. De ‘reactionaire’ Hollywoodwestern kwam Rusland de komende veertig jaar niet meer binnen, op een sporadische uitzondering na – wat Stalin en zijn apparatsjik er niet van weerhield ze privé te bekijken.

Voortaan moest de mythe van het communistische paradijs Rusland gepromoot worden: films dienden een onverbrekelijke band met de revolutie en de partijwaarden te hebben. Zo kreeg regisseur Mikhail Romm de opdracht tot een socialistische versie van John Fords WO I-woestijnavontuur The Lost Patrol. Het resultaat was The Thirteen (1936), een glorieuze, op westernleest geschoeide verheerlijking van de heroïsche zelfopoffering van het Rode Leger en de kracht van collectief – als antwoord op de Amerikaanse western die vaak een statement van het individualisme was – tegen de achtergrond van de slag om een waterput.

Het verval van de Russische cinema was echter al spectaculair ingezet. Pas na de dood van Stalin en met de komst van de spaghettiwestern – nog een andere politieke en ideologische kijk op het westerngenre – kwamen er nieuwe, populaire Russische varianten. Vaak zijn ze opgevat als een verheerlijking van ideologische pioniers, die na een bewogen odyssee de ruige grensgebieden temmen en antirevolutionaire tegenstanders uitschakelen.

DE SAUERKRAUTWESTERN

Vreemd genoeg was het in de nieuwe Oost-Europese satellietlanden dat de communistische western weer floreerde. Polen, Litouwen en Tsjecho-Slowakije creëerden hun eigen westerns, aangepast aan de socialistische doctrine. Meest markant was echter wat er in Oost-Duitsland gebeurde: tussen 1965 en 1983 produceerde de DEFA, het Oost-Duitse staatsfilmbedrijf, vijftien lokaal extreem geliefde Rode Westerns met het natuurschoon van het voormalige Joegoslavië, Roemenië en Bulgarije als sjabloon voor de archetypische wildwestlandschappen. Wat hen echter vooral onderscheidde, was dat ze thematisch radicaal anders ingevuld werden dan de Russische westerns.

Met zingende cowboy Dean Reed had de DDR zijn Rode Elvis, maar in de cyclus van DEFA-films werden de conventies van het westerngenre echt op hun kop gezet. De cowboys zijn de slechteriken en de indianen de heroïsche helden. Dat gebeurde ook in een revisionistische Hollywoodwestern als Little Big Man (1970), maar in Indianerfilme als Die Söhne der GroBen Bärin, Spur des Falken en Chingachgook, Die GroBe Schlange kreeg het een historische politieke betekenis.

In buurland West-Duitsland hadden Karl May-films als Winnetou en Old Shatterhand een blockbusterstatus. De DEFA-films gingen echter nog een stap verder in het veroordelen van de VS-genocide en hun romantisering en respect voor de beschaving van de indianen. En omdat ze meestal handelen over indianen die vechten voor een land waarvan ze verdreven waren, kon je ze perfect zien als een metafoor voor een Duitse hereniging. Van één ding hoeven de westernpuristen alvast niet wakker te liggen: de vermaarde ‘Uch!’ van de Duitssprekende indianen klinkt in deze Sauerkrautwesterns opvallend accuraat.

RED WESTERNS

Van 26/1 tot 6/2, International Filmfestival Rotterdam

Info: www.filmfestivalrotterdam.com

DOOR LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content