Quicksand

© Johan Paulin / Netflix

Op zomerse dagen vol wind en onweer kun je al eens een vergeten parel opduiken, een programma dat op het moment van release om wat voor reden dan ook aan je aandacht is ontsnapt. Het Zweedse Quicksand (dat dik twee maanden geleden uitkwam) is zo’n serie die uitblinkt tussen alle young-adultblikken die Netflix tegenwoordig steeds enthousiaster opentrekt.

Geschreven door Camilla Ahlgren, die als scenariste meewerkte aan The Bridge en de iets minder geslaagde televisieadaptaties van de Milleniumtrilogie, toont Quicksand een andere kant van Zweden: die van het rijke, nuffige voorstadsleven. Huizen zijn er voorzien van uitgestrekte tuinen die uitgeven op een vergezicht en de inbouwkasten zijn even groot als de gemiddelde woonkamer. Het Dallas van Zweden bevindt zich in de buitenbaan van Stockholm en heet Djursholm.

Mensen redden, zo lijkt Quicksand te willen zeggen, lukt niet zonder slachtoffers te maken.

Het leven daar wordt door elkaar geschud door een schietpartij op een exclusieve school – zo eentje waar laatstejaars met een Porsche of in de uitgebouwde Land Rover van papsie arriveren. De politie raapt de zeventienjarige Maja Norberg op uit een plas bloed, escorteert haar naar het bureau, schraapt het geronnen bloed van onder haar nagels en laat haar pas douchen als alle mogelijke DNA-sporen van haar lichaam en kleren verzameld zijn. Het volgende moment wordt Maja beschuldigd van de massamoord die in het klaslokaal plaatsvond. Maja, zo zal haar moeder verklaren, is het meest normale meisje dat je je kunt voorstellen. Wie er precies stierf en wie het uiteindelijk overleefd heeft, wie op wie schoot en waarom, hoe Maja van dat weinig bijzondere kind veranderde in een jonge vrouw beschuldigd van moord, wordt zes afleveringen lang met flarden herinneringen verteld.

In haar cel herinnert Maja zich aanvankelijk weinig tot niets, of toch niet van de ochtend van de schietpartij zelf. Hoe verder weg in de tijd hoe levendiger haar herinneringen. Zo is er de dag waarop ze verliefd werd op Sebastian Fagerman, een jongen met meer geld dan ruggengraat die – zo zal later blijken – vriendschap afkoopt met drank, drugs en wilde feestjes, tot de drugs zijn beste vriend worden. Volgens Maja is Sebastian het brein achter de schietpartij. Maar Sebastian is er niet meer om dat te bevestigen. Hij is een van de slachtoffers. Doodgeschoten door Maja.

Van vrolijk en banaal transformeert Quicksand in broeierig en beklemmend. Maar de reeks springt verder dan het uitbeelden van de leegte in het leven van tieners met te veel geld en te weinig ouderlijk toezicht. De menselijke onhandigheid en zwakte van ieder personage worden vakkundig getoond. Er is de moeder van Maja, die liever vriendin dan moeder is maar daardoor ieder onderwerp dat van belang kan zijn aan de rand van het gesprek parkeert. Er zijn de ouders van een andere klasgenoot die hun kasteel graag openstellen voor iedereen als bewijs van hun grenzeloze ruimdenkendheid. Toch kunnen ze niet verhinderen dat de gekleurde jongen uit de klas zich een weg naar hun interesseveld liegt. Mensen redden, zo lijkt de serie te willen zeggen, lukt niet zonder slachtoffers te maken. Het zijn die wrange en scheve menselijke verhoudingen, de leugens die het cement blijken van vriendschappen en de wraak van de mens die zich enkel getolereerd maar niet gewaardeerd voelt die Quicksand de moeite maken. Meer dan de vraag wie het gedaan heeft en waarom. Uiteindelijk wordt in zes afleveringen de menselijke conditie behoorlijk scherp gefileerd.

**** Nog steeds in Netflix

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content