Paul Baeten
Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

P.B. GRONDA, schrijver van onder meer Onder vrienden en Straus Park, duikt elke week in de populaire cultuur.

Ergens in de jaren tachtig ging een jonge rocker naar de videotheek en in 1989 verscheen Doolittle van Pixies. Dat begon met het nummer Debaser:

Got me a movie (ha ha ha ho) / Slicing up eyeballs (ha ha ha ho) / Girlie so groovy (ha ha ha ho) / Don’t know about you / But I am un chien Andalusia.

Black Francis vertelde eigenlijk gewoon dat hij Un chien andalou van Luis Buñuel en Salvador Dalí had gehuurd en dat echt een prachtige film vond. Na het kijken besloot hij dat hij ook een anarchistisch zwijn wilde worden.

De film in kwestie – eigenlijk een kortfilm van een kwartier – geldt als basiswerk van de surrealistische cinema. De film is gebaseerd op nachtelijke associaties van de makers en het resultaat is een non-lineaire, wilde aanval op de strakke bourgeoisie van die tijd. Die tijd, zijnde de jaren 20 van de twintigste eeuw. Bijna 100 jaar later staat het filmpje gelukkig gewoon op YouTube.

Wat Black Francis toen deed, was cool, niet evident en verhulde nauwelijks het DNA van de band en de onderliggende emoties. Natuurlijk bleef het bij provocatie. Bands kopen gitaren, geen geweren.

Valt het u ook op hoe ouderwets het woord ‘provocatie’ klinkt? Een beetje zoals paardensmid, sit-in en lavalamp.

Het meest provocerende wat mensen vandaag doen, is uit hun comfortzone stappen. Vraag er niet naar in je omgeving of pik geen krant op, want dat is wat mensen vandaag doen. Over hun comfortzone nadenken en er dan al dan niet uitstappen.

Dat zou best interessant kunnen zijn, als ik nog maar het minste idee had van wat dat nu betekent.

Voor zover ik kan afleiden, is het niet meer dan iets doen dat niet van je gewoonte is of wat je normaal gezien nooit zou doen omdat je er schrik van hebt.

Wat het zeker is, is egocentrisch. Men zoekt de confrontatie volledig bij zichzelf. Het kan heel oncomfortabel zijn voor iemand met claustrofobie om toch in een grot te liggen rondkruipen, met zo’n helm met een lamp op en een gids die Ingrid heet, maar de wereld of de maatschappij zal er echt zero invloed van ondervinden.

Een van de grote tegenstellingen van onze tijd wordt er weer maar eens duidelijk door: hoe meer we in contact raken met grote delen van de wereld, zij het virtueel, hoe meer onze beleving zich terugvouwt op onze eigen comfortzone en eventueel de drie passen die we aarbuiten zetten door eens extra pikant te gaan eten, een stad verder te gaan wonen of een cursus duiken te beginnen.

De bourgeoisie waar Buñuel en Dalí tegen schopten, is helemaal terug als standaard, ook bij de jeugd. Assimilatie en realisme heersen. De zeden worden strakker en ideeën over gelijkheid en nationaliteit blijven maar vastlopen op erg klassieke tegenstellingen. Om radicaal anders en vrijgevochten van voorgedrukte letters te werk te gaan, mankeert intussen de nodige geestdrift.

De mooiste zin in dat nummer van de Pixies is dan ook ‘I want you to know’. Iemand wilde iets doorgeven dat hij gezien had en dat hem had geïnspireerd. Ook dat lijkt intussen al ouderwets. In de comfortzones liever rust en stilte, graag.

P.B. GRONDA

VALT HET U OOK OP HOE OUDERWETS HET WOORD ‘PROVOCATIE’ KLINKT? HET MEEST PROVOCERENDE WAT MENSEN VANDAAG DOEN, IS UIT HUN COMFORTZONE STAPPEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content