Chéri is niet alleen de blije reünie van Stephen Frears met Michelle Pfeiffer, maar ook die met scenarist Christopher Hampton. Na Dangerous Liaisons en Mary Reilly is het al de derde keer dat de mannen samenwerken, een record voor de Britse regisseur. Frears staat immers bekend als een nomade die zijn tenten opslaat waar hij zin heeft. Dat levert niet toevallig een bijzonder gevarieerd cv op, met lichte komedies (High Fidelity, The Snapper) naast donkere tragedies (Dirty Pretty Things, The Hi-Lo Country) en noir-thrillers (The Grifters) naast historische drama’s (The Queen). ‘Ik doe al mijn hele carrière een beroep op de verbeelding van andere mensen’, vertelt Frears. ‘Als ik kan blijven werken, is het omdat anderen mij boeiend materiaal in handen stoppen. Je vraagt je af hoe lang je geluk nog zal blijven duren.’

Wat als de bron opdroogt?

Stephen Frears: Dan schiet ik mezelf voor het hoofd. Weet ik veel. Dan word ik wel postbode. Of kweek ik mijn eigen groenten, zoals we allemaal toch ooit zullen moeten doen. Kijk, ik geloof in het onbewuste, dat je om een straathoek loopt en iemand kan ontmoeten die je een boeiend voorstel heeft. En dan vertel je plots een verhaal over de belle époque, zoals Chéri.

Christopher, in dit geval was jij het die hem het boek van Colette in handen stopte.

Christopher Hampton: Eigenlijk niet, want ik had het script helemaal niet voor hem geschreven. Toen hij me zei dat Chéri hem interesseerde, antwoordde ik dat het helemaal zijn ding niet was. Ik dacht dat hij het van al die verwende rijke vrouwen op zijn heupen zou krijgen.

Frears: Ik ben een regisseur die het liefst kettingbotsingen, grote explosies en digitale effecten ziet. (Grijnst)

Het is verleidelijk om ‘Chéri’ met ‘Dangerous Liaisons’ te vergelijken. Ziet u raakpunten?

Hampton: Enkel dat het in beide gevallen om klassiekers uit de Franse literatuur gaat. Voor de rest zijn ze totaal verschillend. Dangerous Liaisons heeft een plot als een stoomlocomotief, een ingenieuze machine van gebeurtenissen die je op het puntje van je stoel houdt omdat je wil weten wat er zal volgen. Chéri steunt volledig op sfeer, met heel weinig plot.

Is een film die helemaal rond toon en sfeer draait lastiger om te regisseren?

Frears: Absoluut. Dit is een film met een frivool oppervlak en een tragische onderbouw.

Hampton: Zulke verhalen vind je zelden. Jules et Jim is zowat het enige voorbeeld dat ik me herinner.

Frears: Het was hard werken. Bij zo’n film moet je als een orkestleider vooral op je gehoor vertrouwen.

Was je al een fan van de belle époque of heb je je kennis wat moeten bijschaven?

Frears: Bijschaven? Ik wist er niets van af! Ik denk zelfs niet dat ik wist dat dit verhaal zich in die periode afspeelt. Gelukkig duiken er in de loop van een filmproductie designers en kostuumontwerpers op die je doen beseffen wat voor film je aan het maken bent. Ik heb alles moeten leren.

Heb je lang naar de fantastische art-nouveaugebouwen in de film moeten zoeken?

Frears: Zoveel zijn er niet meer, dat maakte de opdracht dus een stuk eenvoudiger. We hebben wel heel veel geluk gehad dat we het huis van Michelle Pfeiffers personage gevonden hebben. Dat was ooit het huis van Hector Guimard, de architect die de metro van Parijs ontworpen heeft. Later is die woning een museum geworden, maar vandaag is het een studentenhuis in afschuwelijke staat. Wij hebben het voor deze film helemaal opgeknapt, maar na de opnames moesten we het in zijn oorspronkelijke vervallen toestand teruggeven. Voor alle klachten daaromtrent verwijs ik je met plezier naar de Franse regering door. (Lacht)

(R.N.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content