‘Een zieke film over zieke tijden’. HET IS NOG EEN VAN DE GEMATIGDE OMSCHRIJVINGEN VAN ‘The Great Ecstasy of Robert Carmichael’ – het debuut van DE JONGE BRITSE REGISSEUR Thomas Clay. daar zal de explosieve, lichtjes misselijkmakende climax ongetwijfeld voor iets tussen zitten. ‘Ook ik walg van het geweld en het nihilisme, maar weet je wat nog schokkender is? Dat het allemaal op de werkelijkheid gebaseerd is.’

Zwijgzame, schijnbaar doodbrave scholieren die zich plots ontpoppen tot psychopatische moordmachines: Thomas Clay (25) vond het fenomeen al vóór Antwerpen en Berlijn een film waard. Vorig jaar zorgde de jonge regisseur met het teenage-drama The Great Ecs-tasy of Robert Carmichael voor dé shocker van Cannes 2005. Centraal daarin: een timide slungel die samen met andere kids door de straten van een Engels slaapstadje doolt, op school in de pas loopt en zijn bek houdt, dagelijks oefent op de cello, terloops de nieuwsflashes uit Irak ziet passeren en langzaamaan meegezogen raakt in een spiraal van verveling, seks, drugs en raveparties, met als nihilistisch hoogtepunt: een hondsbrutaal slot dat minstens even hard op je ziel inbeukt als de beestachtige verkrachtingsscène uit Irréversible. Een film die volgens een Britse collega A Clockwork Orange op een Britney Spears-videoclip doet lijken. Kom niet zeggen dat we u niet gewaarschuwd hebben.

Als filmcriticus zijn we wel wat gewend, maar van die seks- en geweldorgie op het einde moesten we toch even bekomen.

Dat is ook de bedoeling, en het bewijst alleen maar dat je geen gevoelloos wezen bent. Dat geweld is niet gratuit: de film werkt zich langzaam naar dat einde toe en schetst onderweg de karakters en de leefwereld van die kids. Wanneer ze zich uiteindelijk aan dat gruwelijke geweld vergrijpen, is het logisch dat je gedegouteerd bent: je beseft dat het gewone jongens zijn die op een of andere manier elk moreel besef hebben verloren; geen beesten die het pure kwaad incarneren.

Waar moet die catharsis toe leiden?

Ik hoop op een debat over de troebele tijden waarin we leven, maar ik ben geen moralist. Uiteindelijk doe je ermee wat je wil. Ik heb getracht een authentiek beeld te schetsen van het jongerenmilieu en het sociale en politieke klimaat waarin ik ben opgegroeid, maar ik wilde evenzeer een film maken die ik visueel en stilistisch interessant vond. Met de reacties van het publiek heb ik geen rekening gehouden. Die verschillen trouwens van persoon tot persoon en van land tot land. Na de première in Cannes liepen velen woedend de zaal uit, terwijl men in Duitsland heel ingetogen reageerde en vooral wilde praten over de thematiek.

Vrees je niet dat die extreme climax de rest van de film zal verstikken?

Die kans bestaat, maar het hangt echt van de kijker af. Ik herinner me nog de reactie van mijn producente toen ik haar die scène liet zien. ‘Is that it?’, zei ze koel, terwijl de mannelijke crewleden geen woord meer konden uitbrengen. Het is me opgevallen dat mannelijke critici er in de regel heftiger op reageren dan vrouwelijke, terwijl het toch gaat om een vrouw die door een groepje jongens wordt verkracht en verminkt. Alleen de orthodoxe feministen vonden de film misogyn. (lachje)

De felste kritiek kreeg je thuis in Engeland.

Ja. De Amerikanen vinden het einde te hevig vanwege hun puriteinse filmtraditie, maar kunnen de verhaalstructuur en aparte mise-en-scène wel smaken, terwijl nogal wat Europeanen er de hand van Bresson, Angelopoulos of Dumont in herkennen en de brutale climax in een intellectueel kader kunnen zien. Alleen in Groot-Brittannië weten ze niet wat ze ermee moeten aanvangen. Maar het is dan ook daar dat de film zich afspeelt, en hij schetst niet bepaald een fraai plaatje van mijn land, zijn sociale klimaat en de Britse jongerencultuur.

Is de leefwereld van Robert Carmichael representatief voor die van de gemiddelde Britse lad?

Groepsverkrachtingen zijn er nog niet aan de orde van de dag, maar mijn film vloeit wel degelijk uit de hedendaagse Britse cultuur voort. Veel jongeren zijn fundamenteel egocentrisch en materialistisch, hebben weinig of geen burgerzin en zien mensen veeleer als objecten dan als individuen. In The Great Ecstasy trek ik die dingen natuurlijk door tot in het extreme. Dus representatief voor mijn generatie zou ik de film niet noemen, laat staan dat ik antwoorden heb op de problemen die ik aankaart.

Je doet in de film wel enkele suggesties: door volwassenen te tonen die ook niet bepaald overlopen van verantwoordelijkheidszin, en door er nieuwsflashes over de oorlog in Irak in te lassen.

In welke mate die zaken het nihilisme bij de jeugd verklaren, weet ik niet. Ik stel enkel vast dat de leidende generatie niet langer een voorbeeld geeft, er zelf een materialistische en hypocriete filosofie op na houdt en haar autoriteit heeft verloren. Kijk naar de regering-Blair. Toen die acht jaar geleden aan de macht kwam, ging er een golf van optimisme door Engeland, maar veel schiet daar niet van over. De sociale kloven gapen dieper dan ooit, Blair heeft een strikt kapitalistische koers gevaren en dus het materialisme alleen maar in de hand gewerkt, én hij heeft zijn land meegesleept in een absurde oorlog. Wat moet je daar als tiener in godsnaam van denken? En waarom zou je nog je best doen op school, als je zo’n onzekere toekomst wacht? Vandaar dat veel kids zich verliezen in seks, vandalisme en drugs – goedkope kicks en ongebreideld hedonisme.

Dus toch een moralist.

Maar nee. Ik ben hooguit een chroniqueur van de dingen die ik om me heen zie. Als je The Great Ecstasy wil interpreteren als een wake-up call of een pleidooi voor conservatieve waarden en een sterke staat; doe gerust. Ik zie het vooral als een persoonlijke film die hopelijk goed gemaakt is en die je op de een of andere manier bijblijft.

Dat doet hij zeker. Mede dankzij de hypnotiserende composities van Yorgos Arvanitis, vooral bekend van zijn werk voor Theo Angelopoulos. Hoe ben jij als groentje bij zo’n grote naam terechtgekomen?

Ik wilde absoluut een ervaren cameraman, omdat de rest van de crew al even jong was als ik. Zijn impact was enorm, zonder dat hij de touwtjes in handen nam. Hij bracht ons gewoon de nodige discipline en technische knowhow bij en zijn strenge stijl paste perfect bij het verhaal. Ik was sowieso een enorme fan, dus toen hij toezegde was dat een van de mooiste dagen van mijn leven.

‘THE GREAT ECSTASY OF ROBERT CARMICHAEL’

Vanaf 7/6 in de bioscoop

DOOR DAVE MESTDACH l FOTO PIET GOETHALS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content