OOIT KOMT HET GOED

Het toppunt van wanhoop? Tot voor kort had ik steevast de anekdote verteld van het ex-lief dat de vacatures die hij uit de krant knipte, onder een heet strijkijzer legde. ‘Om de plooien op voorhand glad te strijken.’ Hij zei het iedere keer weer, met een glimlach die van vrolijk over geforceerd naar grimmig doorboog naarmate de zoektocht naar werk langer duurde. Het was een grap van de wanhopige, van de mens die tot zelfvernedering bereid is om iets te hebben wat iedereen lijkt nodig te hebben: een normale job.

Op donderdag 27 februari zo omstreeks halfelf ’s avonds zag ik in Ooit komt het goed een ander toppunt van wanhoop. Niet die van de werkzoeker, maar die van de werkgever. Een directeur van een Rust- en Verzorgingstehuis was blijkbaar zo blij dat iemand de moed had zich aan te bieden om verpleger te worden, dat hij hem prompt verwelkomde als de nieuwe collega. Het had niet veel gescheeld of de man had Tibau de kleren van het lijf gerukt en ze ter plekke tot confetti verknipt zodat de jongen niet anders kon dan tot het einde van zijn dagen op de witte plastic klompen en in het grijs met witte verplegerskostuum rond te lopen.

Waarom Tibau – naar eigen zeggen een passioneel werkzoeker – niet besloot om zich ter plekke om te scholen tot verpleger is me niet duidelijk. De vier met donshaar overdekte jongens van Ooit komt het goed laten op hun tocht naar een job namelijk erg weinig los over wat ze precies van werken verwachten. En of het werken zoals het nu is, niet wat anders kan of moet. De heren giechelen liever een beetje over de stoutmoedigheid waarmee ze zichzelf op papier omvormen tot geboren knelpuntarbeiders. Uiteindelijk werden ze zo zenuwachtig van hun valse cv’s dat het leek alsof het Noordpoolijs ter plekke onder hun oksels wegsmolt. ‘Liegen is echt niet aan te raden’, klonk het in het gezamenlijke leermomentje voor de sollicitant.

En daar eindigde het. In de wereld van Ooit komt het goed zijn de oplossingen een pak eenvoudiger dan alles wat we maatschappelijk al eens als een probleem beschouwen. De jeugdwerkloosheid wordt met de effectiviteit van een gericht bommentapijt bestreden door de Facebookpagina Workbook. Gewoon een kwestie van liken, liken, liken en alles komt ooit echt wel goed. Kan het zijn dat ik hier een likje bevlogenheid mis? En waarom is het toppunt van innovatie – o horror, het veilen van bezweet okselhaar van Ian Thomas of een haarspeld met speeksel van Nathalie Meskens op eBay – het hoogstpersoonlijke ‘ik word snel rijk’-project van Tijs?

Als ik de vier iets dieper had horen doordenken over wat werk is en kan zijn, dan had ik geestdriftig geknikt en luidkeels gejuicht: echt, ja, echt, ooit komt het goed! Nu zag ik vooral een zeer olijke, maar akelig conventionele poging om te doen alsof wat ze deden gemeend en een tikkeltje stout was. Het enige echt ontroerende moment waren de beelden van de jongeren die werkelijk werk zoeken en zonder het te weten solliciteren voor een onbestaande job bij het onbestaande bedrijf ‘Brands Up’. ‘Vindt u me dik?’ ‘Gewoon gezond gebouwd.’ Ze zijn zo eerlijk dat het bijna pijn doet. En dat stemt meer dan hoopvol.

** Elke donderdag, één

Meer bedenkingen op www.knackfocus.be/testbeeld

DOOR TINE HENS

IN DE WERELD VAN OOIT KOMT HET GOED ZIJN DE OPLOSSINGEN EEN PAK EENVOUDIGER DAN ALLES WAT WE MAATSCHAPPELIJK AL EENS ALS EEN PROBLEEM BESCHOUWEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content