Suspense, schoonheid en tragiek! De vijf beste films over de Olympische Spelen.

Olympia (Leni Riefenstahl, 1938)

De gouden plak onder alle olympische films gaat naar nazipropagandiste Leni Riefenstahl voor haar twee bedwelmende zwart-witprenten – Fest der Völker en Fest der Schönheit – over Hitlers Olympische Spelen van 1936 te Berlijn. Met sublieme beeldwissels en gracieuze camerabewegingen brengt Riefenstahl een bijna erotiserende hommage aan het menselijke en bij voorkeur Arische lichaam, waarbij vooral de duik- en turnsequensen ook nu nog verbluffende staaltjes van manipulatieve montagekunst blijken. Fout tot op het bot, maar wel van een goddelijke schoonheid alsof Olympia zelf achter de camera stond.

Jim Thorpe – All American (Michael Curtiz, 1951)

Casablanca-regisseur en studiogigant Michael Curtiz zoomt in op de schaduwkant van de Amerikaanse én olympische droom met deze biopic over Jim Thorpe. De Native American won in 1912 in Stockholm zowel de vijf- als de tienkamp, maar moest zijn medailles een jaar later afgeven omdat hij eerder wat geld had verdiend als baseballspeler. Een vergeten sportdrama waarin de hypocrisie en het racisme van blank Amerika voorzichtig worden ontbloot, met Burt Lancaster als de veelzijdige topatleet die van olympische held tot berooide alcoholistverglijdt.

Tokyo Olympiad (Kon Ichikawa, 1965)

Sportfetisjisten zullen weinig wijzer worden van Kon Ichikawa’s lyrische beelddocument over de Spelen van Tokio, al gaat van de abstraherende opnames van lopers, zwemmers en turners een bijna absorberend effect uit. Met puur cinematografische middelen probeert stijlsensei Ichikawa het ‘innerlijke’ van fysiek beproefde atleten te vatten, al hadden zijn misnoegde opdrachtgevers – inclusief de Japanse minister van Sport – toch liever een documentaire met duidelijk herkenbare locaties, winnaars en verliezers gezien. Toen hij in 1965 werd gevraagd om zijn beeldgedicht nog eens over te doen, bedankte Ichikawa laconiek: ‘Mijn volledige cast heeft Japan inmiddels verlaten.’

Visions of Eight (Claude Lelouch, Kon Ichikawa, Joeri Ozerov ea., 1973)

Acht bekende regisseurs bezingen in opdracht van historicus David L. Wolper de schoonheid van de sport in deze Golden Globe-winnende, maar sindsdien zelden vertoonde omnibusdocumentaire over München ’72. Milos Forman zoekt de komische noot in de loodzware tienkamp, Mai Zetterling zoomt in op de gewichtheffers, Arthur Penn gaat stijlvol de hoogte in met de polsstokspringers en John Schlesinger brengt een sentimenteel eerbetoon aan een Britse marathonloper. De bloedige terreuractie van de Palestijnse Zwarte Brigade blijft steevast voelbaar op de achtergrond tussen de talloze slomo-beeldballetten en de verkrampte gezichten in close-up.

One Day in September (Kevin McDonald, 1999)

In deze Oscarwin-nende documentaire brengt The Last King of Scotland-regisseur Kevin McDonald een als spannende thriller verpakte reconstructie van de Palestijnse gijzelingsactie tijdens de Spelen van München. Daarvoor bedient hij zich, naast de gebruikelijke archiefbeelden, politieke achtergronden en getuigenissen, ook van blitse computersimulaties en een vlammende soundtrack. Nog straffer is echter de manier waarop McDonald de Duitse autoriteiten en de bijhorende mediaclowns ontmaskert als incompetente hansworsten die totaal onvoorbereid bleken en niet in staat om het uiteindelijke bloedbad, waarbij elf Israëlische atleten het leven lieten, te verhinderen. Twee jaar geleden verfilmde ook Steven Spielberg de tragische gebeurtenissen in zijn politiek beladen spionagedrama Munich.

(D.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content