Olivier Schrauwen

© Selbymay

1. Waarom een boek over Mowgli?

Olivier Schrauwen: Mowgli’s spiegel ontstond in mijn schetsboek. Ik had een paar tekeningen gemaakt over een besnorde eightiesfiguur met een aap die zich geen raad wist. Opeens zag ik het: dat was een oudere Mowgli die niet meer genoeg had aan de jungle! Daarna kwam het verhaal min of meer vanzelf. De Franse uitgever voor wie ik het boek oorspronkelijk maakte, sprak geen Engels. Veiligheidshalve maakte ik er dus een woordeloos verhaal van. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan: ik gebruik de tekst vaak als leidraad, wat me veel vrijheid geeft in de tekeningen. Zonder tekst moet je veel nauwkeuriger zijn in de beelden. Mijn uiteindelijke boek heeft natuurlijk heel weinig gemeen met Jungleboek. Eigenlijk was ik meer geïnspireerd door James Frazers The Golden Bough, een compleet achterhaald antropologieboek uit 1890 waarin de auteur een aantal ideeën over primitieve culturen poneert. Volgens hem zijn de meeste mythes van zulke culturen te herleiden tot twee basisprincipes: als twee dingen op elkaar lijken, dan is er een band tussen beide, en als twee dingen dicht bij elkaar zijn, is er ook een band tussen beide. Daarop heb ik Mowgli’s spiegel gebaseerd, maar je ziet dezelfde principes ook in Arsène Schrauwen en de ministrip 30,000 Years of Bad Luck, zeg maar mijn jungleperiode. (lacht)

2. Is Mowgli op zoek naar zijn identiteit?

Schrauwen: Je kunt in het boek een echo zien van een filosofieboek van Bertrand Russell dat ik hier heb liggen. De meest primaire filosofische vragen zijn: Besta ik? Hoe kan ik er zeker van zijn dat ik besta, dat mijn bestaan geen illusie is? En hoe kan ik er zeker van zijn dat ik contact leg met de buitenwereld? Ik heb die vragen er niet bewust in gestoken, ik lees zulke boeken uit interesse en als een complete leek, maar achteraf gezien verklaren ze een deel van Mowgli’s spiegel.

3. Was het de bedoeling om een komisch verhaal te maken?

Schrauwen:Zoiets mag je nooit forceren. Als het grappig is, des te beter, maar voor het contrast is het goed dat er ook serieuzer stukken in zitten. De mopjes in mijn verhalen zijn een soort kanarie in de koolmijn. Ik laat mijn strips altijd lezen door een aantal proeflezers en als zij niet met de humoristische passages lachen, weet ik dat er iets mis is. Je moet mee zijn met het verhaal om iets grappig te vinden. Ook al is humor persoonlijk, als geen enkel mopje werkt, dan weet ik dat ik mijn strip moet aanpassen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content