NONKEL PATER

LUC HAEKENS over 'NONKEL PATER'. 'Missionariswerk was dé uitweg uit het streng katholieke Vlaanderen van de jaren 50.'

Dinsdag 24/1, 20.40 – Canvas

U houdt van verhalen? Schuif dan maar aan voor Nonkel Pater. In de traditie van Meneer Doktoor dompelt Canvas u onder in het collectieve geheugen van onze oud-missionarissen. ‘Het idee om iets met missionarissen op rust te doen, leefde al een tijdje bij Woestijnvis. Toen hier in huis Meneer Doktoor werd gemaakt, zijn we op zoek gegaan naar paters met een koloniaal verleden’, zegt Luc Haekens, die zijn strepen al verdiende met Leuven Hulp, Man Bijt Hond en Het Proces. Nonkel pater maakte hij samen met Stev Van Thielen.

‘Meneer Doktoor’ kon terugvallen op het boek van Peter Vandekerckhove. Hoe zijn jullie nu te werk gegaan?

LUC HAEKENS: Ons oorspronkelijke idee was dat elke familie vroeger wel een missionaris had, een zogenaamde nonkel pater. Al vlug hebben we ons onderwerp stevig moeten afbakenen: met pijn in het hart hebben we verhalen van missionarissen die naar China, Haïti en andere landen trokken, moeten laten liggen. Uiteindelijk hebben we ons gefocust op Congo, meer bepaald op paters die het land onafhankelijk hebben weten worden. De paters leefden echt onder het volk en hebben die verandering voelen aankomen.

Wat voor mannen werden missionaris?

HAEKENS: Avonturiers. Uiteraard waren sommigen eropuit om zieltjes te winnen, maar het ging toch vooral om jonge mannen die de wereld wilden zien. ‘ Join the navy and see the world‘, klonk het devies in Amerika, en in het streng katholieke Vlaanderen van de jaren 50 was missionariswerk dé uitweg. Wat niet wegneemt dat de aankomst in Congo gepaard ging met een cultuurshock. Die mannen hadden vaak nog nooit een zwarte gezien – laat staan vrouwen die halfnaakt rondliepen. We laten ook een uitgetreden pater aan het woord, voor hem was het celibaat niet meer houdbaar.

De samenleving is het koloniale verleden steeds kritischer gaan bekijken. Stootten jullie daardoor niet op argwaan bij de oude paters?

HAEKENS: Helemaal niet. Uit ervaring weten we dat naargelang mensen ouder worden ze meer in hun herinneringen gaan leven. Paters hebben geen kinderen en kleinkinderen om hun verhalen aan te vertellen, en hun confraters in het rusthuis hebben die natuurlijk al vaak genoeg gehoord. We werden dus met open armen ontvangen.

Hebben jullie verhalen gehoord die jullie met verstomming sloegen?

HAEKENS: Jazeker, zo hebben we een pater gevonden die nog adviseur is geweest van Mobutu. Je moet weten dat vrede brengen een van de taken van een pater was en ze fungeerden ook als een soort rechter. Daardoor slaagden ze erin om geschillen tussen stammen bij te leggen. En om die reden was die pater interessant voor Mobutu – niet dat die altijd luisterde. De man vertelde ons dat Mobutu op een mooie dag naar hem kwam: ‘Pater Pol, je vais tout nationaliser.(Lacht) Pater Pol heeft hem dat uit het hoofd proberen te praten, tevergeefs.

‘Meneer Doktoor’ toonde de oude dokterskabinetten, waar de tijd was blijven stilstaan. Was het decor bij de paters even dankbaar?

HAEKENS: Net zoals bij alle mensen die jaren in Congo hebben gewoond, merk je bij de paters dat het land in hun bloed zit. En dat zie je ook wel aan het interieur van hun kamer. Oké, die zijn misschien niet zo rijkelijk als pakweg het landhuis van een dokter, maar als achtergrond wel even illustratief voor hun verhalen. En daarom draait het uiteraard.

(H.V.G.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content