In de 63 jaar die achter hem liggen, heeft Nick Nolte heel wat meegemaakt. Niet verrassend dus dat Olivier Assayas net hem koos om in het afkickdrama ‘Clean’ de rol van de wijze vader te spelen. ‘Ik voel me nogal lullig om als zestigjarige man rond te lopen in films die niets meer zijn dan bewegende stripverhaaltjes met wat hippe technologie.’ Door Ruben Nollet FOTO KRIS DEWITTE

De laatste keer dat we Nick Nolte de hand mochten schudden (juni 2003 was dat, naar aanleiding van zijn vertolking in The Hulk) had ons gesprek eigenlijk maar één onderwerp: verslaving. Het is een kruis dat de acteur al zijn hele leven op de schouders draagt en waaronder hij nu en dan bezwijkt. Sinds hij twee jaar geleden weer zwaar tegen de lamp liep – om het even eufemistisch te verwoorden – lijkt hij zichzelf te hebben teruggevonden, maar je voelt dat de wonde diep zit. Nolte heeft altijd geprobeerd om te begrijpen waarom hij zo moeilijk van drank en drugs kan afblijven en weigert om zich voor zijn ziekte te schamen. Integendeel, hij lijkt meer dan ooit vastbesloten om de pijnlijke wijsheid die hij in al die jaren heeft verzameld zoveel mogelijk te verspreiden. Hij organiseert geregeld meetings bij zich thuis om andere verslaafden te helpen. Dat kon de rechter zo appreciëren dat ze hem prompt een jaar voorwaardelijke strafvermindering gaf. Ook gaat hij geen enkele vraag over dat donkere deel van zijn persoonlijkheid uit de weg. Niet dat wij per se willen blijven spitten in zijn minder fraaie verleden, maar zijn rol in Olivier Assayas’ Clean maakt het onmogelijk om het er niet over te hebben. Hij speelt namelijk Albrecht, een man die te horen krijgt dat zijn zoon (een aspirant-muzikant) bezweken is aan een overdosis drugs en die nu geconfronteerd wordt met zijn schoondochter Emily. Zij heeft pas een ontwenningskuur achter de rug en wil opnieuw beginnen met haar zoontje Jay, die al die jaren opgevoed is door Albrecht en zijn vrouw. Nolte geeft zijn personage de bedachtzaamheid van iemand die het allemaal al gezien heeft en brengt daarmee de hele film tot rust. In the flesh blijft hij echter een markante verschijning, een wat verwilderde man met kleine oogjes, een doorgroefd gelaat en een grommende stem die nauwelijks boven het straatlawaai uitkomt. Gelukkig hadden wij een goede microfoon onder zijn neus geschoven.

U heeft de laatste tijd met een hoop interessante regisseurs mogen werken: ‘The Good Thief’ met Neil Jordan, ‘Northfork’ met de gebroeders Polish, ‘Hulk’ met Ang Lee en nu Olivier Assayas. Gaat u zelf op zoek naar zulke cineasten of komen ze spontaan naar u?

Nolte: Een beetje van allebei. Ik ben de laatste tijd in elk geval actief op zoek naar internationale producties, zoals Clean er een is. Zo heb ik onlangs met de jonge Noorse regisseur Hans Peter Moland mogen werken voor The Beautiful Country, een heel mooie film. Ik moet wel internationaal gaan, want in de Verenigde Staten valt er voor acteurs niets meer te beleven, op de onafhankelijke films na. Bij de studio’s heb ik niets meer verloren. Die zijn enkel nog geïnteresseerd in films met een budget van honderd miljoen dollar. Heel uitzonderlijk zit daar iets interessants tussen, zoals Hulk, maar doorgaans zijn het verhalen die kijkers tussen acht en twintig jaar oud aanspreken. Ik voel me nogal lullig om als zestigjarige man rond te lopen in films die in de grond niets meer zijn dan bewegende stripverhaaltjes met wat hippe technologie. Hollywoodfilms houden zich maar met één ding bezig, en dat is geld. Hun doel is om het eerste weekend zoveel mogelijk volk te lokken. Het succes van een film wordt daarop getaxeerd.

Denkt u dat ‘Clean’ ooit te zien zal zijn in de VS?

Nolte: Dat weet je nooit zeker, maar ik heb er in dit geval wel vertrouwen in. Tenslotte heeft Demonlover, Oliviers vorige film, ook in Los Angeles gespeeld, al was het maar voor een week of zo. Het probleem ligt bij die grote winkelcentra waar je bioscoopcomplexen vindt met zeven of meer zalen. Toen ze daarmee begonnen, was het idee dat het publiek zo meer verscheidenheid zou krijgen. Het is echter zó uitgedraaid dat de studio’s er showrooms voor hun producten van hebben gemaakt. Dus loopt de meest winstgevende film er in drie zalen tegelijk in plaats van een kans te geven aan kleinere producties. Het gevolg is dat cinema als kunst niet gegroeid is in de VS. In elke grote stad zal je misschien nog één ouderwets zaaltje vinden dat een plaatsje vrijhoudt voor een niet-Amerikaanse film of een independent. Amerikanen zijn niet geïnteresseerd in wat niet uit Hollywood komt, terwijl elk ander land wel toegang heeft tot internationale films.

Raakt u daar niet depressief van?

Nolte: Neen, omdat ik weet hoe het komt. Ik weet precies waarom Hollywood geen films maakt zoals Clean. Ze kunnen het gewoon niet. Ik ken alle studiohoofden al heel lang. Ik heb bijvoorbeeld een groot aandeel gehad in de allereerste film die Michael Eisner geproduceerd heeft. Toen we Rich Man Poor Man gemaakt hebben, was hij een van de tien vice-presidenten bij Paramount, nu is hij de grote baas van Disney. Ik weet trouwens hoe hij aan die job geraakt is. Misschien vertel ik dat wel in mijn memoires. (lacht) Maar de waarheid is dat Hollywood niet meer weet hoe ze een kleinere film in de zalen moet brengen. Heel hun machine is gericht op blockbusters die in vierduizend zalen tegelijk uitgebracht worden.

Tijdens de persconferentie in Cannes zei u dat Clean een belangrijke film was voor u, vanwege uw ervaring met verslaving. Heeft het maken van de film geholpen om dingen op een rijtje te zetten?

Nolte: Als je een film maakt, komt daar altijd een beetje catharsis bij kijken. Dat geldt voor kunst in het algemeen. Dat komt omdat we in wezen allemaal alleen zijn. De enige manier waarop we elkaar kunnen leren kennen, is door te communiceren, via emoties en woorden. We kunnen niet in elkaars hoofd kijken of de wereld aanvoelen zoals een ander dat doet. Daar was ik als kind al mee bezig en ik voelde me niet op mijn gemak in de wereld. Ik heb mijn plaats pas gevonden toen ik voor het eerst op een podium stapte en besefte wat ik daar kon verrichten. Mijn rol in Clean was een catharsis omdat ik weliswaar ervaring had met het onderwerp van de film, maar niet in deze vorm. Op die manier verruim ik mijn geest. Het geeft me de kans om alle kanten van mezelf te zien en te begrijpen wat het betekent om verslaafd te zijn. Drugs hebben niets te maken met goed of kwaad. Ik ben in plaatsen geweest waar iedereen high was omdat ze de pijn niet meer konden verdragen. Daar is niets fout mee.

Denkt u dat u ooit helemaal vrij zal zijn van verslaving?

Nolte: Neen. Verslaafden weten dat je bepaalde dingen maar beter ver uit je buurt kan houden. (lachje) Je probeert te begrijpen waarom je zo makkelijk naar drank of drugs terug grijpt. Om een of andere reden valt het leven niet mee en zijn de drugs een manier om afstand te nemen, of je begint te experimenteren en belandt zo in een bepaalde levensstijl. Wat je moet weten over drugs is dat ze je gevoelens wegnemen. Je doet het om de pijn af te snijden, fysiek of psychologisch. Dat heb je ook nodig. Daarom zie ik Clean ook niet als een veroordeling van drugsgebruik. De kernvraag die de film stelt, is of mensen echt kunnen veranderen. Het antwoord is volgens mij ja. Ik ben in mijn leven al verschillende keren veranderd.

Hebt u het gevoel dat u nu goed in uw vel zit?

Nolte: Ja, maar tijdens mijn zogenaamde slechte dagen zat ik eerlijk gezegd ook heel goed in mijn vel. (lacht) Ik heb me geweldig geamuseerd met die drugs. Die altered states (geestesverruimde toestand, nvdr) hebben een paar van mijn beste momenten opgeleverd.

Hebt u Olivier Assayas raad gegeven op de set?

Nolte: O neen. Olivier wist heel goed waarover hij het had. Alles stond mooi op papier. Ik had daar niets aan toe te voegen. Bovendien denk ik niet dat Albrecht, mijn personage, ooit verslaafd was aan drugs. Maar hij begreep wel heel goed wat er met zijn zoon gebeurde. Albrecht is zelf namelijk ook een geobsedeerde persoon. Hij bouwt boten, moet je weten, en dat soort gedegen vakmensen is altijd obsessief bezig. Ik ben gaan praten met de vrouw van een botenbouwer en zij zei dat haar man zijn atelier niet meer uitkomt als hij aan een boot werkt. Die ongelooflijke toewijding is iets wat Albrecht aan zijn zoon doorgegeven heeft. Als muzikant had zijn zoon die gedrevenheid ook nodig. Muziek maken is hard werk. Je moet natuurlijk talent hebben, maar het voornaamste is hoe gedreven je bent, hoe hard je wil werken. Op zijn manier weet Albrecht dus heel goed wat het betekent om verslaafd te zijn.

Ruben Nollet

‘Drugs hebben niets te maken met goed of kwaad. Ik ben in plaatsen geweest waar iedereen high was omdat ze de pijn niet meer konden verdragen. Daar is niets fout mee.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content