‘NAAKT DE VOORDEUR OPENDOEN: ALTIJD GRAPPIG’

Als het van de critici afhing, had er dit jaar voor het eerst sinds Jane Campion in 1993 nog eens een vrouw de Gouden Palm gewonnen. De Duitse regisseuse Maren Ade moest met lege handen terug naar Berlijn, al maakt dat haar wrange vader-dochterkomedie Toni Erdmann er niet minder bijzonder om. ‘We zouden vaker gelukkig zijn als we minder halsstarrig zouden probéren gelukkig te zijn.’

Wat heb je nodig om van een film over een al te ernstige olieconsultante een melancholische komedie te maken die gegarandeerd de eindejaarslijsten haalt? Valse tanden, om te beginnen. Een pruik. Een vader om je dood voor te schamen. Een Kukeri-kostuum dat die diezelfde pa in een Roemeense Chewbacca verandert. Een kaasrasp. Met sperma besprenkeld gebak. En als pièce de résistance: een nog gênanter naaktfeest dan dat van Lars von Trier in The Idiots (1998).

Zonder al te veel te verklappen: het heeft allemaal iets te maken met Winfried Conradi (Peter Simonischek), de vader van zakenvrouw Ines Conradi (een glansrol van Sandra Hüller, beiden op de foto hierboven). De dwangmatige grapjurk doet zich voor als de boertige zakenman Toni Erdmann in de hoop zijn dochter wakker te schudden, haar te laten zien hoe potsierlijk de dodelijk ernstige managementcultuur soms is. De gênante situaties stapelen zich daarbij op.

Regisseuse Maren Ade (39) weet zelf niet goed of haar wrang grappige film nu eigenlijk een komedie is. ‘Ik hád de producenten een komedie beloofd. Maar tijdens de opnames in Boekarest bekroop me het gevoel dat ik net een zeer droevige film aan het draaien was. Ik heb me daar toen bij de producenten zelfs voor verontschuldigd. Tijdens de montage kwam het komische er wel weer wat meer door. Het is geen volbloedkomedie, maar de figuur van de vader is wel komisch. Daar kon ik telkens op terugvallen.’

Tijdens de wereldpremière in Cannes barstte een volle zaal critici nochtans meermaals in lachen uit. Maakt dat je blij?

MAREN ADE: Dat verraste me. Ik vermoed dat je Toni Erdmann geen komedie zult vinden als je hem op je eentje op je laptop bekijkt. Het wordt pas een komedie als je er samen met anderen naar kijkt. Maar het is goed dat de film een komedie genoemd wordt. Dat vergroot de kans dat de film wereldwijd gezien wordt en ik wil niets liever. Maar in de grond blijft het een droevige film. Zoals wel vaker komt de humor voort uit wanhoop, pijn en het onvermogen om dingen rechtstreeks op te lossen. Wíj kunnen met Toni Erdmann lachen, maar zijn dochter Ines kan dat totaal niet. Zij zit opgescheept met een vader die de hele tijd wegvlucht in humor. Stel je maar eens voor dat jouw vader zich in een bar aan je opdringt terwijl hij zich voordoet als iemand anders. En je weet niet of hij je vriend of je vijand is. Dat is zéér agressief.

Een droevige film zou ik Toni Erdmann nochtans niet noemen. Alleen al dat fameuze naaktfeestje is geweldig gênant grappig?

ADE: Het is altijd grappig als iemand naakt de voordeur opendoet. (denkt na) Ik wist dat dat naaktfeest een van de grappige elementen kon zijn. Maar tijdens de opnames heb ik me vooral gefocust op het extreme drama. Ik stond de acteurs niet toe om ook maar één seconde te denken dat dat naaktfeest hen toestond om grappig te zijn. Want hoe ernstiger ze speelden, hoe grappiger het werd. Dat feest is grappig omdat Ines’ baas het niet als een grap ziet. Pas na een existentieel zelfonderzoek overwint hij zijn schaamte en belt hij naakt aan. Toni Erdmann is een ander geval. Bij hem was het soms wél expliciet de bedoeling om grappig te zijn. Dan zat ik met de piepers. Grappig moeten zijn is niet gemakkelijk. En je zit zwaar in de shit als het niet lukt.

Is Toni Erdmann autobiografisch?

ADE: Een klein beetje. Ik laat me altijd inspireren door mijn familie en mijn directe omgeving. Voor het personage van de vader heb ik me door mijn eigen vader laten inspireren. Dat was ook een grapjas met een… euhm… grof gevoel voor humor. Hij hield van fratsen. Ik heb hem ooit valse tanden cadeau gedaan. Die heeft hij toen zo vaak gebruikt dat ik hem nog een tweede paar heb moeten kopen. Mij intrigeerde het wannéér hij die valse tanden gebruikte. Maar mijn pa was lang zo erg niet als Toni Erdmann. Ik was niet voor hem beschaamd. Ik heb kleine dingetjes zwaar opgeblazen.

Je hebt op je 39e al drie langspelers geschreven en geregisseerd. En je hebt ook films geproducet, waaronder Tabu (2012) en Arabian Nights (2015) van de veelgeprezen Portugees Miguel Gomes. Schuilt er in jou een vereenzaamde carrièrevrouw? Ben jij Ines?

ADE: Neen. Ik kan me wel met haar identificeren. Maar dat zullen hopelijk veel mensen kunnen. Aanvankelijk wilde ik een personage dat helemaal anders is dan ik. Maar dat is niet helemaal gelukt. Er zijn veel momenten waarop ik me wel degelijk vereenzelvig met Ines: ze heeft een job die vereist dat ze een rol speelt en ze werkt in een door mannen gedomineerde omgeving.

Als olieconsultant opereert Ines in een mannenwereld die het seksisme nog niet afgeleerd heeft. ‘Ik ben geen feministe, anders zou ik geen gasten zoals jij tolereren’, bijt ze van zich af.

ADE: Ik denk dat ze dat meent. Eerlijk gezegd was het absoluut mijn bedoeling niet om seksisme op de werkvloer aan te klagen. Ik wil de dingen simpelweg tonen zoals ze zijn en seksisme is een integraal onderdeel van de wereld waarin we leven.

Zou jij zo’n consultant kunnen zijn die aanstuurt op collectief ontslag?

ADE: Als het moet, kan ik ook mensen ontslaan. (lacht) Ik ben tijdens de research uiteraard gaan praten met consultants. In het begin gaf ik mijn politieke overtuigingen vrij spel en pakte ik hen hard aan. Maar zoals altijd: hoe meer je met de vijand praat, hoe geïnteresseerder je wordt en hoe meer de vijandigheid oplost. Die consultants ontslaan niet voor hun plezier. Ze beschouwen wat ze doen als goed werk. Dankzij hen blijven bedrijven bestaan. Ze zeiden dat artiesten het geluk hebben om te denken zoals ze denken en dat zij zich die luxe niet kunnen veroorloven.

De vader vermomt zich als Toni Erdmann in een wanhopige poging zijn dochter voor zich terug te winnen. Dat is – excuus voor de vergelijking – min of meer wat Robin Williams in Mrs. Doubtfire (1993) deed.

ADE: Aan Mrs. Doubtfire heb ik nochtans niet gedacht. Wel aan Tootsie (met Dustin Hoffman als acteur die zich als vrouw vermomt om aan werk te raken, nvdr.). Een grote inspiratie was ook Andy Kaufman (de betreurde Amerikaanse cultkomiek uit Saturday Night Live en Taxi, u ook bekend uit de biopic Man on the Moon en van het gelijkaardige nummer van REM, nvdr.). Kaufman had verschillende personages, één daarvan lijkt op Toni Erdmann. Ik moet ook Mon père, ce héros vermelden, een Franse komedie met Gérard Dépardieu als gescheiden vader die met zijn tienerdochter in een vakantieparadijs verblijft. Géén cinematografisch hoogstandje, maar ik heb er als kind wel van genoten. Toen ik aan deze film begon te werken, heb ik veel naar komedies gekeken over mensen die zich een andere identiteit aanmeten. In het Duits noemen we dat een Verwechslungskomödie.

Waarom situeer je het vader-dochterconflict in Boekarest?

ADE: Omdat vader noch dochter er thuis is en ze elkaar ginder veel moeilijker kunnen ontlopen. Ik heb specifiek voor Roemenië gekozen omdat dat land met Duitsland verbonden is. Veel Roemenen spreken een woordje Duits. En na de val van het communisme was er een grote uitverkoop: veel Duitse en Oostenrijkse bedrijven hebben daarvan geprofiteerd. Duitse bedrijven zijn in Boekarest prominent in het straatbeeld aanwezig.

Een andere reden is dat ik enorm van de Roemeense cinema hou. Corneliu Porumboiu, Cristi Puiu en mijn Roemeense producente Ado Salomon hebben in Boekarest grote films gemaakt. Dat heeft me geprikkeld.

In je film plaatst de vader vraagtekens bij de job en het bijbehorende leven van zijn dochter. Is er ook sprake van een generatieconflict?

ADE: Ik zou het eerder een conflict tussen twee verschillende zienswijzen of levensvisies noemen. Maar er is wel iets van aan, ja. Normaal zijn de ouders conservatief en de kinderen progressief. Hier is het omgekeerd. De vader koestert waarden als een vrije wereld, een wereld zonder grenzen en heeft zijn dochter gestimuleerd om zelfredzaam en vastberaden te zijn. Maar dat heeft tot een heel andere situatie geleid dan hij voorzag, tot een doorgedreven liberale wereld. De dochter heeft het op haar beurt moeilijk met zijn politiek correcte levensstijl en humane zienswijze. Ze vindt die veel te simplistisch.

De grote verzoening zit er niet in. Moeten vader en dochter aanvaarden dat ze voor een deel uit elkaar gegroeid zijn?

ADE: Elke ouder-kindrelatie bestaat uit breuken. Wanneer een kind aan een nieuw hoofdstuk begint, wil dat meestal zeggen dat er voor de ouders eentje afgesloten wordt. Ik merk dat bij mijn eigen kinderen ook. Mijn zoon is dolblij met elke centimeter die hij gegroeid is terwijl mij dat melancholisch stemt. Maar ik zie de film niet graag gereduceerd tot een statement. Ik vermijd scènes die ergens een antwoord op zijn of slechts één boodschap overbrengen. Ik probeer vanuit alle personages te denken. Filmmaken is een proces. Op het einde toont de film vanzelf wel waar ik de voorbije vier jaar zoal over heb nagedacht.

‘Ben je hier gelukkig?’ vraagt de vader. ‘Geluk is zo’n beladen woord’, antwoordt de dochter ontwijkend. Het ís ook een vervelende vraag. Stel jij jezelf soms die vraag?

ADE: Mijn ouders durven me dat soms te vragen. Daar heb je ouders voor, toch? (lacht) Ik denk dat geluk enigszins overgewaardeerd is. Soms ben je opeens heel gelukkig met iets heel kleins en onverwachts. Ik denk dat we vaker gelukkig zouden zijn als we minder halsstarrig zouden probéren om gelukkig te zijn. We denken dat we de hele tijd gelukkig móéten zijn. Maar dat zit er niet in. Er zit in de film een gesprek in een kuuroord over wat het leven de moeite maakt. Die dag hebben mijn hoofdrolspelers Peter Simonischek en Sandra en ik ons afgevraagd wat wij daarop zouden zeggen. Niemand had een behoorlijk antwoord. Behoorlijk gênant.

TONI ERDMANN

Vanaf 17/8 in de bioscoop.

door Niels Ruëll

‘Ik heb me door mijn eigen vader laten inspireren, maar hij was lang zo erg niet als Toni Erdmann. Ik was niet beschaamd voor hem.’ Maren Ade

‘Ook mijn ouders vragen me soms of ik gelukkig ben. Daar heb je ouders voor, toch?’ Maren Ade

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content