Even voorstellen: Mika, superster in spe. Hij heeft geen echte nationaliteit en ook geen achternaam, maar dat verhindert hem niet in ijltempo de wereld te veroveren met zijn indrukwekkende stem, jongensachtige branie en eigenzinnige pop – die zich ergens tussen Queen, Prince, Beck en de Scissor Sisters situeert. Nog voor zijn debuut ‘Life in Cartoon Motion’ overal uit is, mag Mika (23) zich al dé sensatie van 2007 noemen.

Hoezo u hebt de single Grace Kelly nog niet gehoord? Zorg dat u niet de laatste bent: de internationale pers put zich uit in lyrische bewoordingen om het nieuwe wonderkind van de pop aan te kondigen en hij is alomtegenwoordig in hitparades en tiplijstjes. Dat lag nochtans niet voor de hand toen Mika in 1983 geboren werd in Beiroet. Op zijn zevende sloegen zijn ouders op de vlucht voor de Libanese burgeroorlog en kwam hij in Parijs terecht, waar ze twee jaar later alweer de wijk namen nadat zijn vader was gegijzeld op de Amerikaanse ambassade in Koeweit. Uiteindelijk vestigden ze zich in Londen, waar Mika zich, getraumatiseerd door het vele verhuizen, opsloot in zichzelf. Muziek was zijn redding: ‘Ik schreef liedjes, niet omdat ik hoge ambities koesterde, maar omdat het een makkelijke manier was om een verhaaltje, een grap en vaak de waarheid te vertellen.’ Amper negen beslist Mika dat liedjes schrijven zijn lotsbestemming is én begint hij er geld mee te verdienen, van reclamejingles voor kauwgom tot opnames met het Royal Opera House. Onder de harde hand van een Russische zangleraar ontpopt hij zich tot klassiek geschoolde professional. Maar het is de wereld van het entertainment, een ‘magisch en betoverend parallel universum’, waar hij wil vertoeven. Na eerder te zijn afgewezen door zowat elke platenfirma, geeft hij de non-believers vandaag lik op stuk: zijn mix van Beck, Queen, Prince en Elton John met een toets Rufus Wainwright en zelfs een scheutje Harry Nilsson slaat internationaal gensters. ‘Ze wilden me kneden naar wat toen commercieel succes had en een zoveelste Craig David van me maken’, vertelt Mika. ‘Maar daar had ik nu eens geen zin in. Ik besloot te schrijven en te zingen wat ík wil.’

En kijk: ondertussen heb je een nummer 1-hit op zak. Had je verwacht dat het zo snel zou gaan?

Mika: Totaal niet. Maar ik wist wel dat mijn eerste plaat helemaal van míj moest zijn om mijn carrière te lanceren. Het moest een album worden dat niemand anders had kunnen maken, dat volledig mijn stempel droeg.

En ben je tevreden met het resultaat?

Mika: Ik prijs me gelukkig met alles wat nu gebeurt, maar ik weet ook dat ik nog een lange weg te gaan heb, zeker muzikaal en tekstueel. Die hele sfeer die nu rond mij wordt gecreëerd, ervaar ik daarbij eigenlijk vooral als een nadeel.

Je bent een klassiek geschoolde zanger: is dát een voordeel?

Mika:Ik doe veel dingen met mijn stem die je normaal niet hoort te doen omdat ze technisch niet helemaal koosjer zijn. Dankzij mijn klassieke training kan ik me dat permitteren zonder mijn stem te verliezen. Mijn ongelooflijk strenge Russische leraar heeft die typisch Russische discipline er bij mij ook echt in gedrild. Maar mijn klassieke scholing betekent niet dat ik nooit naar andere muziek heb geluisterd. Ik ben opgegroeid met klassiek, rock, folk en zowat alle stijlen daar tussenin: ik luisterde naar alles, van Joan Baez en Dylan tot Gainsbourg en flamenco.

Mocht dat wel van je leraar?

Mika: Ik hield dat voor mezelf. Ik had nooit posters aan de muur hangen, ik luisterde gewoon naar de muziek en dacht na over welk effect die op mij had. Voor mij betekende het de vrijheid om te doen wat ik wou doen. Ik kon luisteren naar kinderlijke Franse popliedjes en dan naar Shabba Ranks en me toch volledig normaal voelen. Het klinkt misschien dom, maar zo zat ik in elkaar. Ik ben zeker geen muzikale snob. Mijn smaak is de laatste jaren eclectischer geworden, maar ik merk dat ik toch steeds teruggrijp naar singer-songwriters met een eigen visie. Prince, Harry Nilsson, Elton John, zelfs Michael Jackson: zij maken liedjes die niemand anders kan brengen en dat is wat ik zelf ook altijd heb willen doen.

Toen je destijds met je muziek ging aankloppen bij Sony BMG-baas Simon Cowell – inmiddels berucht als jurylid in de Amerikaanse versie van ‘Idool’ – was die nochtans niet bepaald enthousiast.

Mika: Hij zei dat ik mijn energie verspilde als ik popmuzikant wilde worden. Cowell begreep mijn stijl van songschrijven gewoon niet. Hij zei toen wel iets dat ik nooit zal vergeten: ‘We hebben de liedjes, nu alleen nog de zanger.’ Meteen besefte ik dat die man in een heel andere wereld leeft dan ik. De muziekindustrie is niet één pot nat: je kan die op heel verschillende manieren benaderen. Maar je moet het Cowell nageven: in zijn wereld van gefabriceerde muziek en lifestyle is hij wel een marketinggoeroe.

Hebben ze jou ook tot de commercialiteit proberen te bekeren?

Mika: Een paar jaar geleden trachtte een groot label me te kneden naar wat toen commercieel succesvol was, en een zoveelste Craig David van me te maken. De bonzen wilden me een plaat laten fabriceren die volledig binnen de lijnen van de popverwachtingen lag. Ik voelde dat het een ramp zou worden. Toen heb ik besloten dat ik zou schrijven en zingen hoe ík wil. Daarover gaat Grace Kelly ook: ‘ Shall I bend over, shall I look older, just to be put on your shelf‘. Kwaad dat ik was! Die maatschappij had alle mogelijke middelen, maar geen ziel.

‘Grace Kelly’ ruikt sterk naar Queen. Ben je een hevige fan?

Mika: Niet zo hevig als men denkt. Omdat dat nummer een opgestoken middenvinger richting plantenindustrie is, koos ik gewoon voor de meest voor de hand liggende melodie: een typische koorsectie uit een klassieke opera. Vandaar de theatraliteit en waarschijnlijk ook de Queen-toon. Maar ik ben wel door Freddie beïnvloed, ja.

Ben je nooit bang om té anders te zijn?

Mika: Daar mag je niet bang voor zijn! Je mag geen schrik hebben om op te vallen. Als bazen me in een richting proberen te duwen die mij niet zint, zal ik protesteren. Daarom net heb ik Grace Kelly geschreven: als niemand anders een standpunt inneemt, dan doe ik het wel.

Wil je met een nummer als ‘Billy Brown’, over een getrouwde man die verliefd wordt op een andere man, ook iets vertellen over je seksuele geaardheid?

Mika: Ik zie niet in wat mijn eigen seksualiteit daarmee te maken heeft. Ik schrijf over veel dingen, moeten die allemaal autobiografisch zijn? Sommige van mijn liedjes gaan over heel persoonlijke dingen, zoals Any Other World over een vriendin die tijdens de oorlog in Libanon haar oog verloor, of My Interpretation over een relatiebreuk, maar dat hoeft toch niet altijd. Er wordt me wel vaker gevraagd waarom ik in mijn liedjes personages verzin. Vroeger was het nochtans heel gewoon dat je in songs kleine verhaaltjes vertelde – zelfs The Beatles knipten krantenartikels uit om er een lied over te schrijven. In de huidige tabloidcultuur lijkt dat niet meer te kunnen, heb ik de indruk: ze geven je het gevoel dat er altijd een persoonlijke betekenis achter moet zitten. Maar ik eis het recht op om over alles te zingen: van gezette vrouwen in Big Girl tot een gelukzalige dag in Love Today.

Je zou in een ver verleden nog voor amper 45 pond een kauwgomreclame hebben ingezongen…

Mika: Toen was ik nog een kind en waanzinnig goedkoop. Maar ik had wel veel werk. (lacht) Mijn moeder en ik renden van de ene job naar de andere, zonder ook maar enig idee te hebben hoeveel we eigenlijk mochten aanrekenen. 45 pond was al een droombedrag voor mij, wisten wij veel dat je daar gerust enkele nullen achter mocht zetten. En niemand voelde zich natuurlijk geroepen om ons daarover in te lichten. Ik herinner me ook dat ik eens naar British Airways belde om een vliegticket te bestellen en in de wachtstand acht minuten naar mijn eigen stem moest luisteren. Zéér pijnlijk.

© IFA / Vertaling en bewerking: Barbara De Coninck

Door Jeremy Allen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content