ONE BOOK TO RULE THEM ALL: DEZE ZOMER VRAGEN WIJ BEKENDE BOEKENVRIENDEN NAAR DAT ENE WERK DAT ZE HEN NOOIT MOGEN AFPAKKEN.

Als hij niet met zijn band Arsenal de zoveelste wei in brand steekt of zijn literaire helden achternareist – check zeker de fantastische documentairereeks Paper Trails –, zit Hendrik Willemyns met een boekje in een hoekje. Zij het geen romans, of toch niet meer, en daar is de betreurde dichter Ted Hughes schuldig aan.

‘Hughes’ bundel Crow is voor mij een heel belangrijk boek. Hij schreef het na de zelfmoorden van zijn vrouwen: zowel Sylvia Plath als zijn tweede vrouw Assia Wevill koos de gasoven om het ondermaanse te verlaten. Hoeveel tragiek kan een leven kennen? Zoveel miserie is bijna van een absurde theatraliteit. Crow bevat dan ook gitzwarte poëzie waarin een kraai achtereenvolgens toeschouwer, verteller en onderwerp is. Als ik het in twee woorden moet vatten: entertainend én verontrustend.

‘Het was mijn eerste kennismaking met de poëzie. Daarvoor had ik wel eens een braaf gedichtje van Herman de Coninck gelezen, maar dit blies me echt achterover, en sindsdien heb ik nauwelijks nog een roman aangeraakt. De bundel zelf kreeg ik cadeau van mijn goede vriend Johnny Whitney, zanger van de hardcoreband The Blood Brothers, met wie we samengewerkt hebben op onze plaat Lokemo. Het is zijn persoonlijke exemplaar, vol aantekeningen en neergekrabbelde tekstflarden, wat het nog zoveel kostbaarder maakt. Een geschenk voor mijn veertigste verjaardag trouwens, dezelfde leeftijd waarop Hughes Crow publiceerde. Misschien is het toevallig, maar die bundel leidde voor mij ook een donkere periode in. Na die openbaring ben ik maniakaal Engelstalige poëzie gaan lezen. Ja, ook de latere Birthday Letters van Hughes, dat een beetje als zijn magnum opus wordt beschouwd. Zeker in het begin evenaart hij Crow – zijn gedicht God Help the Wolf after Whom the Dogs Do Not Bark bezorgt me nog altijd rillingen -, maar verderop verzandt de bundel een beetje in zelfmedelijden.

‘Hughes heeft in zekere zin mijn leven veranderd, maar of dat ten goede was? Op dit moment ben ik aan een groot project bezig, een combinatie van film, muziek en poëzie waar ik nooit aan begonnen was zonder Crow. Een einddatum kan ik er niet op plakken. Het project doet me een beetje denken aan het onafgewerkte requiem van Mozart, misschien is het te groot om het nog in dit leven af te werken. En eindig ik ook met mijn hoofd in de gasoven.’

CROW (1970)

Ted Hughes

VOLGENDE WEEK

CHANTAL PATTYN

door Roderik Six – foto Filip Naudts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content