Met Lords of Acid en Praga Kahn verkocht ze over heel de wereld miljoenen platen. In de Verenigde Staten en Japan kennen ze Darling Nikkie dan ook al langer dan vandaag. Met haar eerste soloalbum probeert ze het nu ook in eigen land. Door Ben Van Alboom

Ben Van Alboom

cd ‘www.darlingnikkie.com’ (Mocca/Roadrunner)

in concert: 13/8, Marktrock Leuven

‘Sugarcane’ is de eerste single uit het album. Nochtans hoort het er niet helemaal op thuis.

Nikkie: Dat vind ik zelf ook. Het heeft trouwens weinig gescheeld of het stond er niet eens op. Sugarcane is het eerste nummer dat ik voor het album heb geschreven. Ik wist toen nog niet goed welke richting ik wou uitgaan en daarom klinkt het stukken vrolijker dan de rest van de plaat. De platenfirma wou het er uiteindelijk toch op en ondertussen is het inderdaad ook de eerste single geworden. Enerzijds ben ik daar nu zelf wel tevreden mee, maar anderzijds vind ik dat je het nummer na twee keer wel hebt gehoord. Het is een leuk popnummer, maar meer ook niet.

Is dat de reden waarom het nummer ook in een ruigere versie, als bonus track, op het album staat?

Nikkie: Neen, want eigenlijk is dat het origineel ( lacht). Toen ik aan het album begon te schrijven, zat ik nog steeds met Lords of Acid en Praga Kahn in het achterhoofd. Ik heb ook even overwogen om gewoon in dezelfde stijl verder te gaan, maar achteraf heb ik dan toch besloten om het nummer wat af te zwakken. Ik heb dus zeker niet voor de gemakkelijkste weg gekozen. Maurice zei me onlangs nog dat ik gek ben om niet gewoon in hetzelfde genre te blijven werken, maar ik had er gewoon geen zin meer in. Dat de originele versie van Sugarcane als bonus track op de plaat staat, is meer bedoeld als een herinnering aan wat ik vroeger deed.

Heb ik het bij het verkeerde eind als ik zeg dat het album schatplichtig is aan Massive Attack en Portishead?

Nikkie: Het is zeker niet de bedoeling geweest om iemand achterna te hollen, maar ik vind het in elk geval wel een compliment. Toen ik aan het album werkte, heb ik vooral naar vrouwen geluisterd als Jill Scott, Erykah Badu en Angie Stone. Voor mij zijn dat sterke muzikanten die verdomd goed weten waar ze mee bezig zijn. Dat betekent echter niet dat ik mijn muziek ermee wil vergelijken of dat ik zo arrogant zou zijn om te zeggen dat ik mij kan meten met Portishead en Massive Attack. Ik ben ook geen geschoolde muzikant. Vreemd genoeg heb ik me daar echter nooit aan gestoord. Precies omdát ik nooit aan een conservatorium heb gestudeerd, voel ik me minder beperkt in wat ik doe. Mijn moeder zei ook altijd dat muziek studeren iets was voor langharig werkschuw tuig ( lacht).

Heb je daarom alle nummers op het album alleen geschreven?

Nikkie: Ja, want enkel op die manier kon ik er zeker van zijn dat het mijn plaat zou worden. Ik heb natuurlijk wel verschillende muzikanten ingehuurd om dingen in te spelen, maar daar hield het ook op. Ik had geen zin om opnieuw met z’n drieën in een studio te zitten en mijn ideeën te zien verwateren tot er nog een klein stukje van overblijft. Misschien had het album wel professioneler geklonken als ik er meer mensen bij had betrokken, maar dan was het ongetwijfeld ook minder persoonlijk geweest.

Naar verluidt, ben je heel toevallig aan een muzikale carrière begonnen.

Nikkie: Zo zou ik het niet omschrijven. Ik wou altijd al zangeres worden, maar zonder Maurice was het er misschien nooit van gekomen. Ik kwam hem voor het eerst tegen toen ik op een avond naar een club ging waar een aantal alternatieve dansgroepen als A Split Second en Niki Mono optraden. Nu ging ik wel regelmatig eens naar een discotheek, maar wat ik daar hoorde, was volkomen nieuw voor mij. Maurice was er die avond ook en op een bepaald moment zie ik hem een meisje naar mij sturen die briefjes aan het uitdelen was waarop stond dat hij zangeressen zocht die in lingerie wilden optreden. Ik kon er toen eigenlijk niet om lachen, maar ’s anderendaags ben ik toch naar de auditie getrokken. Ik heb een cassette ingestoken en ben beginnen zingen. Nog geen twee seconden later had ik al een contract ( lacht).

Waarop je in lingerie het podium werd opgestuurd?

Nikkie: Veel moet je je daar niet bij voorstellen, hoor. Maurice was gewoon op zoek naar iemand die er goed uitzag en die op het podium ook de nodige uitstraling had. Ik heb bovendien van bij het begin gezegd dat ik geen babe was die er alleen maar goed uitzag. Ik had wel wat meer in mijn mars. Enkel aan het eerste nummer dat we samen hebben opgenomen, heb ik niet meegeschreven. Daarna deden we alles samen. Anders had ik het waarschijnlijk nooit zo lang uitgehouden.

In die beginperiode brachten jullie nummers uit onder een zo groot mogelijk aantal verschillende projectnamen. Waarom?

Nikkie: Dat was eigenlijk een spelletje van Maurice. Ik was het daar zelf niet mee eens, omdat ik vond dat hij op die manier onnodig veel verwarring schiep, maar Maurice wou niet van het idee afstappen. Het was zijn bedoeling om zich pas ernstig op iets toe te leggen als het echt aansloeg. Hij was nu eenmaal ook platenbaas van Antler en dus kon ik hem daar wel ergens in volgen. Op die manier is trouwens ook Lords of Acid ontstaan. We hadden een geweldig nummer geschreven en we vonden het wel een leuk idee om er een seksueel geladen tekst bij te schrijven. Wisten wij toen veel dat Sit On Acid zou uitgroeien tot een enorme clubhit in de Verenigde Staten.

Wanneer besefte je voor het eerst dat je beroemd was?

Nikkie: Dat is moeilijk te zeggen, omdat we altijd met zoveel verschillende projecten bezig waren. Ik denk dat ik er pas voor het eerst achter kwam toen we enorm veel bijval kregen met het nummer Rock to the Beat van 101. Aanvankelijk vond ik dat zelfs helemaal niet leuk, omdat ik een hekel had aan new beat. Met tegenzin trok ik dan ook naar een club om daar alleen het podium op te stappen en het nummer te lippen. Ik wou me er zo snel mogelijk van afmaken, tot ik zag dat iedereen uit zijn dak ging toen ik het nummer inzette. Mensen kropen zelfs het podium op om rond mij te komen dansen. Dat was nog niets, in vergelijking met de uitverkochte stadia die we later met Lords of Acid en Praga Kahn trokken in Japan en de Verenigde Staten, maar voor mij was dat toch een speciaal moment.

Ik kan me voorstellen dat jullie platen begin de jaren ’90 niet overal op hetzelfde enthousiasme werden onthaald.

Nikkie: Daar heb ik in elk geval niet veel van gemerkt. Je moet ook weten dat onze platen vooral aansloegen in het buitenland. Op een dag werden we gevraagd om op te treden in Top of the Pops naast Cher, Phil Collins en Right Said Fred. Op zich lijkt het bijzonder vreemd om zo’n bizar allegaartje in dezelfde uitzending te steken, maar in Groot-Brittannië ligt niemand daarvan wakker. Daar kan alles. We voelden ons er ook meteen thuis en niemand had kritiek op de dingen die we deden. In België ligt dat anders. De hitparade is hier één pot nat en als er dan al eens iets anders gemaakt wordt, vindt iedereen het slecht. We kwamen hier dan ook nooit echt aan de bak. Misschien is dat de reden waarom Hooverphonic onlangs nog in een interview in Humo zei dat zij de eerste Belgische groep zijn met een eigen sound. Sorry, ze zijn goed, maar geef toe dat als er iemand schatplichtig is aan Portishead het wel Hooverphonic zal zijn. New beat is de enige echte Belgische sound die er ooit is geweest.

En jullie waren de pioniers.

Nikkie: Wij niet alleen, maar wat wij gedaan hebben, is wel voor veel mensen een bron van inspiratie geweest. Wij waren ook de eerste Belgische groep die met breakbeats is beginnen werken. In Groot-Brittannië deden ze dat al langer, maar hier moest niemand ervan weten. Terwijl je nu op de radio bijna niets anders hoort. Ik vind trouwens dat er de afgelopen vijf jaar niet veel veranderd is op gebied van dansmuziek. Er worden nog wel goede dingen gemaakt, maar vaak is het huilen met de pet op. Daarom heb ik ook geen zin meer om nog langer dat soort muziek te maken. Ik wil mijn stem best nog lenen voor een aantal dansnummers, maar zelf hou ik me nu liever met andere dingen bezig.

Nog even iets over het album: in het boekje heb je het even over God. ‘I know she ’s everywhere’, zeg je. Is dat een drukfout?

Nikkie: Neen, absoluut niet. Voor mij is God onzijdig. In de bijbel wordt altijd over God gesproken alsof het een man is, maar zo denk ik er niet over. Ik zie God meer als een soort energie die in mij aanwezig is. Ik ben dus zeker niet gelovig in de zin dat ik elke zondag naar de kerk ga. Ik ben overigens ook niet voor de kerk getrouwd. Als iets ons zal scheiden, zal het de liefde zijn en niet de dood.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content