‘MIJN DROOM WAS NON WORDEN’

© CHARLIE DEKEERSMAECKER

Op de hoes van het persexemplaar van haar eerste cd plakt een sticker: ‘First solo-cd after Hooverphonic’ . Alsof ze die toelichting nog nodig heeft. Maar toch: vanaf 17 oktober begint de rest van het leven van Geike Arnaert. Het verhaal achter de geboorte van een soloster.

Een woensdagavond in september, Elsene, de indian summer doet zijn best. Ook achter een anonieme huisgevel kunnen ze er wat van. De ICP-studio is het RCSA Anderlecht van de Belgische studio’s. Aan de muren hangen platen en foto’s van wereldsterren die hier ooit hun muziek inblikten: David Byrne, Talk Talk en zelfs The Cure namen ooit op in ICP Brussels, Belgium.

Maar vanavond resideert hier een wereldster uit West-Vlaanderen: Geike Arnaert. Het is de laatste opnamedag van haar eerste soloworp For The Beauty of Confusion. Op de tafel staan lege champagneglazen. Achter het glas van de studio zingt Arnaert op hoge hakken en in een rode gloed het nummer 107 Windows de hemel in. Arnaert alleen met een pianist: toverachtig mooi.

Aan de andere kant van het glas praat ik met Sam Touzani. Negen maanden hebben ze aan deze plaat gewerkt, zegt hij. En hoewel hij weinig ervaring heeft met zwangere buiken of krakkemikkige beeldspraak: het had wel wat van een geboorte. Deze ochtend was Geike zelfs wat melancholisch opgestaan. Postnatale weemoed, zoiets. Na negen maanden opwinding moet de baby het nu zelf doen: opboksen tegen de critici en de rest van de wereld.

Sam Touzani is een Brussels acteur. Stand-upcomedian. Wereldberoemd ook, behalve in Vlaanderen. Een man, kortom, die weet hoe een straf verhaal in elkaar zit.

Vijf jaar geleden zagen hij en Geike elkaar voor het eerst in Brussel: op 01/10, het feest van de verdraagzaamheid. Hij presenteerde, zij trad op.

Op het eerste gezicht konden ze niet harder van elkaar verschillen. Hij een kind van Berberouders uit Marokko, zij een blond meisje uit de diepe Westhoek, van aan de IJzer. Zij nogal introvert, hij elke stilte volpratend. Maar op het tweede gezicht deelden ze veel. Allebei artiesten, groot geworden op het podium. Growing up in public, zoals Lou Reed ooit zong.

Op haar zeventiende stond Arnaert al op Roskilde. En de jaren daarna dweilde ze met Hooverphonic de wereldpodia af. Goddelijke stem, dat moest zelfs God erkennen. Maar ook één groot mysterie, de Belgische rock-‘n-rollversie van de Mona Lisa. Een beeld dat ze trouwens zelf voedde. Haar woorden op het podium waren schaars, haar interviews zo mogelijk nog schaarser. ‘Geike is niet alleen voor de pers en het publiek een mysterie’, zei Alex Callier drie jaar geleden in Knack Focus. ‘Na twaalf jaar intensief samen toeren, is ze dat ook nog voor mij. Ik heb bij haar thuis nog niet één voet binnen gezet! (…) Haar huwelijk en ook haar echtscheiding heb ik uit de krant moeten vernemen.’

Achter het glas zingt Geike zachtjes:

‘My coin has been tossed

Now I’m on the wrong side of this story

My stars have gone blue but I cannot say

I am sorry’

Ze speelde al langer met het idee om uit Hooverphonic te stappen, zegt Sam. Het was misschien ook tijd.

Net na de breuk met de groep vuurde de hopman van Hooverphonic een aantal oneliners af in interviews. ‘Callier weet perfect hoe de media werken’, zegt Sam. ‘”Hoe ga je daar nu op reageren?”, vroeg ik toen aan Geike. “Niet”, antwoordde ze. De honden blaffen, de karavaan trekt voort: die attitude. Ik vond dat niet alleen knap en integer, maar ook heel verstandig. Het typeert haar. Bij haar draait het alleen om muziek maken, niet om quotes. Onlangs vroeg ze me zelfs: “Zou ik interviews geven? Alles wat ik wil zeggen staat op die plaat.”‘

‘Weet je, oorspronkelijk hadden we een andere covertitel in gedachten: Queen of Moods. Geike heeft veel – wat ze in het Frans noemen – intelligence sensible. Misschien zegt ze niet veel, maar in een woord kan ze perfect een gevoel uitdrukken. Niet alleen in haar muziek, ook daarnaast. Ze heeft me behoorlijk veranderd, ja. Sinds ik bij haar ben, lees ik veel meer. Ik drink niet meer, rook niet meer…’

Clou van dit verhaal: Sam Touzani werd Geikes eerste luitenant bij het opnemen van For The Beauty of Confusion. ‘Maar’, benadrukt hij, ‘ik ben niet haar goeroe. En nog minder een dubbelganger van Callier. Het is haar plaat. Hoogstens heb ik hier en daar wat geholpen.’

De sessie is afgelopen. 107 Windows staat er verrassend snel op, in nog geen twee uur. Geike komt blij uit de studio. ‘Dat was het.’

We luisteren opnieuw naar het nummer. En nog eens. En nog eens. ‘Let er eens op wat voor een stembereik ze heeft’, zegt producer Frank Duchêne. ‘Een verschil van twintig decibel tussen de hoge en lage tonen, dat is uiterst zeldzaam. Maak je eigenlijk nooit mee.’

Is het niet moeilijk om te werken met iemand die toch niet echt als spraakzaam bekendstaat?

‘Nee’, antwoordt hij. Het helpt natuurlijk dat ik Geike al jaren ken (Duchêne was toetsenist in een van de oerversies van Hooverphonic; nvdr.). Toen we haar voor het eerst hoorden, wisten we direct: “Zij heeft het.” Geike was toen zeventien, een meisje. Vandaag is ze een artiest die erg goed weet wat ze wil. Werken met introverte mensen is helemaal niet zo moeilijk: je moet gewoon hun stiltes respecteren.’

De rode gloed in de ICP-studio’s dooft maar heel langzaam. De champagne ook. Geen spoor meer van postnatale weemoed.

Een paar dagen later, Brussel-stad, de indian summer draait overuren. Nieuw rendez-vous met Geike in de lobby van het majestueuze Hotel Metropole.

Duchêne had gelijk, van die decibels en stiltes. Ze praat stil – zelfs onze Sony ICD-®PX820 heeft af en toe moeite om haar te verstaan – maar tegelijkertijd heel luid en enthousiast. In naam van The Beauty of Confusion. Ze vraagt wat ik van de rest van de plaat vond.

‘Verrassend’, antwoord ik. ‘Verwarrend, soms. Maar ook mooi.’

Ze lacht, beetje verlegen en zegt dan: ‘Dank u.’

‘Dat was de bedoeling. Ik besef ook wel dat het geen gemakkelijke plaat is. Ik verwacht niet dat het onmiddellijk een inslaand succes wordt, het moet wat groeien. In elk geval mocht het geen herhalingsoefening worden van Hooverphonic. Niet dat ik dat verleden wil verloochenen of verkleinen. Integendeel, ik ben nog altijd heel trots op mijn Hooverphonicjaren. Het was een fantastische tijd, maar er was iemand in de groep die de lijnen uitzette hé. Ik had een uitvoerende rol. Iets interpreteren is een kwaliteit op zich, maar ik had de behoefte om creatief meer te betekenen. En het was moeilijk om nog uit een rollenpatroon te breken dat al klaar lag. Ik kan wel begrijpen dat Alex kwaad was omdat ik uit de band stapte. Maar ik had niet meer het gevoel dat ik eerlijk was tegenover het publiek. Het was op. Het nummer This Page gaat daar ook over: … The time to kill is now/ before this page is full/ before it overpowers/ clicking its heels/ kicking our anckles.

Drie jaar duurde haar retraite. Al nam ze in die periode wel nummers op met Bobbejaan Schoepen, met Spinvis ook. En ze haalde haar diploma voor de middenjury. ‘Dat diploma was voor mij niet belangrijk, wel het gevoel bij te leren’, zegt Geike. ‘Ik voelde me er zekerder door, onafhankelijker. Mijn hoofd zat vol vragen. Vroeger zocht ik altijd het antwoord bij anderen. Terwijl ik nu besef dat ik zelf het antwoord moet vinden. Dingen begrijpen, werkt voor mij heel bevredigend.’

Wat bijvoorbeeld?

‘Ik ben de laatste tijd heel veel bezig geweest met het gegeven ‘eindigheid’. Vroeger had ik het erg moeilijk met de dood. Dat het dan echt “tot nooit meer is”. Maar zodra ik daarmee leerde leven, raakte ik die angst kwijt. Begreep ik dat ik vooral nú moest leren leven. Vandaar For The Beauty of Confusion. Want het is allesbehalve negatief, het draagt iets moois in zich: het is een weg naar nieuwe manieren om naar de wereld te kijken.’

Ben je ook een Queen of Moods, zoals op de plaat?

‘Ja, ik hou van de grote emoties. Maar ik heb ze onder controle leren houden. (Lacht) Daar gaat de plaat ook over: mensen kijken liever weg van de donkerte, terwijl je daar veel van kunt leren. Waarmee ik zelfdes-tructie nu niet verheerlijk, maar…’

‘Kijk, ik ben opgegroeid in Westouter, een klein dorp aan de Franse grens. Mijn vader was postbode, mijn moeder huisvrouw. Ik ben heel trots op hen.’

‘Westouter is nog zo’n dorp waar de kerk in het midden staat en de mensen alles van elkaar weten. Dat wás soms beklemmend, maar tegelijkertijd gaf het ook een heel veilig gevoel. We leefden onder een beschermende stolp. Nu niet dat ik in “the little house on the prairie” woonde, maar toch…. Night time ‘round here gaat daar over: over het willen uitbreken uit een plaats waar je ver van de grootse mogelijkheden leeft. Waar veel mensen kiezen tussen de kerk of het café… waar alleen dromen soms een oplossing zijn.’

‘Toen ik op mijn zeventiende uitgekozen werd als zangeres voor Hooverphonic, werd mijn grootste droom werkelijkheid. Als klein kind speelde ik op het schooltoneel al de uitverkorene, het mooie meisje. Ik vond mezelf ook geschikt voor die rol. Verschrikkelijk pretentieus, ik weet het. Erger nog. Toen ik anderen die rol zag vervullen, dacht ik: “Nee nee, ik kan het beter.” (Lacht) Mensen moedigden me ook aan. “Hé, we willen jou horen zingen.” Later speelde ik in heel wat groepjes. En op het festival van Dranouter, dat vlakbij lag, zag ik grote artiesten als Suzanne Vega en Elvis Costello.’

‘Toen ik zangeres werd bij Hooverphonic, was dat een soort erkenning. Ik kon alleen maar heel gelukkig zijn met wat me overkwam. Ook al zag de wereld er toen helemaal anders uit. Nooit vergeet ik mijn eerste optreden met Hooverphonic in Zwitserland. Mijn uiterlijk werd helemaal omgegooid – mijn haar werd geknipt en ik werd totaal gerestyled…. Het was allemaal heel opwindend, maar tegelijkertijd was ik ook ontgoocheld in mezelf. Want ik had helemaal niet zo’n mooie egale stem als mijn voorgangster Liesje Sadonius. Ik voelde dat ik de rol invulde van iemand die vertrokken was. Gaandeweg is dat uiteraard verbeterd: ik leerde de nummers interpreteren, maakte ze mij eigen. Op een of andere manier begon het leven bij Hooverphonic op den duur zelfs heel vertrouwd aan te voelen. Met de jongens in de tourbus zitten, met hen op het podium staan: dat was ook ergens veilig. Leven onder een stolp. Daarom wil ik nu weer springen.’

‘Luister je soms nog naar dat verleden?’, vraag ik.

‘Naar de nieuwe zangeres van Hoover-phonic, bedoel je? Ik ben nog niet naar een optreden gegaan, nee. Maar ik hoor haar natuurlijk wel op de radio. Ze doet dat prima. Natuurlijk voelt het wel een beetje vreemd aan om nu iemand anders Mad About You te horen zingen. Maar anderzijds: ik wist dat dat er zat aan te komen.’

‘Ze is een heel ander type.’

‘Dat wel, ja. Ik was de mysterieuze frontvrouw die nooit sprak, hé. Misschien heb ik me wat te veel laten leiden door het imago dat mensen van me hadden. Heel gek: als je op het podium staat, denkt iedereen dat ze je kennen. Mensen waren ook altijd heel bezorgd over mij. “Het komt allemaal wel in orde”, moest ik hen bijna geruststellen. (Lacht)’

‘Tezelfdertijd was er ook iemand in de band die zei: “Ik voer het woord wel.” En dat is mij soms goed uitgekomen. Ik communiceer in mijn songs, maar de woorden ertussen zijn er vaak te veel aan. Ik was ongelofelijk blij toen ik onlangs PJ Harvey in het Koninklijk Circus zag optreden: ze zei niets tussen haar nummers. Gewoon haar songs en dat was het. Nu, ik ben van plan om meer te praten in de media. Ik kan me niet veroorloven om zoals pakweg Bob Dylan te zeggen: “Ik geef geen interviews.” Want ik wil natuurlijk wel dat iedereen weet dat ik een plaat gemaakt heb. Maar gemakkelijk is het niet: ik val over mijn woorden en heb vaak zin om stilletjes weg te kruipen.’

Een paar weken later, in een houten repetitiekot in een tuin in Ledeberg. Drie muzikanten spelen, gezichten naar elkaar. In het midden zingt Geike de ziel uit haar lijf.

Het is de eerste repetitie, vertelt Christophe Calis, maar vorige week deden ze al wel een showcase. Achteraf, op de achterbank van de auto, nog veel plezier gemaakt. Teksten van de plaat vertaald in het West-Vlaams. 107 Windows werd Min sterre is nu zwort enzo…

Ze moesten er hard om lachen.

Christophe behoort tot het A-team van de zangeres en trekt straks ook mee op tournee. Hij en Arnaert zijn buddies sinds jaren. Ze leerden elkaar kennen via de band van haar zus Kaat, Sutrastore, waar Christophe gitaar, keyboard en de laptop bedient. Allebei uitgeweken West-Vlamingen in de hoofdstad, dat scheelt.

‘Natuurlijk is Geike in al die jaren veranderd’, zegt Christophe. ‘Vroeger was ze chaotischer: ze durfde weleens een afspraak te missen. Zoals iedereen die jong is, zeker. Vandaag is ze heel ernstig met haar vak bezig. Ze beseft heel goed dat er verwachtingen zijn, that the world is watching her. Zo’n soloplaat maken vergt natuurlijk een hele organisatie.’

‘Vorige winter vroeg ze me of ik wilde meeschrijven. Afwisselend bij mij en bij haar in de woonkamer hielden we lange gesprekssessies. Dat vergeet ik nooit. Buiten was het koud. Binnen praatten we over alles: over filosofie, kunst, relaties…. ik mocht haar alles vragen en zij mij. Dat ging soms heel ver. En dat kun je alleen doen met mensen die je vertrouwt. Langzaam kwamen daar dan woorden uit die we in songteksten goten.’

‘Ik weet dat ze voor deze plaat heel diep in zichzelf gegraven heeft. Ze geeft zichzelf bloot en stelt zich heel kwetsbaar op. Vandaar ook dat ze vooral met oude bekenden werkt. Ze had trouwens geen betere titel kunnen kiezen dan For The Beauty of Confusion. Dat is Geike. Het ene moment introvert, een meisje uit Westouter. Het volgende moment extravert, een superprofessionele wereldzangeres.

‘Voor mensen die haar niet zo goed kennen, kan dat heel verwarrend zijn. Vandaar dat er heel wat vooroordelen over haar bestaan. Voor mij is ze vooral een heel dierbare vriendin. Wat ik nooit vergeet: tijdens die sessies deze winter begon Geike wat te zingen voor mijn zoon Djam. Hij was toen ongeveer zeven maanden en zijn reactie vergeet ik nooit: een mengeling van genot, verwondering, rust… ongelofelijk ontroerend.’

‘Ik zing nochtans zelden voor iemand apart’, gaat Geike verder. ‘Dat is te intiem, te confronterend. Op een podium staan, is iets anders. Over muzikanten zeggen ze weleens dat hun ijdelheid het haalt van hun schroom: bij mij is dat ook zo, vrees ik. (Lacht) Daarom dat ik ook zo naar die tournee uitkijk. Het is lang geleden dat ik nog eens op de bühne stond. De zaal op zich doet er niet zo toe. Natuurlijk is er een verschil tussen het Koning Boudewijnstadion of de AB. Maar het gaat vooral om de mensen. Vlamingen bijvoorbeeld zijn enorm aandachtig, maar ook kritisch. Het duurt even voor ze loskomen. Fransen daarentegen zijn altijd heel enthousiast, Nederlanders dan weer heel luidruchtig, maar die gaan er wel vaak helemaal in op…’

‘Vind je dat niet vreemd’, vraag ik, ‘dat je nu zelf een rolmodel bent?’

‘Ik heb niet het gevoel dat ik dat voor veel mensen ben. Misschien voor een paar meisjes, ja. En dan nog. Ik heb zelf ook rolmodellen gehad: Patti Smith, Johnny Cash, Joni Mitchell, Neil Young… Ooit heb ik zelfs even in een ziekenhuis doorgebracht. Omdat ik zo opkeek naar een kloosterzuster. Mijn grote droom was: worden zoals zij. Non, dus. (Lacht)’

‘Dat is niet helemaal gelukt precies.’

‘Niet helemaal, nee. (Lacht)’

De muzikanten willen weer beginnen. Net voor Geike opnieuw achter haar micro gaat staan, vertelt ze dat ze vannacht een vreemde droom had. Een die ze wel vaker droomt. Ze stond op het podium en was alles kwijt: haar teksten, haar muzikanten… Ze stond er helemaal alleen. De nachtmerrieversie van Spinal Tap, zoiets. Toen schrok ze wakker.

Buiten is de indian summer intussen officieel voorbij. Dat het nu maar gauw winter wordt. For The Beauty of Confusion.

FOR THE BEAUTY OF CONFUSION

Uit op 17/10 bij Bertus.

DOOR STIJN TORMANS – FOTO CHARLIE DEKEERSMAECKER

‘HET ENE MOMENT IS ZE INTROVERT, EEN MEISJE UIT WESTOUTER. HET VOLGENDE MOMENT EEN SUPERPROFESSIONELE WERELDZANGERES. VOOR MENSEN DIE HAAR NIET ZO GOED KENNEN, KAN DAT HEEL VERWARREND ZIJN.’ CHRISTOPHE CALIS, MUZIKANT

‘HOE GA JE NU REAGEREN OP DE UITSPRAKEN VAN CALLIER?, VROEG IK TOEN AAN GEIKE. “NIET”, ANTWOORDDE ZE. DE HONDEN BLAFFEN, DE KARAVAAN TREKT VOORT: DIE ATTITUDE. DAT TYPEERT HAAR. BIJ HAAR DRAAIT HET ALLEEN OM MUZIEK.’ SAM TOUZANI, VRIEND

‘Ik kan me niet veroorloven om zoals pakweg Bob Dylan te zeggen: “Ik geef geen interviews.” Maar gemakkelijk is het niet: ik val over mijn woorden en heb vaak zin om stilletjes weg te kruipen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content