MET DE WIND IN HET HART

KIMKE DESART op de vlucht richting Engeland in I'M THE SAME, I'M AN OTHER, alhier bekroond met de KNACK FOCUS JO RÖPCKE AWARD.
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Vier jaar na Lost Persons Area zet Caroline Strubbe haar innerlijke roadtrip verder met het even verstilde als uitgepuurde I’m the Same, I’m an Other.

I’M THE SAME, I’M AN OTHER ***

Caroline Strubbe met Kimke Desart, Zoltan Miklos Hajdu

Vier jaar geleden mocht de Truiense regisseuse Caroline Strubbe haar langspeeldebuut Lost Persons Area presenteren in Cannes; anderhalve maand geleden ging opvolger I’m the Same, I’m an Other in wereldpremière in Toronto. Om maar te zeggen dat Strubbe haar A-festivals echt wel weet uit te kiezen. Of beter: dat de A-festivals er Strubbe echt wel uit weten te kiezen. Haar beeldtaal en thematiek hebben dan ook iets even universeels als hermetisch: met so(m)bere breedbeeldtableaus, weinig woorden, veel sfeer, plus een tot op het bot ontbeend verhaal dat zich zowel in Sint-Truiden als in Cannes of Toronto zou kunnen afspelen. ‘Minimalisme’, heet zoiets, al is dat misschien niet de meest sexy term om een film mee te verkopen.

I’m the Same, I’m an Other begint waar Lost Persons Area eindigde – een sequel dus – al hoef je die voorganger niet gezien te hebben om het verhaal te begrijpen. Dat gaat over een Hongaar van dertig (Hajdu) die op de vlucht blijkt met een Belgisch meisje van een jaar of tien (Desart); die haar op een vrachtboot richting Engeland smokkelt en uiteindelijk een schuilplek vindt in een verlept kuststadje waar geen levende ziel ooit zijn vakantie wil doorbrengen. Wat de man en het meisje – Szabolcs en Tess heten ze – met elkaar te maken hebben? Wat er met de ouders van het rouwende en ontvoerde kind is gebeurd? Of de twee erin slagen, ondanks de spanningen, een vertrouwensband, een ersatzvader-dochterrelatie op te bouwen? Strubbe geeft de puzzelstukjes plagerig traag prijs, laat verklarende flashbacks achterwege en investeert meer in detail, sfeer en suggestie dan in grootse gestes of dito ‘emootsies’.

Net als Lost Persons Area, dat zich tussen de havenpilonen afspeelde, is ook dit tweede luik van Strubbes trilogie (normaal zien we dezelfde twee personages binnen vier jaar nog eens terug in deel drie) een spaarzame mix van roadmovie, suspensedrama en familietragedie. Imposante widescreenbeelden van havens, boten, wegen, hemels, zeeën en elektriciteitskabels komen ook nu veelvuldig terug; en ook deze keer zijn het gedesatureerde blauwgrijstinten die de drukkende sfeer zetten, terwijl sprekende stiltes en zeldzame dialogen worden afgewisseld met repetitieve muzikale patronen.

Wie geduld heeft en bereid is om mee te trekken met Szabolcs en Tess – door Engeland, maar vooral door hun hoofd – ontdekt een teder, integer en ingetogen gespeeld portret van twee geblutste zielen, met knap camerawerk van David Williamson, die Lost Persons Area-cinematograaf Nicolas Karakatsanis komt aflossen. Dat het tweede deel wat sleept – soms is het té uitgepuurd, té fragiel – en compacter had gekund, is daarom detailkritiek. Strubbe weet wat ze wil en hoe ze het wil, en heeft bovendien een equipe rond zich om die ambities, die verder reiken dan Sint-Truiden en omstreken, op het doek waar te maken. Het bewijs? Een selectie voor Toronto, lovende woorden van buitenlandse critici plus Knack Focus’ eigenste Jo Röpcke Award 2013.

Laat uw vooroordelen aan wal, kieper horloge en gsm overboord en laat de Noordzeewind door uw hart razen: u krijgt er een mooie, intimistische film voor terug.

DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content