MEET THE TWEEDYS

U kent het zonnige folkpopdeuntje Summer Noon misschien al uit de film Boyhood. Vanaf volgende week staat het ook op Sukierae van Tweedy, de semisoloplaat van Wilco-frontman Jeff Tweedy. Semi, want ‘een soloplaat uitgevoerd door een duo’, met zijn oudste zoon Spencer (18). Zijn jongste telg Sam (14) fungeerde als uitvoerend producent en zijn zieke vrouw Susan was altijd in hun gedachten. ‘Papa, dit ga je toch niet op plaat zetten?’

Spencer Tweedy, zelf net door zijn boyhood heen, speelde de drumpartijen, Jeff schreef de songs en speelde alle andere instrumenten. ‘Spencer is nu al een erg competente en zelfverzekerde drummer, met een ongelooflijke muzikale feel – heel uitzonderlijk voor iemand van zijn leeftijd’, aldus vader Tweedy. ‘Ook als hij mijn zoon niet was, zou zijn drumstijl mij omvergeblazen hebben. Daar ben ik van overtuigd.’

Zoonlief speelt al muziek sinds zijn tweede, ging toen hij zeven was als drummer aan de slag bij het groepje The Blisters en schrijft tegenwoordig ook zijn eigen, Wilco-achtige sololiedjes, die hij via Soundcloud met de wereld deelt. Hij werd geïntroduceerd aan de Wilco-fans in een documentaire over doorbraakplaat Yankee Hotel Foxtrot. Als knul van vijf of zes speelde hij zijn vader de drumpartij van het Wilco-nummer Heavy Metal Drummer voor. ‘Grappig, ik heb dat fragment pas onlangs voor het eerst teruggezien’, zegt Spencer. ‘Ik moet zeggen: ik heb er smakelijk om moeten lachen. (lacht) Wat ik daar ook probeerde, het leek in de verste verte niet op Heavy Metal Drummer.’

Waarom is Tweedy uiteindelijk geen solo- maar een duoproject geworden?

JEFF TWEEDY: Spencer en ik hadden in 2013 al samengewerkt voor One True Vine, een plaat van de soul- en gospelzangeres Mavis Staples die ik geproducet heb. Mavis heeft zowat haar hele leven lang muziek gemaakt met haar familieleden, in The Staple Singers. Ze vond het een leuk idee dat Spencer en ik de nummers zouden maken die zij nadien zou inzingen. Aanvankelijk dachten we dat onze basistracks in een later stadium door anderen overschreven zouden worden, maar iedereen had zoiets van: dit klinkt af! Dat was een revelatie voor mij. Spencer had zich ontpopt tot een volbloed studiodrummer – niet evident, want zelfs de beste livedrummers bevriezen wel eens tussen de vier muren van een studio.

SPENCER TWEEDY: We hebben zo veel plezier beleefd aan die Mavis Staples-plaat dat we nadien meteen met z’n tweeën aan Sukierae zijn beginnen te werken.

Het klikte wonderwel tussen jullie, dus.

JEFF: Absoluut, het was fantastisch. De werkwijze was helemaal anders dan ik gewend ben. Bij Wilco breng ik simpele akoestische songs aan, die de mannen extrapoleren naar iets heel onvoorspelbaars – iets dat klinkt alsof het door een klein rockorkest is gemaakt. Die aanpak is een van de sterktes van Wilco, maar het is ook een zeer tijdrovend proces. Met Spencer ging het allemaal moeitelozer. Meestal bedacht ik een akoestisch deuntje en nam ik dat op met mijn iPhone. Spencer kwam dan na school de studio binnengevallen om de drums in te spelen. Eén à twee takes, en dan stuurde ik hem naar huis om zijn huiswerk te maken.

Nochtans leunt een song als Diamond Light Pt. 1 heel sterk aan bij het experimentelere werk van Wilco, uit de tijd van Yankee Hotel Foxtrot.

SPENCER: Dat nummer is inderdaad op een andere manier tot stand gekomen dan de rest. Het drijft op een heel bizar drumloopje dat mijn vader op de computer geprogrammeerd had, en waar ik gedurende tien minuten overheen gedrumd heb. Een wonder dat je dat nog hebt kunnen bewerken tot iets wat op een song lijkt, paps. (lacht)

Jeff, Sukierae is de nickname van je vrouw – en Spencers moeder – Susan Miller. Zij is midden in de opnames aan een nogal brutaal gevecht tegen kanker begonnen. Is de plaat een ode aan haar?

JEFF: Een ode zou ik het niet meteen noemen, maar die albumtitel geeft wel aan hoe aanwezig Sue in onze hoofden was toen we de plaat maakten. In februari werd er bij haar een tumor in de borst vastgesteld, met uitzaaiingen in de botten. Uiteindelijk bleek ze non-hodgkinlymfoom te hebben, een zeldzame maar in haar geval goed te behandelen vorm van lymfeklierkanker. Maar tijdens de opnames van Sukierae waren we wel degelijk bang dat ze ongeneeslijk ziek zou zijn.

Was de muziek voor jullie een manier om daarmee om te gaan?

JEFF: Ja, het voelde goed om ondanks die haast ondraaglijke stress toch wat werk gedaan te krijgen, om eventjes te kunnen verdwijnen in de muziek. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik zo’n uitlaatklep heb voor pijn. Iedereen ziet wel eens af, maar ik kan er tenminste iets mee dóén. Als er één ding is dat muziek mij altijd heeft geboden – ook in de periodes waarin ik zelf met vreselijke angstaanvallen en migraines kampte – dan is het wel troost.

SPENCER: Het was zeker goed om in die bange periode de studio in te kunnen trekken, maar nog belangrijker was dat we thuis veel tijd met elkaar hebben kunnen doorbrengen. Voor mij was de muziek louter een extraatje.

Jeff, is Tweedy een soort compensatie voor de tijd die je vroeger niet aan je kinderen kon spenderen omdat je met Wilco in de studio zat of op tournee was?

JEFF: Nee, want ik heb altijd veel tijd gemaakt voor mijn kinderen. Was ik thuis, dan stond ik 24 uur per dag voor hen klaar; was ik niet thuis, dan was ik 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. Ze hebben nooit anders geweten dan dat ik soms weg ben. Ik heb me daar nooit schuldig over gevoeld, want ik heb er altijd voor gezorgd dat een tournee niet té lang bleef aanslepen. Dit project is niet meer dan een verlengstuk van wat wij al doen van toen Spencer en zijn jongere broer Sam nog heel klein waren. Naar muziek luisteren of muziek maken is ten huize Tweedy altijd een familieactiviteit geweest.

SPENCER: Ik denk dat we inderdaad niet veel closer konden worden dan we al waren. Deze plaat was er nooit gekomen als wij niet al zo’n hechte band hadden.

Met z’n drieën hebben jullie een bandje genaamd The Raccoonists, waarvan Sam de leadzanger is. Maar meer dan één b-kantje (bij een single van Deerhoof) is daar bij mijn weten nooit uit voortgekomen.

JEFF: Sammy is een geweldige punkrockzanger, maar hij deelt zijn zangkunsten liever niet met de rest van de wereld. (lacht) Dat weerhoudt ons er niet van om samen punk en noise te maken – niet in de studio, maar gewoon bij ons thuis in de kelder.

Sam staat in de credits van Sukierae vermeld als executive producer. Wat hield dat precies in?

JEFF:Van alle Tweedy’s heeft hij de beste muzieksmaak – van de obscuurste stuff van Brian Eno uit de jaren zeventig over krautrock tot de afrobeat van Fela Kuti, hij kent het allemaal.

SPENCER: Toen we hem op weg naar school ruwe versies van onze songs lieten horen, gaf hij eigenlijk heel waardevolle kritiek.

JEFF: Het joch is brutally honest: ‘Papa, dit ga je toch niet op de plaat zetten, hé?’ Dan wisten we dat er nog werk aan de winkel was. (lacht)

Slotvraagje: wat vonden jullie van Boyhood?

JEFF: Een meesterwerk. Al heb ik de film vóór de release gezien op een klein tv-scherm, en zou ik hem eigenlijk nog eens in de bioscoop moeten bekijken om me er een definitieve mening over te kunnen vormen. Anyway, ik ben er nog niet helemaal uit of ik het gebrek aan een plot nu een plus- of een minpunt vind.

SPENCER: Ik voelde me niet honderd procent comfortabel bij de manier waarop adolescentie afgeschilderd wordt – die existentiële crisis is nogal clichématig en het hoofdpersonage gedraagt zich soms te cynisch, naar mijn goesting. Maar als geheel vond ik het een indrukwekkende film. Een hele eer om daar een liedje aan te mogen bijdragen.

JEFF:I’ll Never Know, de slotsong van Sukierae, had er ook wel in gepast, bedenk ik me nu. Het nummer gaat over hoe ik als kind in het midden van de nacht naast mijn moeder in de zetel kroop en naar oude films zat te kijken. Zij had meestal niet door dat ik er was, omdat ze – met een brandende sigaret in haar mond – lag te slapen. Toch vond ik die momenten heel waardevol. (begint zachtjes te zingen)‘I loved to watch the ghosts of cigarette smoke, turning lithe and blue / And I loved the time we spent alone, that you never knew.’ Een heel levendige herinnering aan mijn eigen boyhood.

SUKIERAE

Vanaf 15/9 via dBpm / PIAS. Tweedy speelt op 15/11 in Het Depot in Leuven. Alle info: hetdepot.be

DOOR MICHAEL ILEGEMS

Jeff Tweedy : ‘MET MIJN ZOON MUZIEK MAKEN GING VEEL MAKKELIJKER DAN MET WILCO. IK NAM EEN AKOESTISCH DEUNTJE OP MET MIJN IPHONE. SPENCER SPEELDE NA SCHOOL DE DRUMS IN. ÉÉN À TWEE TAKES, EN DAN MAAKTE HIJ ZIJN HUISWERK.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content