Herman Brusselmans,Prometheus, 184 blz., E 16,95

Een eigen stijl is een van de stelregels voor het schrijven van een goed boek, zo meldde Brusselmans onlangs op Radio 1. Na twintig jaar in het vak en een enorme hoeveelheid schrijfwerk, is hij een echte stielman geworden, een schrijver pur sang. Tegenstanders zullen het eenheidsworst noemen – Brusselmans lijkt inderdaad een boek uit te brengen telkens hij een voldoende aantal pagina’s tekst bijeen heeft geschreven – maar het is verdomd lekkere worst. Mocht Verkindere tijdens voetbalwedstrijden plots een ander soort braadworsten verkopen, dan zouden we daar toch ook triest van worden?

Vroeg genoeg heeft Brusselmans ingezien dat iedereen fundamenteel alleen is (‘Wederzijds begrip is een kaakslag voor de taal.’), en hij dus niemand levenslessen kan meegeven. ‘Kleine beslissingen met kleine gevolgen, die zijn de fundamenten van onze levens’, en het is met die onbenulligheid dat hij ook Mank heeft gevuld. Het hoofdpersonage gaat een aantal keer naar de schoenlapper, ontmoet zijn badmintonleraar, overweegt de aankoop van een wagen, beslist Winston te gaan roken in plaats van Marlboro. Het lijkt De avonden wel, een halve eeuw later.

De handen vrij van een belerende taak, kan Brusselmans zich volledig richten op zijn unieke, onnavolgbare stijl. Snel en snedig, met een gezonde vorm van misantropie: ‘Het is een zegen dat het menselijke verkeer niet evolueert. Altijd dezelfde reacties, altijd dezelfde tics, altijd dezelfde onwennigheid met de uitgepuurde omgang tussen individuen die allemaal bestaan uit dezelfde soort vlees, dezelfde soort bloed, dezelfde soort botten.’ Cynisch ook: ‘Mijn grootvader zaagde al dat hij dood wilde toen hij zestig was en bij dat zagen kreeg hij veel steun van m’n grootmoeder. “Doe gif in ons eten”, zeiden ze dan tegen mijn moeder, die voor hen kookte.’ Maar terwijl cynisme meestal snel verveelt omdat verbittering doorschemert, heeft Brusselmans duidelijk rust gevonden. Hij probeert niet hardnekkig gelukkig te zijn, hij trapt niet woest om zich heen en het cynisme is op die manier vooral zeer grappig. Duivels hoe het hoofdpersonage in Mank relaties spaak laat lopen en ronduit hilarisch zijn de plastische beschrijvingen van het fysiek geweld.

Brusselmans is een ouderwetse jongen geworden, met veel meer mededogen. Hij omschrijft de hemel als ‘Dag zeggen, wuiven, glimlachen, en uitkijken naar etenstijd, want dan is het altijd gezellig. Na het eten een Marlboro. De hemel vol rook, dat beeld staat me wel aan.’ De schitterende scheldtirades zijn niet langer ingegeven door woestheid maar door vakkennis. Het maakt een uithaal als ”t Is niet omdat je gek bent op boeken dat je ze zelf moet vullen’ ook veel doeltreffender. Hopelijk mag Brusselmans dat zelf nog decennialang doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content