‘MAN, WAT BEN IK TOCH GENIAAL!’

In Django Unchained doorzeeft Quentin Tarantino de spaghettiwestern op zijn ondertussen typische wijze. Gevolg: een zoveelste spervuur van lof, kritiek en commotie. Hollywoods populairste outlaw over Duitse tandartsen, the n-word en zijn pensioen. ‘Of ik nu meer zelfvertrouwen heb? Is dat wel mogelijk?’

DJANGO UNCHAINED

Vanaf 16/1 in de bioscoop.

Doet ie ’t of doet ie ’t niet? In Antwerpse cafékringen is het ondertussen een retorische vraag, maar in Hollywood heb je naar het al dan niet vermeende cocaïnegebruik van een gesprekspartner meestal het raden. In elk geval gedraagt Quentin Tarantino zich ontzettend verdacht in het New Yorkse Ritz-Carltonhotel, als we hem kunnen spreken over zijn nieuwste film Django Unchained. Humorloos, defensief, vol van zichzelf, noem maar op. Een andere verklaring: de net niet vijftigjarige scenarist-regisseur is het slachtoffer van zijn eigen succes.

Zo’n twintig jaar geleden brak de voormalige videotheekbediende door met Reservoir Dogs (1992), een postmoderne gangsterklassieker vol onvergetelijke dialogen, visuele vernuftigheden en cinefiele knipogen die een hele generatie filmmakers beïnvloedde. En die film was nog maar het begin van Tarantino’s gefoefel met genres. Met Pulp Fiction (1994) en Jackie Brown (1997) volgden nog twee odes aan de gangsterprent, nadien serveerde hij het martial-artstweeluik Kill Bill: Vol. 1 en 2 (2003-2004) en in Death Proof (2007) vierde hij zijn liefde voor bedenkelijke slasher- en car chase-films bot.

Dat Tarantino het van cool kid in town tot leader of the pack had geschopt, werd helemaal duidelijk met zijn vorige film, Inglourious Basterds (2009). Die mash-up van WOII-films, wraakthrillers en ander B-materiaal bracht wereldwijd meer dan 300 miljoen dollar op, een bedrag dat normaal alleen is weggelegd voor voorgekauwde blockbusters. Toch beweert de cineast dat het succes van die film weinig veranderd heeft: ‘Op financieel vlak ben ik er natuurlijk beter van geworden’, zegt hij. ‘En het spreekt vanzelf dat ik even in een roes van roem en overwinning zat. Maar meer zelfvertrouwen? Dat denk ik niet.’ ‘Was dat wel mogelijk?’ voegt hij er enkele seconden later doodserieus toe.

Eén ding beseft Tarantino wel maar al te goed: zonder de triomf van Inglourious Basterds had hij voor zijn nieuwste project nooit het groene licht gekregen. Django Unchained is een bijna drie uur durende spaghettiwestern vol dwaze dialogen, groteske gewelduitbarstingen en karikaturale knipogen naar een van de donkerste bladzijden uit de Amerikaanse geschiedenis: de slavernij. Jamie Foxx (Ray, Collateral) kruipt in de huid van een lijfeigene die twee jaar voor het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog bevrijd wordt. Samen met zijn redder, een door Inglourious Basterds-revelatie Christoph Waltz vertolkte tandarts-premiejager, gaat hij op zoek naar zijn geliefde Broomhilda. Die queeste leidt het duo naar de plantage van Calvin Candie, een sardonische slavendrijver, met veel overgave gespeeld door Leonardo DiCaprio.

Het project stond al geruime tijd op Tarantino’s wish list. Als kind was hij al gek op spaghettiwesterns, en Sergio Leone’s Dollar-trilogie – A Fistful of Dollars, For a Few Dollars More en The Good, the Bad and the Ugly (1964-1966) – waren, na de verplichte Disneyfase, de eerste ‘volwassen’ films die hij te zien kreeg. Zijn moeder was immers verkikkerd op Clint Eastwood. Het uitgangspunt van Tarantino’s verhaal – een slaaf die zich ontpopt tot wraakengel – bedacht de filmmaker al in 2000, maar de grote doorbraak – ‘mijn eurekamoment’ – kwam tijdens de promotour van Inglourious Basterds. ‘In mijn kamer in een Japans hotel zag ik plots de intro waarin de Duitse premiejager Django bevrijdt helemaal voor me. Ik heb als een gek het briefpapier dat daar lag vol zitten pennen.’

Op de vraag of Waltz, die voor zijn vertolking van SS-kolonel Hans Landa in Inglourious Basterds een Oscar won, het personage van de tandarts-premiejager uit Düsseldorf inspireerde, antwoordt Tarantino ontwijkend: ‘Zo’n personage bedenk je natuurlijk niet zomaar. Tegelijkertijd ga ik tijdens het schrijfproces nooit bewust te werk. Ik laat het werk uit me vloeien.’ Aanvankelijk had Tarantino Will Smith voor ogen als hoofdrolspeler, een idee dat hij nu een van de slechtste uit zijn carrière noemt. ‘De man had niet alleen zijn bedenkingen bij het ‘overmatige’ gebruik van het woord nigger in de dialogen, maar ook tegen de opbouw van het verhaal. Hij wilde eerst eens goed praten. Helaas, op die manier ga ik niet te werk.’

De regisseur begon aan een zoektocht naar zijn Django. Acteurs als The Wire-gezichten Idris Elba en Michael K. Williams behoorden tot de kanshebbers, maar na een ontmoeting met Jamie Foxx hakte hij de knoop door. ‘De rol was hem op het lijf geschreven. Jamie is in Texas geboren, zat al op jonge leeftijd in het zadel en heeft nu nog steeds een paard.’ Maar met de casting van Foxx waren de productieproblemen nog lang niet van de baan. De opnames liepen in die mate uit dat bekende namen als Joseph Gordon-Levitt, Sacha Baron Cohen, Kurt Russell en Kevin Costner zich genoodzaakt zagen verstek te geven. Iets waar Tarantino duidelijk weinig begrip voor heeft: ‘Als iemand me in de steek laat, ben ik onverbiddelijk. Dan sluit ik de deur voorgoed.’

Geruchten over een helse sfeer op de set wuift de regisseur weg: ‘Als je een zware film zoals Django Unchained draait, durven de emoties wel eens op te laaien.’ Daarom ging Tarantino op zoek naar manieren om iedereen de kans te geven om stoom af te blazen. Tussen takes door draaide hij muziek en vertelde hij moppen. Daarnaast trakteerde hij op shotjes tequila als er weer eens honderd filmrollen waren gevuld. ‘Op die momenten was er nergens nog een nuchter cast- of crewlid te bekennen. Misschien dat sommige individuen dat als hels ervoeren.’

Maar ook nu de film af is, woedt de storm verder. Enkele prominente figuren uit de zwarte gemeenschap – onder wie collega-filmmaker Spike Lee – zijn onthutst vanwege het veelvuldige gebruik van het woord nigger. Tarantino reageert gelaten: ‘Ach, dat commentaar achtervolgt me al jaren. Ditmaal houdt het nog minder steek dan anders. Het gaat om een historisch drama. Als ik the n-word niet had gebruikt, had ik gelogen. Is dat wat die lui willen?’ Ook voor de criticasters die Django Unchained als een doorslagje van Inglourious Basterds afdoen, heeft Tarantino weinig begrip. ‘Ze schrijven dat ik een formule gevonden heb. Sorry, maar dat is je reinste onzin. Originaliteit is mijn hoogste goed. Het klopt dat ik in mijn twee recentste films de geschiedenis herschrijf – ik vind het nu eenmaal supercool om gedoodverfde underdogs als de Joden of de zwarten te zien zegevieren. Maar verdere gelijkenissen zie ik niet.’

Als ondergetekende wijst op een andere gemene deler, namelijk Mel Brooks-achtige gags die in zijn vroeger werk niet te bespeuren waren, reageert de regisseur geschoffeerd: ‘Dat is niet meteen de origineelste opmerking van de dag. Veel andere journalisten kwamen er ook al mee op de proppen. Ik begrijp er niks van. Brooks maakte pure parodieën, ik fris genres op.’ Dus het klopt niet dat de prachtige beelden van Django die zijn pistoolvaardigheden oefent in de sneeuw ondermijnd worden door het tegenshot van een als schietschijf fungerende sneeuwman? ‘Ben je nu helemaal gek geworden? Toen ik die scène schreef, dacht ik bij mezelf: Man, wat ben ik toch geniaal. Die pop is niet alleen grappig, maar ook origineel. Had ik onze held op blikjes moeten laten schieten? Dat hebben we al zo vaak gezien.’

Ook op positieve commentaar reageert Tarantino lauw. Zo vindt hij alle parallellen tussen Django en de eerste zwarte president van Amerika vergezocht. ‘Ook als Obama de verkiezingen niet had gewonnen, had ik deze film gemaakt. Ik vind het veel interessanter dat mijn film op hetzelfde moment uitkomt als Lincoln van Steven Spielberg. Slavernij is een onderwerp dat door de filmgeschiedenis heen amper wordt aangeraakt en plots heb je twee grootschalige projecten met een gelijkaardig thema.’ Dat is op en top Tarantino. Zolang het over film én niks dan film gaat, is hij in zijn nopjes. Hij begint dan ook te glunderen als Don Johnson wordt vermeld: het Miami Vice-icoon duikt in Django Unchained op als een wreedaardige plantage-eigenaar. ‘Hij is altijd een van mijn favoriete acteurs geweest. Ik heb hem lang vóór Miami Vice ontdekt. In de seventies speelde hij in tal van cultfilms mee, zoals de hippieprent The Magical Garden of Stanley Sweetheart, rock-‘n-rollwestern Zachariah en racefilm Return to Macon Country.’

Als het gesprek richting digitale downloads laveert, toont de cineast zich opnieuw van zijn kregeligste kant. ‘Mensen die films op hun computerscherm bekijken, verdienen wat mij betreft het schavot. Ik zweer trouw aan mijn home collection. Videocassettes, laserdiscs, dvd’s, dat zijn tastbare dingen die je verbonden doen voelen met wat zich op het scherm afspeelt. Ik heb echt een bloedhekel aan al die digitale shit!’ De recente evoluties in het filmlandschap zitten hem duidelijk hoog. De studiobonzen onthaalden zijn vraag om Django Unchained enkel op 35mm-kopieën uit te brengen op hoongelach. Nu hij beseft dat de digitale opmars niet meer te stuiten is, denkt Tarantino erover om zijn camera voorgoed aan de wilgen te hangen. ‘Geef mij maar het ouderwetse, analoge filmprocedé. Dat is misschien niet volmaakt, maar er gaat wel een magie van uit die al die uit nullen en enen opgetrokken beelden missen.’

Het is niet de eerste keer dat Tarantino over zijn pensioen begint. Waarmee zal hij zich dan bezighouden als hij niet meer filmt? ‘Schrijven, schrijven en nog eens schrijven. Ik heb genoeg ideeën om een grote boekenkast te vullen. Van uitdagende fictie over algemene filmliteratuur tot diepgaande scriptanalyses: het zit allemaal in me te borrelen. Ik was sowieso nooit van plan om na mijn zestigste nog films te maken. Veel regisseurs besmeuren hun cv met rotzooi die ze op latere leeftijd maken. In die val ga ik niet lopen. Ik wil terug kunnen kijken op een foutloos parcours.’

DOOR STEVEN TUFFIN

Quentin Tarantino ‘DJANGO UNCHAINED IS EEN HISTORISCH DRAMA. ALS IK THE N-WORD NIET HAD GEBRUIKT, HAD IK GELOGEN.’

Quentin Tarantino ‘VEEL REGISSEURS BESMEUREN HUN CV MET ROTZOOI DIE ZE OP LATERE LEEFTIJD MAKEN. IN DIE VAL GA IK NIET LOPEN. IK STOP OP MIJN 60e.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content