Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

‘Naar een opname luisteren, is zoals ontucht plegen bij een foto van Marlène Dietrich’, aldus de grote dirigent Sergiu Celibidache. Platen zijn een plezier, maar ook een plaag. Voor je het beseft, kom je je deur niet meer uit. Deze klassieke platen moeten u binnen de twee weken in de zaal krijgen.

DE KLASSIEKE PLAAT: SCHUBERT, FORELLENKWINTET

Gilels, Amadeus-Quartett, Zepperitz (Deutsche Grammophon)

HET CONCERT

JAN VERMEULEN & FRIENDS

2/3, 20.15 uur, Handelsbeurs, Gent, handelsbeurs.be; 3/3, 15 uur, Amuz, Antwerpen, amuz.be

Die Forelle van Franz Schubert is een vroegromantisch kunstlied, maar schopte het net zoals Der Lindenbaum in Duitsland tot volkslied. Die Forelle blijft niet alleen om zijn kenmerkende begeleidingsriedeltje (dat een kwieke beekforel verklankt) aan de binnenkant van je oor plakken, maar ook om zijn melodie en tekst. De vrolijkheid aan de oppervlakte is maar schijn: het beeld van de forel, die tegen de stroom in zwemt, dient hier een sleutelvertelling over de tekstdichter, Schubart (mind the vowel), die werd opgesloten omdat hij tegen de Jezuïeten – alweer zij – polemiseerde. Maar goed, Schubert was een van de vele componisten die de gewoonte had regelmatig thema’s van eigen makelij opnieuw te gebruiken in andere composities. Dat deed hij met het genoemde lied in het vierde deel van een ambitieus en merkwaardig bezet kwintet voor piano, viool, altviool, cello en contrabas, daarom ook Forellenkwintet genoemd. Ik beveel u hierbij twee nogal diametraal tegengestelde lezingen aan. Op plaat die van de doden, in het echt die op periode-instrumenten.

DE KLASSIEKE PLAAT: BRAHMS, STRIJKKWARTET NR. 3 OPUS 67

Alban Berg Quartett (Teldec)

HET CONCERT

ARCANTO QUARTET

7/3, 20 uur, deSingel, Antwerpen, desingel.be

Nu ik u met enige regelmaat ook oude platen mag aanbevelen, dringt zich een vraag op: kan ik die oude platen eigenlijk om andere dan nostalgische redenen aanbevelen? Het antwoord is waarschijnlijk ja, maar wat die objectievere, hogere redenen precies zijn, daar raak ik niet uit. Als iemand Brahms opus 67 zegt – dat is zijn derde strijkkwartet – denk ik meteen: Alban Berg Quartett, 1975. Dat houdt niet alleen het midden tussen autisme en beroepsmisvorming. Nee, ik was simpelweg een fan van ABQ, zolang het bestond, én ik heb met de strijkkwartetten van Brahms kennisgemaakt via deze plaat. Nu heb ik het eerste kwartet van Brahms, opus 51/1, live ooit beter gehoord. Tenminste: dat denk ik. Het was in het Brusselse conservatorium, een van de eerste concerten van Arcanto Quartet, het fenomenale hobbyproject van vier solisten: altiste Tabea Zimmermann, violisten Antje Weithaas en Daniel Sepec, en cellist Jean-Guihen Queyras. Ik twijfel er geen moment aan dat ze het derde kwartet met evenveel respect en vuur zullen behandelen. U krijgt er overigens Mozart en Hindemith bij.

RUDY TAMBUYSER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content