Met The Canyons tekent Taxi Driver-scenarist en American Gigolo-regisseur Paul Schrader voor de meest trashy titel van het 40e Gentse filmfeest. Wat wil je, met hoofdrollen voor Lindsay Lohan en pornoster James Deen, een script van Bret Easton Ellis, een microbudget en een allesbehalve rimpelloze shoot. ‘Maar ik zou het onmiddellijk opnieuw doen!’

Misschien een tikkeltje ongewoon, maar als smaakmaker voor dit interview verwijs ik met klem naar het New York Times-artikel Here Is What Happens When You Cast Lindsay Lohan in Your Movie. Zelden zo’n hallucinant productieverslag gelezen. En la Lohans alsmaar aberrantere gedrag – van no-shows over openbare dronkenschap tot het weigeren van een cruciale naaktscène – is dan nog het voorspelbaarste element van de filmische kettingbotsing die The Canyons heet.

Om hun sputterende carrières nieuw leven in te blazen investeerden filmmaker Paul Schrader en auteur Bret Easton Ellis samen met hun producent elk 30.000 dollar in een door Ellis gepende thriller over een geschifte Hollywoodproducent en diens wulpse vriendin. Via crowdfundingsite Kickstarter vergaarden ze de rest van het budget van 250.000 dollar. Crewleden kregen 100 dollar per dag betaald. En voor het filmmateriaal, de sets en de rekwisieten brak men het wereldrecord string pulling.

Lang voor Lohan in beeld kwam, leidde de casting van James Deen, een populaire pornoster met meer dan duizend titels op zijn cv, al tot de nodige controverse. Dat die The Canyons louter als een mainstreamtussendoortje beschouwde – lees: zijn adult-entertainment-afspraken gingen voor – zorgde er bovendien voor dat het draaischema meermaals omgegooid moest worden. Iets wat een gereputeerde driftkikker als Schrader allesbehalve amuseerde.

Toch blijft de inmiddels 67-jarige generatiegenoot van Martin Scorsese, Brian De Palma en Steven Spielberg, die zowel subversieve mainstreamtitels als uitdagende indieproducties op zijn naam heeft staan, zijn nieuwste prent met hand en tand verdedigen – dat komt hij overigens ook in eigen persoon in Gent doen. Sterker nog: de weigering op filmfestivals als Sundance en South by Southwest, de vernietigende kritieken, de Amerikaanse video-on-demandrelease maakten de zoon van strenge calvinisten alleen maar strijdlustiger.

Ook als ik Schrader vraag of hij het allemaal de moeite waard vond, aarzelt hij geen seconde: ‘Ik zou het onmiddellijk opnieuw doen. Dat ik zoiets op mijn leeftijd nog heb mogen meemaken, vind ik ongelooflijk. Ik ben er zeker van dat The Canyons in de filmgeschiedenisboeken zal terechtkomen als een gewaagd experiment in DIY filmmaking. Dat vooruitzicht stemt me enorm tevreden.’

Toen Lindsay Lohan verstek gaf voor de internationale première van The Canyons in Venetië merkte je nochtans op dat je je eindelijk bevrijd van haar voelde. Je noemde haar zelfs je ‘gijzelaar’.

PAUL SCHRADER: Dat betekent nog niet dat ik spijt heb van haar casting. Lindsay is en blijft een magisch wezen. Op haar best heeft ze een Marilyn Monroe-achtige kwaliteit die je in het hedendaagse Hollywood amper tegenkomt. Bovendien paste ze met haar gekreukelde reputatie perfect bij ons project. Omdat het budget zo laag lag, moesten we met niets of niemand rekening houden. We moesten Lindsay zelfs niet verzekeren. In het ergste geval was ze afgehaakt en waren wij onze investering kwijt. Wel, die gok nam ik maar al te graag.

Waarin schuilt haar magie precies?

SCHRADER: Dat is onmogelijk in woorden te vatten. Kijk maar naar Tom Cruise. Er zijn duizenden kerels die op hem lijken, maar geen enkele straalt een soortgelijke aantrekkingskracht uit. Waarom net hij onze aandacht blijft trekken? Op die vraag heeft niemand een antwoord. Anders zouden er in Hollywood nog veel meer rijke stinkerds rondlopen.

Je was allesbehalve overtuigd van James Deens acteerkwaliteiten. Hoe wist Bret Easton Ellis, die hem voorstelde, je toch te overhalen?

SCHRADER: Door te pushen, zoals alleen hij dat kan (lacht). Na een tijdje begon ik Brets gedachtegang te volgen. Uit tests en ontmoetingen bleek James ook getalenteerder te zijn dan verwacht. Tegelijk vond ik het een interessant gegeven twee figuren uit outsider cultures – het celebritywereldje en het pornomilieu – tegenover elkaar te zetten. Zo’n combinatie kon niet anders dan vonken geven. Zeker als je daar ook nog eens Bret en mezelf aan toevoegt.

De meeste mensen van jouw leeftijd zouden zo’n explosieve mix van ’talent’ juist vermijden.

SCHRADER:(gniffelt) Dat moeten zij weten. Zonder lui als Lindsay, James of Bret zou ons bestaan ontzettend saai zijn.

The Canyons begint en eindigt met beelden van gesloten bioscopen. Je hoogstpersoonlijke aankondiging van de dood van de cinema?

SCHRADER: Integendeel: cinema is springlevend. Alleen de manier waarop films bekeken worden, is drastisch aan het veranderen. Het tijdperk van de multiplexen loopt op zijn eind. Alles wordt gespecialiseerder, van gigantische imaxschermen over piepkleine arthousebioscopen tot een steeds uitgebreider video-on-demandaanbod. Film is net zoals alle andere kunstvormen constant in beweging en op dit moment zitten we in een maalstroom van evoluties. Niet alleen de plaats waar je kijkt maar ook de duur van film is in volle ontwikkeling. De langspeler zoals we die al honderd jaar kennen, zal nooit verdwijnen. Tegelijkertijd kun je argumenteren dat je een serie als House of Cards of een korte YouTube-clip ondertussen ook als films kunt beschouwen.

2001: A Space Odyssey thuis op een plasma-tv bekijken is toch net iets anders dan op een reusachtig bioscoopscherm.

SCHRADER: Als Kubrick nog leefde, zou hij zich dan ook volledig op de event cinema storten. Imax, digitale 3D, noem maar op: hij zou het allemaal omarmen. Een kunstenaar moet met zijn tijd meegaan. Net daarom heb ik The Canyons gedraaid. Een budget vergaren via crowdfunding, sociale media inzetten als promotool, een video-on-demandrelease: het was allemaal onbekend terrein voor me. Met andere woorden, enorm spannend.

Voor herhaling vatbaar dus?

SCHRADER: Dat hoor je me niet zeggen (lacht). Zoiets unieks kun je niet overdoen. Mijn volgende film wordt een grote internationale productie met Nicholas Cage in de hoofdrol. Meer kan ik er niet over kwijt.

Cage in Bringing Out the Dead, Robert De Niro in Taxi Driver en Raging Bull, Willem Dafoe in Light Sleeper: je scenario’s barsten van de autodestructieve personages. Een blik op je grillige cv roept de vraag op of je ook niet op professionele zelfvernietiging uit was.

SCHRADER:(zucht) Het is inderdaad een mirakel dat ik nog steeds aan het werk ben. Dat heeft voornamelijk met veerkracht te maken. Grote studiofilms, kleine indieprojecten en nu een microbudgetprent: zolang ik iets interessant vind, pas ik me aan. Verveling is mijn grootste vijand. Van zodra ik het gevoel heb dat ik in herhaling val, haak ik af. Ik zou toch maar indutten op de set. Vandaar al die eigenaardige titels op mijn cv.

Afgelopen zomer flopte de ene blockbuster na de andere…

SCHRADER:(onderbreekt) Dat stond in de sterren geschreven. Er waren simpelweg te veel films op hetzelfde moment. Bovendien ging het om peperdure producties gemaakt voor de grootste gemene deler – of nog sterker: amper van elkaar te onderscheiden massaproducten. Je kunt de kijker niet langer behagen met één soort film. De digitale revolutie heeft het interesseveld van het publiek eindeloos verbreed.

Misschien is dat goed nieuws voor de existentiële held, de complexe protagonist waarover je in een essay schreef dat Hollywood hem vervangen heeft door een oppervlakkige, ironische held die vooral met uiterlijke uitdagingen geconfronteerd wordt?

SCHRADER: Zo simpel is het niet. Onze samenleving raakt steeds meer gefragmenteerd. Er zijn geen zekerheden meer. Kunst wordt dezer dagen gekenmerkt door richtingloosheid. Hetzelfde geldt voor de Amerikaanse politiek. Die wordt lamgelegd door het ontbreken van een stabiel centrum.

Quentin Tarantino was er niet bepaald mee opgezet toen je hem bestempelde als de koning van de ironische held. Het weerhield hem er niet van om David Bowies titelnummer van jouw Cat People-remake te gebruiken in Inglourious Basterds.

SCHRADER: Je kunt de man moeilijk ongelijk geven (lacht). Het blijft een fantastische song. Onbegrijpelijk dat ik hem voor de eindtitels heb bewaard. Ik had de film ermee moeten beginnen. Wat Tarantino’s oeuvre betreft: Pulp Fiction is ongetwijfeld een mijlpaal in de filmgeschiedenis die de regels van het spel heeft herschreven en de horizon verlegd. De speeltuin die Tarantino voor zichzelf en anderen gecreëerd heeft, vind ik echter compleet oninteressant. Ironie heeft iets onvruchtbaars. Het maakt niet uit of je een baby redt van een op hol geslagen auto of hem ervoor gooit. Het gaat immers niet om betekenisvolle gebeurtenissen, maar om coole concepten die je tussen aanhalingstekens kunt zetten.

Maak je je daar met het tussen kunst en kitsch schipperende The Canyons ook niet schuldig aan?

SCHRADER: Absoluut niet. Brets personages zijn overduidelijk overdone, maar in geen geval ironisch. Kijk maar naar Patrick Bateman in American Psycho. Bret houdt de vinger aan de pols. Hij is enorm geïnteresseerd in de tijdgeest. Volgens mij geeft Tarantino geen moer om zulke wezenlijke zaken.

Tijdens je bezoek aan het Film Fest Gent opent daar in het Caermersklooster de Martin Scorsese-expo van start. Een evenement waar je reikhalzend naar uitkijkt?

SCHRADER: Niet echt. Memorabilia hebben me nooit veel gezegd. In tegenstelling tot Marty ben ik geen collectioneur. Alle spullen waarvan ik vermoedde dat ze een of andere waarde hebben, heb ik aan de universiteit van Austin geschonken. Ik hou ervan om vooruit te kijken.

Vreemde woorden voor een man die jarenlang geworsteld heeft met zijn strenge calvinistische opvoeding.

SCHRADER: Die tijd is gelukkig achter de rug. Ondertussen voel ik me volledig op mijn gemak als agnosticus. 9/11 was de laatste druppel wat dat betreft. Plots was de islam de bron van alle kwaad. Dat het christendom miljoenen mensen de dood heeft ingejaagd, leek bijzaak. Vandaar dat ik het hele zootje de rug heb toegekeerd.

Tot slot: in de seventies zorgde je samen met andere movie brats als George Lucas, Martin Scorsese, Francis Ford Coppola en Steven Spielberg voor een frisse wind in Hollywood. Wat vind je van het recent werk van je generatiegenoten?

SCHRADER: We worden misschien een dagje ouder, maar we zijn nog steeds niet uitverteld. Marty’s films stellen me nooit teleur en Stevens carrièrewendingen vind ik ongelooflijk boeiend. Zo behoort Lincoln tot het beste dat hij ooit gemaakt heeft. Niet slecht voor een knar van 66. (lacht)

THE CANYONS

11/10, 22.30 uur; 12/10, 14.30 (met uitleg van Schrader); 14/10, 22.30 uur.

DOOR STEVEN TUFFIN

Paul Schrader

‘BRET EASTON ELLIS’ SCENARIO IS OVERDONE, MAAR HIJ IS WEL ENORM GEÏNTERESSEERD IN DE TIJDGEEST. TARANTINO GEEFT GEEN MOER OM ZULKE WEZENLIJKE ZAKEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content