MINDSTALKING

UIT OP 26/1 BIJ CNR RECORDS

1974

Na mijn geboorte stelden de dokters vast dat ik paratyfus had, een ziekte waaraan de broer van mijn vader is gestorven. Ik had continu diarree en moest vaak braken. Ik heb een jaar lang enkel op rijst en wortelsap geleefd, tot ik er bijna aan ten onder ging. In het ziekenhuis hebben ze me dan van de ene dag op de andere alle soorten voeding gegeven. Het was erop of eronder. Ze zeggen dat zoiets een vechter van je maakt. Bovendien ben ik een Ram: als ik iets wil, ben ik enorm gedreven.

1989

Via een cursus monitrice speelpleinwerking ben ik de muziek in gerold. Mijn begeleider speelde gitaar en ik ben spontaan met hem mee beginnen zingen. Bleek dat hij een new-wavegroep had. In Gent ben ik mee het podium opgesprongen. Ik was 15. Mijn absolute debuut. We speelden covers van Iggy Pop, Sinéad O’Connor, Siouxsie & The Banshees en Sisters Of Mercy. Fanatieke new wavers waren er van heinde en verre op af gekomen. Het leek wel een heksenbijeenkomst. Je kan dus stellen dat ik uit de new wave kom, al heb ik me nooit zo excentriek gekleed.

1997

Audities bij Hooverphonic. Of ik niet wilde meedoen? Ik had met Walter Hilhorst, mijn muzikale partner bij Lunascape die ik enkele jaren voordien op de filmschool had leren kennen, toen al de groep Calyx, maar die stond nog in de kinderschoenen. Dus waarom niet die kans grijpen? Ik moest op amper vier dagen tijd zeven nummers instuderen. Met succes: ik werd uit 74 kandidaten gekozen. Een week later vertrokken we al op Europese tournee. Dat was mijn vuurdoop. We toerden in het voorprogramma van Apollo 440. Niet echt lieve jongens: met kleine pesterijen – kabels uittrekken, dat soort dingen – maakten ze ons geregeld het leven zuur. Ik leerde snel dat het een harde wereld is.

Na afloop van de tournee heb ik Hooverphonic vrij snel de rug toegekeerd: mijn karakter botste te fel met dat van Alex Callier. Ik was aangetrokken om Liesje Sardonius te vervangen en dat werd héél letterlijk genomen. Ik moest gekleed gaan zoals haar en ze noemden me zelfs Lies. Na een tijdje had ik het echt wel gehad en wou ik mijn eigen ding gaan doen. Toch ben ik blij dat ik dat heb meegemaakt: elke zangeres droomt van zo’n tournee en er was na een optreden altijd wel een reden voor een feestje.

1999

Dé start van Lunascape. In februari 1999 tekenden we een contract bij Double T, het kleine label dat K’s Choice groot had gemaakt. Zij stuurden ons naar Los Angeles om samen te zitten met componist Rick Nowels en tekstschrijver Billy Steinberg, vaklui die al voor Madonna, Dido en The Bangles hadden gewerkt. Kylie Minogue was net de studio uit toen wij arriveerden. Nowels en Steinberg runnen een hitfabriek, en dat mag je vrij letterlijk nemen: ik heb nooit aan zo’n hels tempo gewerkt als toen. Het vergde elke dag weer zoveel energie en zoveel concentratie, dat ik telkens tegen 18 uur uitgeteld in mijn bed lag. Maar het loonde de moeite: zeker Tears From The Moon, een van de songs die we daar schreven, heeft ons een flink pak vooruitgeholpen.

Via Double T kwamen we dat jaar ook in contact met regisseur Ben Stassen. Hij heeft me een rol aangeboden in zijn 3D-animatiefilm Haunted Castle; ik speel de moeder van Jasper Steverlinck, de zanger van Arid. In een flashback zie je me Lane Navachi zingen. Nu nog ontvangen wij dagelijks uit heel de wereld fanmail van mensen die ons voor het eerst in die film gehoord hebben.

2001

Het jaar waarin ik mijn vriend Laurent heb ontmoet. Mijn vader had gratis tickets voor een vliegvakantie naar La Réunion. Mijn moeder had er even geen zin in – als werknemer van Aer Lingus had zij al genoeg gevlogen, vond ze -, dus ging ik in haar plaats mee. Het is een van mijn mooiste reizen geworden. Ik ben lang geen ochtendmens, maar vreemd genoeg dook ik de eerste dag al om halfacht ’s morgens het zwembad in. Ik heb toen en daar mijn vriend Laurent leren kennen. Hij stond op het punt om naar een ander hotel te vertrekken. Stel je voor: ik zou hem nooit ontmoet hebben als ik een half uur later uit mijn bed was gekropen.

Laurent woont in Parijs. Het is fijn om daar te komen, maar eigenlijk ben ik meer een natuurmens. Het heeft me twee jaar gekost om te wennen aan de helse drukte van de grootstad.

januari 2003

Sinéad O’Connor toonde zich meteen geïnteresseerd toen haar werd voorgesteld om als gastzangeres van Conjure One Tears From The Moon te coveren. Haar versie is intussen in de nieuwe Lara Croft-film te horen. Dat heeft dus zeker veel voor ons betekend. Ik heb haar ontmoet toen ze in Antwerpen kwam optreden. Ze had alle pers naar huis gestuurd, op De Rode Loper na. Ik vond het een beetje lullig van mezelf om daar twee uur te staan wachten, maar het loonde de moeite. Ik kreeg een dikke knuffel van haar. Ik bewonder haar enorm. Zangeressen verliezen zo vaak hun persoonlijkheid wanneer ze in de muziekwereld stappen. Sinéad heeft nooit toegevingen gedaan. Zonde dat ze stopt. Ze was uitgeput, vertelde ze. Ze lijdt aan het chronischevermoeidheidssyndroom.

2004

Ik ben trots op onze nieuwe plaat Mindstalking, want in tegenstelling tot de eerste lééft ze. Ons debuut was overgeproduced. Uit principe doen Walter en ik nu alles zelf: produceren, hoesjes ontwerpen, clips draaien, de website beheren… Zo behouden we onze vrijheid en waken we over onze identiteit. Je bepaalt je klank en singlekeuze zelf, terwijl in onze Sony-periode de nummers tot tien keer toe hermixt moesten worden.

Door Peter Van Dyck Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content