Kroonprinsen

WOUT VAN AERT (l.) in de camper met voormalig wereldkampioen NIELS ALBERT. 'Van Aert en Mathieu van der Poel zorgen voor een portie rock-'n-roll in de cross.'

Maandag 9/1, 21.30, één

Al ruim een half jaar is Luc Kempens sociaal leven zo goed als onbestaande. De bedenker en eindredacteur van gewaardeerde sportreeksen als Jonge benen en Afspraak in Rio nestelde zich de voorbije maanden in het spoor van vier jonge cyclocrossers: wereldkampioen Wout Van Aert (22), zijn Nederlandse antagonist Mathieu van der Poel (21), Laurens Sweeck (23) en Eli Iserbyt (19). Kempen en zijn team van productiehuis De Chinezen karren van hot naar her om toch maar geen enkel belangwekkend moment te missen in de queeste van die vier talenten – en bij uitbreiding het hele veldrijden – om uit Sven Nys’ lange schaduw te treden. Die machtsoverdracht was de aanleiding voor deze vierdelige reeks, die loopt van 9 januari (daags na het BK) tot 29 januari (daags na het WK in Luxemburg).

‘De laatste jaren is er veel aandacht gegaan naar Sven Nys. Terecht, maar ik had er toch een beetje de buik vol van’, bekent Kempen. ‘Ik was eerder benieuwd naar die jonge generatie. Van Aert en Van der Poel, twee kerels met bravoure en charisma, zorgen voor een portie rock-‘n-roll in de crosswereld, iets waar het de tussengeneratie van Kevin Pauwels en Tom Meeusen aan ontbrak. Sweeck, in de jeugd eigenlijk beter dan Van Aert, knokt voor een plek tussen die twee tenoren. Iserbyt, wereldkampioen bij de beloften, had dan weer als tiener het lef om de grote Sven Nys te zeggen dat hij niet geloofde in diens project als teambaas bij Telenet-Fidea. Elk op hun manier voegen ze iets toe aan die kleine wereld van het veldrijden.’

In tegenstelling tot Jonge benen, dat vier bevriende en samenwonende wielertalenten volgde, gaat het in Kroonprinsen dus om concurrenten van elkaar, wat de reeks een andere dynamiek geeft. ‘Door de kleinere budgetten van cyclocrossteams komt ook het familiale veel meer aan bod’, geeft Kempen nog een ander verschil aan. ‘De steun van de ouders is vaak cruciaal om het als prof te maken.’ Mathieu van der Poel die na een belangrijke zege slechts een goedkeurend tikje op de schouder krijgt van vader Adrie, even in de camera kijkt en mompelt: ‘Daar moet ik het dus mee doen.’ Of Van Aert die samen met zijn vader in de achtertuin het kettingprobleem van zijn fiets bespreekt. Delicaat, want het is pa Van Aert zelf die de kettingen oplegt. Het zijn intieme vader-zoonmomenten die het sportieve overstijgen.

Kempens ploeg filmde in de caravan, op familiefeestjes en bij teamvergaderingen, maar er is ook veel materiaal dat de vier veldrijders zelf met een minicamera maakten, een werkwijze die je steeds vaker ziet in docureeksen. Kempen: ‘Je kunt onmogelijk overal zelf bij zijn. Vooral Van Aert toonde ook veel interesse in het technische en productionele aspect van dat zelf filmen. Deze generatie topsporters is opgegroeid met smartphones en social media, waardoor de kijker zich ook een beeld kan vormen op basis van kleine gebeurtenissen en gedragingen die ze zelf vastleggen. Bij Belga Sport (waarvan Kempen verschillende afleveringen draaide, nvdr.) hing dat beeld nog grotendeels af van de interviews. Dat valt me trouwens op bij veel topsporters tegenwoordig: ze zijn zeer streetwise. Het clichébeeld van de in zichzelf gekeerde, wereldvreemde topsporter: achterhaald.’

MATTHIAS STOCKMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content