‘KOM MEE, DAN STEEK IK MEZELF IN BRAND’

TOMMIGUN, vlnr. Joeri Cnapelinckx, Pim De Wolf, Kaat Arnaert, Mattijs Vanderleen en Thomas Devos.

Er zijn gegronde redenen waarom de tweede plaat van de Brusselse groep Tommigun onder de vlag Pretenders uitvaart. Frontlieden Thomas Devos (ex-Rumplestitchkin) en Kaat Arnaert (zus van Geike) over de vier pijlers van hun nieuwe heartbreakhangovertunes. ‘Muziek voor in de auto, ’s nachts, alleen.’

1 DE PRODUCER: KOEN GISEN

THOMAS DEVOS (ZANG, GITAAR, SONGS): Ons debuut Come Watch Me Disappear was eigenlijk een soloplaat met een band erbij. Deze keer, na al het samen spelen en toeren, wilde ik dat groepsgevoel vatten, die spanning die ik bij Tommigun zo belangrijk vind. Black Mountain is zo’n groep die je helemaal haar wereld binnentrekt, die geen concert maar een trip speelt. Dat wil ik met Tommigun ook. Bij Koen zaten we daarvoor ideaal. In zijn studio in Gent, een oude feestzaal vlak bij de Oude Beestenmarkt, konden we in één ruimte opnemen.

KAAT ARNAERT (ZANG): Een superdonkere ruimte. Het is er eigenlijk altijd nacht.

DEVOS: Hij was wel aan het verbouwen, waardoor Kaat voor de zang soms in de keuken moest gaan staan.

ARNAERT: Ik jaloers, natuurlijk: zij gezellig samen en ik vloog naar de keuken. (lacht) Tja, ik speel nu eenmaal geen instrument.

DEVOS: Koen verliest zich niet in details. Weet je wat het is als je een plaat opneemt? Bij de eerste vijf, zes nummers is er geen vuiltje aan de lucht. Maar dan slaat de twijfel toe. Hebben we dat al niet gedaan? Vertellen we hetzelfde verhaal niet opnieuw? Dan zou je je verliezen in spielerei, en de klank van je eigen groep vergeten.

ARNAERT: Koens studio is een plek die leeft. In tegenstelling tot in veel andere studio’s voelde ik me er meteen thuis. Ik durfde tenminste te gaan zitten zonder bang te zijn iets om te stoten. Wat al eens gebeurt, want ik ben nogal klungelig. (lacht)

2 DE INSPIRATIE: FILMS

DEVOS: De vorige plaat was persoonlijk, nu heb ik songs als filmscènes geschreven, dialogen verzonnen. Ik schrik er van hoe belangrijk dat filmische geworden is in mijn muziek. Al leent wat Tommigun doet er zich wel beter toe: het is muziek die als soundtrack zou kunnen dienen. We wisten op voorhand dat we met Pretenders een herfstplaat wilden maken. Een plaat voor in de auto,’s nachts, alleen.

ARNAERT: Ik ben al lang een grote fan van Nina Simone. Een van haar nummers, Fodder on Her Wings, paste heel goed op de plaat.

DEVOS: Sommige van mijn vrienden zeiden wel: je neemt een nummer van Nina Simone op, maar niemand kent het. Op licht verwijtende toon. Maar ik vind dat het bijna óns nummer is geworden, zo mooi en fier als Kaat het zingt.

3 DE KUNSTENAAR: JEFF WALL

DEVOS: Toen ik het werk van Jeff Wall zag, was ik meteen geïntrigeerd. Hij zet dingen in scène en creëert daarmee een dubbele bodem. Zoals dat beeld op die affiche die hier lang overal in Brussel heeft gehangen, van die denkende man met een dolk in zijn rug. Je ziet dat en plots borrelen er verhalen op. Ik hoop dat er genoeg in Pretenders zit om dat ook een beetje op te wekken bij de luisteraars.

Hetzelfde met de hoes. Een vriend van mij – fotograaf Jan Missotten – en ik doen niks liever dan op reis te gaan via Google Street View. Dan mailen we naar elkaar: moet je die straathoek eens zien! Ja, daarin verdwalen slorpt veel tijd op, maar nu kon ik er tenminste een artistieke draai aan geven. (lacht) Het beeld op de hoes is een straatbeeld uit Odessa – of was het Kiev? Meestal trekken we naar de buitenwijken. Dat koppel op de hoes liep daar effectief rond – niét onherkenbaar gemaakt, inderdaad. Hooguit heeft Jan er een van die rode auto’s bij gefotoshopt. Dat maakbare, een nieuwe realiteit creëren, is fantastisch.

4 DE TITEL: PRETENDERS

DEVOS: Doen alsof. Iets wat om de een of andere reden in heel wat nummers is geslopen. Ik vind het interessant dat je eigenlijk verplicht bent dat te doen als je een normaal leven wilt leiden. Je kunt niet de hele tijd eerlijk en confronterend zijn. Ik zie rondom mij mensen uit elkaar gaan die soms al twintig jaar samen waren, en hoe ze nadien op een andere manier in het leven gaan staan. Wat is daar juist gebeurd? Samen blijven is moeilijk, en daar ben ik bedachtzaam voor. Neem zo’n zin als ‘The distance owns my heart and I keep running back’. Vind ik het wel oké dat ik ondertussen gesetteld ben, terwijl ik toch altijd een soort heldenbestaan voor ogen heb gehad?

Ik heb vroeger Russisch gestudeerd, en ik ga heel graag naar Rusland en Oekraïne en zo – Kiev is trouwens een heel toffe, onderschatte stad. Russen hebben de naam heel nors te zijn, maar daar moet je doorheen. Ik spreek de taal, dat helpt natuurlijk. Wel, Russen maken van dat pretenden een kunst. Ontmoet je hen op de trein, halen ze alles boven wat ze bij zich hebben: er wordt gedronken en gepraat en op dat moment ben je hun beste vriend. Ook al weten ze dat je op doorreis bent. Die pakken dat moment vast en maken het bijzonder. Dat zou ik zelf ook beter willen kunnen.

Vorige zomer zat ik in Tsjechië, om voor Prime een reportage te maken over stuntmannen daar. Ken je die blues na een zomerkamp? Het lijkt wel alsof ik in alles wat ik doe naar dat gevoel op zoek ga. Heel goed wetende dat ik ervan zal afzien. Vandaar ook de naam die we voor onze songs hebben verzonnen: heartbreakhangovertunes. Een van die stuntmannen nodigde ons uit bij hem thuis: ‘Dan steek ik mezelf wel in brand in mijn tuin.’ (lacht) Je hebt een bepaald soort betrokkenheid nodig om dergelijke reportages te kunnen maken. Ik voelde me bijna in dat team opgenomen. Maar dan kom je thuis en is dat allemaal verdwenen, abrupt. Afscheid nemen als manier van leven. Ik vraag me af: is dat wel gezond?

PRETENDERS

Op 17/9 uit bij Excelsior.

DOOR KURT BLONDEEL

Thomas Devos

‘EEN GROEP DIE GEEN CONCERT SPEELT MAAR EEN TRIP, DAT WIL IK OOK.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content