Omdat hij na een paar treffende statements zichzelf en een paar jonge collega-kunstenaars uitnodigt in De Garage in Mechelen.

Wat is voor jou het hoogtepunt van 2011?

VAAST COLSON: Ik ervaar veeleer een aaneenschakeling van momenten. Het eerste waaraan ik denk, is een fantastisch optreden van de Amerikaanse groep Oneida een tijd geleden in Kortrijk. Verder denk ik aan een uitzonderlijke lezing van de Ierse kunstenaar David Sherry in projectruimte Gunther in Antwerpen.

Wat wil je zo snel mogelijk vergeten?

COLSON: Er zijn facetten die mij meer aanspreken dan andere, en het is mijn eigen verantwoordelijkheid om niet te veel tijd en energie te verliezen aan dingen die me ergeren. Mijn voorstel: meer kleur, meer vorm, meer geluid, meer textuur, meer tekst, meer beeld, meer lachen, meer geld, meer tijd, meer liefde, meer seks, meer experiment, meer improvisatie, meer beweging, van alles meer, meer, meer, meer.

Van wie wil je meer zien in 2012?

COLSON: Ik zou graag het verzamelde werk van Philip Guston en Tal R zien. Sigmar Polke werd volgens mij ook nog nooit echt getoond in België. Verder zou ik graag een overzicht zien van Guy Rombouts, en meer van Walter Swennen en Christoph Ruckhäberle.

Van wie wil je minder zien?

COLSON: Dat is een pijnlijke vraag. Ik denk dat het oneerlijk zou zijn ten opzichte van individuele kunstenaars om zomaar een paar namen te noemen. Ik vind dat het zichtbaar maken van kunstenaarspraktijken en kunstwerken een collectieve verantwoordelijkheid is. In die zin is wat getoond wordt of succesvol is symptomatisch voor wat een gemeenschap belangrijk acht. Er zijn uiteenlopende ritmes om als kunstenaar te werken, de ene praktijk leent zich beter tot een bepaalde zichtbaarheid dan de andere – dat zegt niets over de relevantie ervan.

Waar kijk je het meest naar uit?

COLSON: Ik kijk erg uit naar de tentoonstelling van Jimmie Durham in het Muhka. Ik denk dat die man een mooi voorbeeld is van een kunstenaar die erin slaagt een menselijke sensibiliteit en engagement te materialiseren met een sterke plastische gevoeligheid. Zijn activiteiten en attitude als kunstenaar overleven ook buiten de markt en de instituten.

Wat wordt dé trend?

COLSON: Ik ga ervan uit dat de huidige politieke, sociale en economische onzekerheid een voelbaar effect zal blijven hebben op de kunstenaarspraktijk. Ik vermoed dat het vanzelfsprekende en het vrijblijvende meer en meer voor het urgente zullen moeten wijken. Verder denk ik dat het lokale, het beheersbare, het tastbare en het zintuiglijke een belangrijkere rol zullen spelen, en niet enkel binnen de kunstsector.

Waar wil je over een jaar staan?

COLSON: Ik wil door zo weinig mogelijk te sturen, ervaren waar mijn praktijk mij

brengt. Het is mij meer te doen om het traject dan een vooraf bepaald doel.

(E.F.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content