Kunst of porno? Taboedoorbrekend of sensatiegeil? Nog tot 2 januari loopt in Parijs de controversiële fototentoonstelling Kiss the Past Hello van fotograaf, regisseur en relneef Larry Clark. Adults only!

‘Belachelijk!’, fulmineerde fotograaf en regisseur Larry Clark begin oktober in de Franse krant Libération, nadat hij te horen had gekregen dat zijn overzichtstentoonstelling Kiss the Past Hello in het Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris enkel door volwassenen mocht worden bezocht. ‘Ik zie dit als een aanval op de jeugd. Deze foto’s gaan over tieners en zijn ook voor hen bedoeld. Blijkbaar is het hen verboden om naar zichzelf te kijken.’

De reden voor die censuur vanwege het Parijse stadsbestuur? Een reeks portretten van naakte en neukende tieners die volgens een Franse wet uit 2007 niet aan minderjarigen mogen worden getoond. Hoewel tienerbloot vaste prik is binnen Clarks chronisch controversiële oeuvre en de Liga voor de Mensenrechten de beslissing aanvocht, moet je dus boven de achttien zijn om de tentoonstelling te kunnen bezoeken.

Kiss the Past Hello biedt nochtans heus niet enkel foto’s van flikflooiende puberjongens en -meisjes met ontblote genitaliën en heroïnespuiten in de arm geprikt. Clark selecteerde meerdere hoogtepunten uit zijn baanbrekende fotoboeken Tulsa (1971) en Teenage Lust (1983), waarin hij een even onthutsend oprecht als pervers mooi beeld schetst van de Amerikaanse subculturen uit de sixties en seventies. Daarnaast kun je er foto’s bewonderen van zijn moeder en babyfotografe Frances Clark, alsook nooit eerder vertoonde prints, een recent teruggevonden 16-millimeterfilm over junkies uit L.A. én een serie portretten van Jonathan Velasquez, de nog met pukkels en donshaar bezette latinopunkrocker die ook al centraal stond in Clarks voorlopig laatste film Wassup Rockers (2005). De tweehonderd beelden vormen samen een fascinerende, inhibitieloze en vooral confronterende introductie tot een oeuvre dat niet alleen in seks, drugs en geweld is gedrenkt, maar ook in authenticiteit, empathie en liefde voor kids, junks en andere outsiders.

Dat een en ander de inmiddels 67-jarige fotograaf de status van eeuwige rebel en cultfiguur opleverde, hoeft niet te verbazen. Dat de verwijten van verdoken kinderpornograaf en ziekelijke voyeur hem al veertig jaar

achtervolgen evenmin. Los van de morele discussies kan nochtans bezwaarlijk worden beweerd dat Clark, die op zijn veertiende in het atelier van zijn ouders als fotograaf begon, geen oog heeft voor de poëzie van de straat. Laat staan dat zijn prikkelend preekvrije werk over de zwaktes en excessen van jongeren geen dramatische zeggingskracht heeft.

Wat meteen opvalt aan de contrastrijke zwart-witbeelden die van Tulsa en Teenage Lust iconische jeugdkronieken maakten, zijn de rauwe directheid en choquante intimiteit. Niet toevallig vloeiden beide fotoboeken voort uit Clarks persoonlijke odyssee langs de Amerikaanse onderklasse, met als protagonisten de junks, gigolo’s en straatboefjes met wie hij in zijn door drugs en geweld getekende jeugd optrok – eerst in zijn geboortestad Tulsa, Oklahoma, later ook in New York, waar hij begin jaren 60 freelancete voor magazines alvorens naar Vietnam te worden verscheept.

Die grimmige en documentaire esthetiek – naar eigen zeggen een fuck you tegen Vietnam en de hypocrisie van de blanke middenklasse – inspireerde niet alleen regisseurs als Martin Scorsese, Francis Ford Coppola en Gus Van Sant, een invloed die je ziet in hun films als Taxi Driver,Rumble Fish of Drugstore Cowboy. Ook latere topfotografen als Nan Goldin, Lauren Greenfield en Ryan McGinley zochten in navolging van Clark de marge op tussen het disfunctionele en het verhevene en zoomden net als hij haarscherp in op de morbide schaduwkant van de Amerikaanse Droom.

In die zin kan Clarks invloed als fotograaf en undergroundchroniqueur geenszins worden onderschat, al kent het grote publiek hem toch vooral als filmregisseur. Zo zorgde hij in 1995 – na jaren van drugsmisbruik en gevangenisstraffen – wereldwijd voor flink wat controverse met zijn debuutfilm Kids, een van seks en drugs stijf staand groepsportret van hedonistische tieners uit New York. Bovendien lagen ook opvolgers Bully (2001), Ken Park (2002) en Wassup Rockers (2005), met hun losbandige tienerprotagonisten en directe véritéstijl, volledig in het verlengde van zijn fotowerk. De enige uitzonderingen zijn de gerateerde opdrachtfilms Another Day in Paradise (1998), een roadmovie met James Woods en Melanie Griffith als criminele junks, én Teenage Caveman (2002), een portie sciencefictiongruwel uit de pulpfabriek van Roger Corman.

‘Dat ik vaak op hetzelfde thema terugkom – jongeren en hun leefwereld – is logisch’, meent Clark, die ondanks de renommee van Tulsa en Teenage Lust altijd liever regisseur dan fotograaf wilde worden. ‘Het is tenslotte de meest bepalende periode uit je leven. De beslissingen die je als tiener neemt, bepalen je identiteit en hoe je verdere, volwassen leven eruitziet. Vandaar dat ik indertijd mijn carrière begonnen ben met het maken van foto’s van adolescenten. Aangezien ik er goed in bleek en ik nog steeds vind dat jeugdculturen maar zelden op een authentieke en respectvolle manier worden gedocumenteerd, ben ik het blijven doen.’

Gaat het om een welgemeende voorliefde voor ontluikende kids? Of om een pathologische, met exploitatie flirtende obsessie? Vel zelf uw Salomonsoordeel in het Musée d’Art Moderne – tenminste als u ouder bent dan achttien.

Larry Clark: Kiss the Past Hello. Nog tot 2 januari 2011 in Parijs. Info: http://mam.paris.fr

Door Dave Mestdach

‘ Een fuck you tegen de hypocrisie van de blanke middenklasse’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content