KETTINGEN, JEZUS EN EEN GEHANDICAPTE DWERG

‘We gaan toch geen derde keer hetzelfde doen, zeker?’ Dus namen The Van Jets, ooit begonnen als morsige garagerockers, een electroproducer onder de arm, projecteerden ze bizarre cultfilms op de studiomuur en probeerden ze al doende uit te vissen of er ook pure pop en funky stuff in hen zit. Het resultaat van die sessies heet Halo. Wij mochten ze meebeleven.

Parijs, januari dit jaar. We staan met The Van Jets en producer Jeroen De Pessemier – brein achter de electro/danceact The Subs – in een compleet verduisterde Parijse muziekstudio, waar op de studiomuur de cultfilm The Holy Mountain van Alejandro Jodorowsky geprojecteerd wordt. Als u die prent niet gezien hebt: het openingsshot bestaat uit een onfris uitziend lijk vol vliegen, gevolgd door een scène waarin Jezus (of toch iemand die verdacht veel op hem lijkt) een joint deelt met een gehandicapte dwerg. De rest van het scenario is nog waanzinniger. ‘Fucking hell, wat voor scheve film is dit, zeg?’ vraagt drummer Mich Verschaeve zich af.

Die scheve film is de perfecte achtergrond voor wat The Van Jets vandaag van plan zijn: terwijl Mich een schier eindeloze en enorm dansbare groove inspeelt, heeft broer en frontman Johannes zich zo’n rood Indisch punt tussen de ogen laten zetten. Bovendien loopt hij nu opeens in een poncho in de studio rond. Bassist Fré Tampere heeft om God weet welke reden een cape aangetrokken, en is met zijn bas boven op een stoel gaan staan. De groove van Mich wordt nu pas helemaal lekker, en dendert – zoals dat met goede grooves gaat – eindeloos door, tot iedereen helemaal opgezweept is: producer Jeroen staat midden in de studio in bloot bovenlijf uit zijn dak te gaan en mee te zingen, gitarist Wolf Vanwymeersch speelt op de piano wat willekeurige akkoorden over de groove heen, iemand suggereert er kettingen bij te halen, om ook daarmee in het ritme te meppen.

Wild enthousiasme alom, achteraf. Het ís zonder discussie ook de meest aanstekelijke en misschien wel hitgevoeligste track die we in onze drie dagen in de studio te horen hebben gekregen, alleen weet niemand goed wat The Van Jets hier nu mee aan moeten, want dit is echt wel een compléét atypisch nummer voor hen: een feestgroove die het midden houdt tussen ieMissy Elliott en Bootylicious van Destiny’s Child, maar dan met de soundtrack van een Bollywoodfilm erin verwerkt – de werktitel voor het nummer is ook ‘Bolly Woodpecker’.

‘Misschien moeten we er een Van Jets vs. The Subs van maken’, oppert De Pessemier. Acht maanden later blijkt dat ‘Bolly Woodpecker’ uiteindelijk Halo niet gehaald heeft, maar het schetst wel waar The Van Jets en De Pessemier bij het maken van de nieuwe plaat voor gegaan zijn: And now for something completely different.

ALS WERKPLEK KOZEN THE VAN JETS EN DE PESSEMIER DE Motorbass-studio van Philippe Zdar. De hippe studio, goed verborgen achter een volstrekt anonieme, afgeleefde poort in een straat van Montmartre, is gebouwd met het geld dat Zdar met succesvolle acts als Cassius en Phoenix verdiend heeft. De Grammy die hij voor Wolfgang Amadeus Phoenix ontvangen heeft, staat op een prominente plaats in de control room. Normaal kom je Motorbass niet in: het is Zdars privéstudio, alleen gebruikt voor zijn eigen producties of die van bevriende muzikanten. Om u een idee te geven van wie dat zoal zijn: een maand voordien heeft Cat Power in Motorbass gekampeerd (Zdar mixte haar nieuwe plaat), en nu zitten dus The Van Jets hier – met dank aan Sub De Pessemier, die Zdar goed kent.

Naast het stel Belgen zijn er nog Jef en Bastien. Zij zijn de twee vaste personeelsleden van Motorbass, en vormen een soort odd couple: Bastien is een schuchtere, stijlvolle Parijse indiekid, Jef noemt zichzelf gewoon the king of ProTools, is gepokt en gemazeld in het Franse hiphopmilieu, en blijkt het type dat de ene vuile anekdote na de andere gore mop afvuurt. De meeste zijn op zich onwaarschijnlijk ongrappig, maar wat ze vaak toch hilarisch maakt, is dat Jef dat zélf altijd net na de clou beseft, en er zich dan met een enorm, bijna cartoonesk Frans accent voor verontschuldigt: ‘Sorry, iezze badde joke!’

Vier rockers, een producer uit de dancewereld, en twee wel zéér andere Fransen: een wat rare mix van mensen en types, maar hij werkt wel. De opnames verlopen zo op het eerste gezicht uitermate smooth, Jeroen De Pessemier fungeert eerder als een vijfde groepslid dan als een Phil Spector-achtig meesterbrein. Of ziet zanger Johannes Verschaeve dat anders?

JOHANNES VERSCHAEVE: Neen. Eigenlijk heb ik Jeroen pas echt persoonlijk leren kennen tijdens deze opnames, voordien kende ik hem alleen als figuur. En vond ik hem maar een arrogante kerel. (lacht) Ooit moest hij – toen nog met Bolchi – op een festival na ons spelen. Terwijl wij nog aan het optreden waren, kwam hij bij wijze van spreken zijn materiaal al op het podium opstellen. Dat ik bij mezelf dacht van: zeg gast, zal het een beetje gaan, ja? (lacht) Hij is altijd heel zelfverzekerd en all over the place, wat bij anderen uiteraard vaak als arrogantie overkomt. Bovendien: The Subs, ik verstond dat niet, dat was mijn wereld niet.

Waarom wilde je dan met hem samenwerken?

VERSCHAEVE: Nadat ik gelezen had dat hij niet alleen met The Subs bezig was, maar dat hij ook het album van Lady Lynn had geproducet. En dat hij een klassiek geschoold klarinettist is. En hij bleek ook nog fysicus te zijn. Vooral bij dat laatste dacht ik: ho, wacht, dit is interessant, een muzikant met méér dan alleen maar een muzikaal brein. Wat mij definitief over de streep getrokken heeft, was een of ander tv-programma – op TMF, denk ik – waarin ik hem zag. In een pak, een kanariegeel pak, meer bepaald. Dat was het moment waarop ik dacht: voilà, dát is de man die we moeten hebben, zie. (lacht) Een gouden keuze.

Is het ook niet een heel commerciële zet? Hij kan jullie in het dancewereldje introduceren. Hippe remixes! Nieuw publiek!

VERSCHAEVE:’t Zal wel zijn! Jeroen kent enorm veel mensen in dat voor ons totaal andere milieu. Gisteren moest hij hier in een club in Parijs draaien, en toen heb ik daar op die dj-booth onze eigen nummers staan brengen, terwijl de hele club uit haar dak ging. Ik moet daar niet over liegen: zoiets is gewoon cool. Of het feit dat we hier in deze studio zitten: dat is ons alleen maar gelukt omdat Philippe Zdar een kennis van hem is. Maar dat was niet het oorspronkelijke idee achter onze samenwerking met Jeroen, het is er gewoon een bijwerking van.

Het goede aan hem is dat hij me bijvoorbeeld gestimuleerd heeft niet altijd met een nummer te beginnen, maar met een groove of een beat, en daar pas achteraf een nummer rond te bouwen – zoals het in de hiphop gedaan wordt. Hij stimuleerde ons dat Bollywood-nummer op te nemen. Dat klonk heel grappig, en vroeger zouden we daarom gezegd hebben: oké, een leuke grap, maar laten we nu met een echt nummer beginnen, gooi die grap maar weg. Maar met Jeroen erbij zijn we net verdergegaan met dat nummer. Dat is wel cool.

Tussen haakjes: dat nummer is eigenlijk ontstaan in Middelkerke. In het appartement van opa en oma De Pessemier. We dachten dat het wel een goed idee was om aan de zee een schrijfsessie te organiseren, maar helaas was niet alleen het weer rotslecht, in het appartement ernaast waren ze ook nog eens met hamers en drilboren aan het werk. Om compleet depressief van te worden. En net in die omstandigheden ontstaat dan zo’n feestnummer. ‘

TIJDENS ONZE LAATSTE DAG IN MONTMARTRE WORDT DRUK gewerkt en gesleuteld aan Mystify en Zodiac, twee pure, dromerige popmelodieën. Jef, de Franse Motorbass-engineer, is onder de indruk: ‘Ik had vooraf totaal nog niet van The Van Jets gehoord, maar wow, dit is echt goed. Ik heb hier overigens al vijf, zes nummers gehoord die zo overal op de radio kunnen. Bovendien zijn het heel goede muzikanten. Geloof me: ik heb al met andere gewerkt.’

Mystify en Zodiac blijken uiteindelijk ook twee absolute hoogtepunten op Halo te zijn. Alleen: ze staan wel heel ver van de woeste rock van Electric Soldiers of Matador. En nog veel verder van de garagerock van Ricochet, in 2004 hun eerste teken van leven. We vragen de Van Jets-voorman of hij tegenwoordig nog veel naar garagerock luistert.

JOHANNES VERSCHAEVE: Ik heb eigenlijk nooit veel naar dat genre geluisterd. De originals, ja, dié muziek heb ik opgezogen: Iggy & The Stooges en zo. The Hellacopters ook. Maar als je zelf een tijdje garagerock speelt, heb je al snel door dat het eigenlijk een hoop op elkaar gesmeten trucs zijn. Pas op: het zijn geweldige trucs, het is de max, en de hele attitude die bij rock-‘n-roll hoort is te gek. Maar het blijven stijloefeningen. Het antwoord op je vraag is dus: wij zijn eigenlijk nooit echte gelovigen van de Kerk van de Garagerock geweest, we waren al van bij het begin verraders. (lacht) De muzieksmaak van iedereen in de groep was altijd al heel breed, maar we durfden dat nooit goed te tonen in onze muziek. Zelf heb ik de laatste tijd bijvoorbeeld veel naar The Clash, Grace Jones en Prince geluisterd: daardoor is het allemaal toch wat ritmischer geworden.

Ik heb een enorme zwak voor ritmiek, voor lichamelijkheid in de muziek – dan zit je al gauw bij Prince, hé. Ik wilde absoluut weg van die indiebandjes, van die groepjes die bijna beschaamd voor zichzelf zijn als ze op het podium staan. Je weet wel: wat rammelen op hun gitaar, en vooral niet willen pretenderen dat ze kunnen spelen. En staan zingen dat het leven slecht is.

Want het leven ís niet slecht?

VERSCHAEVE: Neen. Wat ik nu ga zeggen zal waarschijnlijk wreed pathetisch klinken, maar het is wel zo: vader worden heeft mijn leven enorm veranderd. Ik heb nu twee kindjes, en door vader te worden leer je elk aspect van het leven te appreciëren. Dat levensgenot, die lust for life zit enorm in deze plaat – en dan niet verpakt in een coole attitude of parafernalia, maar door gewoon zo te doen. Als je zin hebt om iets positiefs te zeggen: dóé dat gewoon. Wil je iets in majeur spelen? Doe het. Heb je zin om je booty te shaken zoals Beyoncé: doe het, doe, doe het, en vier het leven. Dát was de attitude bij de opnames hier. En dat zal ook in de plaat zitten. Hoop ik toch.

HALO

Uit bij op 17/9 bij Belvedere Records/[PIAS].

DOOR GEERT OP DE BEECK

JOHANNES VERSCHAEVE: ‘KOERSWIJZIGING? WIJ WAREN AL VAN BIJ HET BEGIN VERRADERS VAN DE KERK VAN DE GARAGEROCK.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content