Jens Meijen

© GF SIMON DEBBAUT

1. Waarom speelt een heremietkreeft een van de hoofdrollen in je boek?

Jens Meijen: Omdat ik de relatie tussen de heremietkreeft en zijn schelp symbolisch vind voor de relatie tussen mens en aarde. De kreeft woont erin en is ervan afhankelijk. Voor mij straalt zo’n kreeft geborgenheid uit. Dat een dier zo kan evolueren, vind ik bizar, dat het in een lege schelp gaat wonen en verhuist wanneer die schelp te klein is geworden. In feite toont de kreeft hoe tragisch de mens is, want wij hebben maar één schelp, de aarde. Wij kunnen niet wisselen. Elon Musk denkt misschien dat we op Mars kunnen gaan wonen, maar dat blijft toch een verre fantasie.

2. Geleidelijk aan verschuift de aandacht van de kreeft naar de kindervraag. Willen we vandaag nog wel kinderen op de wereld zetten?

Meijen: De kreeft staat symbool voor zorg voor de aarde, maar ook voor kinderen. Mijn hoofdpersonages krijgen opeens die kreeft en ze moeten ervoor zorgen, willen of niet. Wij krijgen de aarde en het leven in onze schoot geworpen, en we moeten er iets mee doen. Het idee om kinderen te krijgen leeft heel erg in mijn generatie, maar concreet is die kindervraag bij mij niet. Het is eerder een filosofische interesse. Heel pessimistisch ben ik daar trouwens niet over. Er is nog hoop, denk ik, en het is dus zeker nog gerechtvaardigd om kinderen te krijgen.

3. U noemde net uw generatie. Daar gaat uw boek toch ook over, over de bijna-dertigers, ‘de mensen in het vagevuur’, zoals u hen noemt?

Meijen: Wij hebben het gevoel dat ons iets beloofd werd dat uiteindelijk niet waar te maken is. Mijn generatie is de eerste sinds lange tijd die het slechter heeft dan de vorige. Ik merk bij veel van mijn vrienden dat er misschien geen negativiteit ingeslopen is, maar toch minstens een verlies van naïviteit. We zullen het slechter hebben, zeggen zij, maar ze proberen er wel iets van te maken. Mensen zijn inventief, en die inventiviteit heb ik proberen vast te leggen in De lichtjaren. Er is altijd wel iets om hoop en plezier uit te halen. De wereld zal er anders uitzien, maar we maken er wel iets van. Dat is nieuw voor mij. Toen ik Xenomorf schreef, zat ik nog vol woede over de onrechtvaardigheid in de wereld. Nu kan ik voorbij die woede kijken, naar de hoop, want uitzichtloosheid is een doodlopend straatje.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content