JAN SWERTS

© ILLUSTRATIES STIJN FELIX

Drie jaar geleden stond hij er plots met Weg, een van de muzikale verrassingen van 2010, op het kruispunt van minimaal klassiek en pop. Nu heeft Jan Swerts een opvolger klaar: Anatomie van de melancholie. ‘Ik maak het liefst zo weinig mogelijk muziek.’ ?

Een Limburgse spraakwaterval, die Jan Swerts. Onze duik vindt plaats in het donker, na negen uur ’s avonds, wanneer de kinderen in bed liggen. Want Swerts is echtgenoot, vader, docent en muzikant. In die volgorde, volgens hemzelf. ‘Ik ben niet narcistisch genoeg.’

Ben je een nachtmens?

JAN SWERTS: Tegenwoordig gooien de kinderen wel wat roet in het eten, maar vroeger waren dat de beste uurtjes: van elf uur tot halfvier ’s nachts; de meest productieve uren voor al mijn activiteiten. Films kijken of boeken lezen, studeren en de liefde bedrijven, noem maar op.

Wanneer werk je bij voorkeur aan je muziek?

SWERTS: Moeilijk te zeggen. Ik heb lange tijd geen piano gehad, en ik werk bij voorkeur zo weinig mogelijk aan mijn muziek. Ik heb een haat-liefderelatie met muziek maken, met de nadruk op haat. Er zijn weinig periodes dat ik het leuk vind muziek te maken, of dat ik het nodig heb om muziek te maken. Muziek luisteren is een verslaving, daar raak ik niet van af. Maar dan ook liefst in de auto en liefst ’s nachts. Muziek maken daarentegen is een heel specifiek proces. Mensen vragen me soms of het therapeutisch is, maar dat is me te new age en dan zeg ik meestal neen. Omdat het anders lijkt alsof ik de meest geschifte trauma’s moet verwerken, wat niet het geval is. Denk ik. Dus, muziek maken. Zo weinig mogelijk, en als er niemand in huis is. Ik heb sinds kort weer een piano in huis. Lang heb ik er geen gehad, want na de eerste plaat dacht ik: nooit meer.

Waarom?

SWERTS: Het eindresultaat van Weg was mooi, ik was er tevreden over en nog meer over de ontvangst. Ik had nooit verwacht dat ik zo veel weerklank kon krijgen, maar na die eerste keer dacht ik: één keer en nooit meer. Toen ik vorig jaar bij Universal tekende, had ik wel het geluk dat al drie vierde van de nieuwe plaat af was. Die songs heb ik voornamelijk geschreven op school. Ik werk aan de Katholieke Hogeschool Limburg, en daar is ook een richting muziek. ’s Avonds, tussen mijn spreekuren door, trek ik naar hun lokalen. Daar is het gros van deze nieuwe plaat tot stand gekomen. Sinds een jaar heb ik weinig geschreven, ik heb er weer even genoeg van.

Als het zo veel moeite kost, waarom toch dat muzikaal bijberoep?

SWERTS: Dat heb ik me ook al vaak afgevraagd. Blijkbaar moet het eruit. Mijn creatieve uitlaatklep is altijd de piano geweest. Andere instrumenten heb ik ook geprobeerd, maar die geven mij niet dezelfde resonantie. Ik heb piano mogen studeren van mijn ouders en ben dus klassiek opgeleid. Als ik goed studeerde, mocht ik improviseren, en dat is mijn grootste liefde gebleven. Al mijn songs zijn uit noodzaak omlijnde improvisaties, en dat scheppingsproces vind ik wél leuk. Het moment van creatie, uit niets iets scheppen, werkt als een drug, een fantastisch gevoel. Maar hoe meer je gaat schaven aan een nummer, hoe minder er overblijft van dat gevoel. Op het moment dat een song klaar is, heeft hij heel veel van zijn ziel verloren. Ik maak nu heel slechte reclame voor mezelf, maar toch: de dingen die af zijn, zijn veel minder sterk en waarachtig dan de eerste noten op de piano waaruit ze geboren worden. Daarom repeteer ik ook niet graag en beschouw ik optreden als een noodzakelijk kwaad.

Je treedt niet graag op, maar improviseert wel graag. Bizar.

SWERTS: Geloof me, als ik het improvisatietalent van een Keith Jarrett had, trad ik iedere dag op. Maar dat heb ik dus niet, ik ben een héél middelmatige pianist. (lacht) Op mezelf improviseren, melodieën uitvinden en die laten zijn zoals ze zijn, doe ik het liefst, liever dan schaven en knutselen aan iets tot er een song uit voortvloeit. Maar tegelijk heb ik niet het talent om met bijvoorbeeld freejazz bezig te zijn, dus neem ik genoegen met een soort tussenvorm. Songs die niet te sterk op klassieke songs lijken, met structuren die vrij grillig en onvoorspelbaar zijn, vooral omdat ik er niet te lang bij nadenk. De periodes dat ik componeer, zijn heel kort, maar er komt telkens veel tegelijk uit.

Is dat ook de reden waarom tussen deze nieuwe cd en de vorige drie jaar tijd gepasseerd is?

SWERTS: Twee jaar en een half, en ik vond dat die heel snel voorbij waren. (lacht) Ik zou het niet kunnen, elk jaar met een nieuwe plaat komen aanzetten. Ik zou heel narcistisch worden. Je constant concentreren op jouw zielenleven en jouw kunst, daarvoor moet je een echte narcist voor zijn.

Je hebt natuurlijk het geluk dat je niet moet leven van de muziek.

SWERTS: Inderdaad, en dat houdt ook meteen in dat ik helemaal geen compromissen moet sluiten. In mijn contract met Universal staat dat ik 100 procent soevereiniteit heb. En tot mijn verbazing gingen ze daarmee akkoord. Financieel zal ik er niks aan overhouden, maar dat interesseert me niet.

De recensies over Weg waren unaniem lovend, maar heeft de plaat ook wat verkocht?

SWERTS: Ze heeft goed verkocht, ja. Dankzij jullie, de pers, daar ben ik zeker van. Wat ook heeft meegespeeld, is de sympathie die je opwekt wanneer iemand iets in eigen beheer uitbrengt. Dat zal deze keer dus anders zijn, want ik ben met de duivel in bed gekropen. (lacht)

We zouden bijna vergeten het over de muziek zelf te hebben, al spreekt een titel als Deanatomie van de melancholie boekdelen.

SWERTS: Het is ook een boek, uit de zeventiende eeuw, van ene Robert Burton. Heel populair bovendien, zowat het kookboek van de Boerinnenbond in zijn tijd. (lacht) Het is een heel dik boek over de ziekte die melancholie toen was. Als student was ik enorm geïnteresseerd door de theorie van de vier sappen die erin stond: bloed, slijm, gele gal en zwarte gal. Toen ging men ervan uit dat alles te genezen was door die vier sappen in balans te brengen, bijvoorbeeld door aderlatingen of bloedzuigers. Wie een teveel aan zwarte gal had, werd beschouwd als zwartgallig, zijnde melancholisch, depressief, levensmoe.

En vanwaar die fascinatie?

SWERTS: Geen idee eigenlijk. Ben ik zelf een melancholisch mens? Hangt ervan af wat je definitie van melancholie is.

Geef ze gerust even mee.

SWERTS: Vanaf de negentiende eeuw ontstaan er theorieën waar ik me in kan vinden. Na het hele rationalisme kwam de romantische periode, waarin men ervan uitging dat we de hele wereld niet kunnen bevatten of beheersen, en de waarheid zit in de schemering. Het enige wat blijvend is, is het feit dat niets blijft. Dat besef, die wetenschap van het eindeloze zinloze, leunt dicht aan bij mijn definitie van melancholie. Melancholie is weemoed, iets wat slaat en zalft, een pijnlijk besef van nietigheid en eindigheid, het eeuwige verval… Ik weid nu misschien erg uit, maar dat is het nu net: van alle gevoelens is melancholie het moeilijkst te omschrijven.

Muziek kan toch voor altijd blijvend zijn? Mozart en Bach gaan al een tijd mee.

SWERTS: Ken jij muziek van tweeduizend jaar geleden? Blijvend, onsterfelijk, is dus heel relatief. Veel kunstenaars maken kunst om zichzelf onsterfelijk te maken, maar niemand of niets is onsterfelijk. Welk hoger doel dienen we door riedeltjes te schrijven – wat ik doe – of kleddertjes verf op doek achter te laten? Wat goede kunstenaars volgens mij vooral doen, is uitvergroten hoe onbeduidend we zijn, uitdrukken hoe radeloos en hulpeloos we zijn.

Waarom Nederlandse titels en Engelse teksten?

SWERTS: Nou ja, ‘Engels’… (lachje) Na de release van de vorige cd kreeg ik heel wat mails met vragen om mijn teksten. Veel mensen zijn dan ook graag tekstueel bezig met muziek, maar dat heb ik niet. Ik ken weinig muziekartiesten die me kunnen pakken met tekst. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals Bruce Springsteen, Joni Mitchell, Leonard Cohen en Bob Dylan. Maar mijn grootste invloed op dat vlak is altijd Wim Mertens geweest. Die zingt in falsetto, wat ik ook soms probeer te doen, en vrij onverstaanbaar, met klanken. Wat ook mijn bedoeling was, een klankensysteem, iets wat vooral lijkt op een taal. Ik denk dus weinig na over mijn teksten.

Maar wel over Nederlandstalige titels?

SWERTS: Juist ja! De nummers op Anatomie van de melancholie zijn eigenlijk studies over kunstenaars uit ons taalgebied, en met de titels wilde ik die link duidelijk maken.

Over wie gaat Verdriet, dat zijt ge?

SWERTS: Over acteur en theatermaker Johan Heldenbergh. Ik was kapot van zijn stuk The Broken Circle Breakdown, zó emotioneel maar tegelijk ingehouden en totaal niet melig. Vooral zijn monologen over geloof, daar was ik echt van gepakt. Ik wist meteen, hier moet ik ooit iets mee doen. ‘Verdriet, dat zij ge’ is een belangrijke regel in het stuk, vandaar.

Er staat ook een song opgedragen aan Luc De Vos op de plaat.

SWERTS:Meer is er niet. Luc De Vos heeft veel mooie dingen gedaan, maar mijn favoriet is Joeri, over Joeri Gagarin, de eerste mens in de ruimte. De Vos interpreteert het verhaal, en vooral de dood van Gagarin op een geheel eigen en subtiele manier. De man is verongelukt in een straaljagercrash. In de versie van Gorki was dat omdat Gagarin niet kon leven met het feit dat er in de kosmos niks te zien was. Geen goddelijk wezen, geen hemelpoort, geen antwoorden. Enkel leegte, meer is er niet.

Dus toch tekstueel geraakt.

SWERTS: Ik spreek mezelf graag en regelmatig tegen. (lacht)

Je praat vooral heel vlot, en dat terwijl ik bijna nergens eerdere interviews met je terugvond. Hoe komt dat?

SWERTS: Ik heb inderdaad nog maar weinig interviews gegeven. Wat doe jij het liefst: een film bekijken voor- of nadat je de making-of gezien hebt?

Ik bekijk nimmer of nooit de making-of.

SWERTS: Precies! (lacht) Ik ook niet. Het mysterie van een kunstwerk is heilig voor mij. Het is zoals Edgar Allan Poe het noemt: the willing suspension of disbelief – als het over kunst gaat, zijn wij met z’n allen bereid om ons ongeloof aan de kant te schuiven, op pauze te zetten. Je weet dat het niet echt is, maar je wilt er wel in geloven. En dat is de mooiste vorm van iets opnemen dat gemaakt wordt. Voor mij is een interview geven zoiets als een making-of maken. Kunst moet je in je opnemen als een leeg blad, het moet multi-interpretabel zijn. Wie ben ik om tegen je lezers te zeggen hoe ze naar mijn plaat moeten luisteren?

DE ANATOMIE VAN DE MELANCHOLIE

Nu uit via Universal. Jan Swerts staat op 9/3 in de AB.

DOOR JONAS BOEL – ILLUSTRATIES STIJN FELIX

Jan Swerts ‘VEEL KUNSTENAARS MAKEN KUNST OM ZICHZELF ONSTERFELIJK TE MAKEN, MAAR WELK HOGER DOEL DIENEN WE DOOR RIEDELTJES TE SCHRIJVEN OF KLEDDERTJES VERF OP DOEK ACHTER TE LATEN?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content