‘IWEIN SEGERS IS DE VLAAMSE BILL MURRAY’

DANIEL LAMBO

Nog in première te zien tijdens de slotdagen van Mooov: Traumland van Brusselaar Daniel Lambo, een van de meest intrigerende regisseurs van de laatste jaren.

Traumland is het verhaal van een monteur die op zijn woonboot aan een documentaire over Afrikaanse kindheksen werkt, tot hij op een dag een bebloede Congolees in zijn ruim aantreft’, zegt regisseur Daniel Lambo, u bekend als schrijver en coregisseur van de Canvasreeks Duts. ‘Een paar jaar geleden moest ik zelf een documentaire over kindheksen monteren, van de Nederlander Guido Kleene. Ik had er een heel raar gevoel bij. Het is moeilijk om uit te leggen: het was iets wat je als westerling niet kon snappen, maar tegelijk wel angst uitstraalde. Dat gevoel, dáár wilde ik een film over maken.’

Ik herinner me een vrij anarchistisch setbezoek van De rode loper, waarin snel duidelijk werd dat niemand van de acteurs enig idee had in welke scène ze zaten.

DANIEL LAMBO: Dat kan kloppen. Er is wel een storyline – niet dat iemand anders dan ik eraan uit zal kunnen – maar mijn manier van werken was niet orthodox. Het was eerder als een kunstschilder die zijn ezel pakt, ergens gaat zitten en begint te schilderen. Het buikgevoel en de intuïtie waren belangrijker dan een tot in de puntjes uitgeschreven scenario. Dat is overigens minder van de pot gerukt dan je denkt. Mike Leigh heeft ook zo gewerkt in Secrets and Lies. Als je rauwe emoties wilt, helpt het niet als je acteurs hun rol bestudeerd hebben.

Traumland heet een zerobudgetfilm te zijn. Hoe letterlijk mag ik dat nemen?

LAMBO: In dit geval vrij letterlijk. (lacht) Alles is gedraaid met een Canon 7D, een digitale camera. Het decor is de woonboot van Jan Dellaert, de cameraman – ik heb samen met hem nog het beeld van Duts gedaan. De crew bestond uit studenten en collega’s die zin hadden om mee te doen. En Roos Van Acker heeft een klein rolletje omdat ze toevallig in de buurt woonde. De film teert meer op goodwill dan op budget.

Iwein Segers speelt het hoofdpersonage. Naar zijn zeggen heb je hem gecast na een babbel van een kwartier op café.

LAMBO: Een kwartier? (denkt na) Dat zou ongeveer kunnen kloppen, ja. Pas op, ik had natuurlijk wel zijn show gezien. Ik wist wel dat ik iemand als hem zocht. Je weet bij Iwein Segers nooit wat echt is en wat niet. En tegelijk speelt hij een heel gevaarlijk spelletje door het antipathieke op te zoeken. Ik vond dat heel interessant voor de film. Plus: ik wilde geen acteur die te veel acteert. De Bill Murray van Broken Flowersdead pan – was wat ik in gedachten had.

Minder dan een jaar geleden is Dry Branches of Iran, deels op je gsm gefilmd in Iran, uitgekomen. Je volgende film, Los Flamencos, is al gedraaid. Dralen is er niet bij.

LAMBO: En ondertussen ben ik nog aan twee andere films en een documentaire bezig. (lacht) Het is simpel: een filmmaker moet filmen. Ik geloof dat het Urbanus was die zei dat je als filmmaker snel oud wordt in België. Elke film kost je vijf jaar. Daar had ik geen zin in. Onder impuls van buitenlandse voorbeelden als Khavn de la Cruz – veertig jaar en aan zijn zeventigste film bezig – ben ik zonder geld en met veel enthousiasme beginnen te filmen. Vrijheid is uiteindelijk het belangrijkste voor een regisseur. Het bepaalde soort authenticiteit dat ik in mijn films zoek, kun je alleen maar bekomen door vrijheid voor jezelf te creëren, wars van wat het publiek of de producenten verwachten.

Pas op: de meer traditionele paden van de Vlaamse cinema, daar wil ik ook wel mijn weg in vinden. Los Flamencos wordt een film in de Faits Divers-reeks. Een zwarte komedie met Herwig Ileghems over drie oude mannen die een bankoverval plannen vanuit een aanpalende begrafenisonderneming. Af en toe eens met een werkelijk budget werken, bij wijze van afwisseling voelt dat niet slecht. (lacht)

DANIEL LAMBO: ‘KINDHEKSEN, IETS WAT JE ALS WESTERLING NIET KUNT SNAPPEN, MAAR DAT WEL ANGST UITSTRAALT: DÁÁR WILDE IK EEN FILM OVER MAKEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content