‘Dit keer krijg je de echte Miami Vice. Alsof er nooit een serie was geweest.’ Regisseur Michael Mann over de donkere, volwassen bioscoopversie van zijn fenomenale tv-hit.

Michael Mann loopt te ijsberen door de lobby van de Pacific Arclight bioscoop op Sunset, Los Angeles, waar de internationale pers zo meteen Miami Vice te zien krijgt.

De grootste obstakels heeft hij intussen overwonnen. De Universal-studio ervan overtuigen dat dit een grimmige, sombere en volwassen (lees: met expliciete seksscènes gelardeerde) versie moest worden van de immens populaire tv-serie uit de jaren 80 waarin sekssymbool Don Johnson en zijn zwarte kompaan Philip Michael Thomas narcotica-agenten spelen die in de drugsonderwereld infiltreren. Na uitputtende research steracteurs Jamie Foxx en Colin Farrell door een genadeloze training jagen om de wapens, de gevaren en de psychologie van het undercoverwerk te testen. Tijdens de tien maanden lange draaiperiode in Florida en Zuid-Amerika bijbelse orkanen trotseren die onder meer de stunts met de speedboats verstoren. De wijk nemen naar de States voor de finale van de film nadat in de Dominicaanse republiek een man al schietend op de set verscheen (hij werd op zijn beurt neergeknald door een bewaker). De shoot reorganiseren nadat orkaan Wilma de productiekantoren in Miami van de kaart heeft geveegd. De geruchten counteren dat alles in het honderd loopt.

En dan was er ook nog al die herrie met bad boy Colin Farrell die tijdens de voorbereidingen kneuzingen opliep aan ribben en tussenwervelschijven en meteen na de opnamen voor drugs- en drankproblemen werd opgenomen in een ontwenningskliniek.

Maar uiteindelijk heeft de nu 63-jarige regisseur van Manhunter, Heat en The Insider zijn update van zijn grootste tv-succes op het witte doek gekregen zoals hij het wil. Nu alleen nog in de projectiecabine van de Arclight Theatre het beeld bijregelen en het geluid precies afstellen zodat niets verloren gaat van het uitgekiende design van zijn soundtrack en beeldregie.

Wie dacht dat Michael Mann met de terugkeer naar zijn grootste hit op veilig zou spelen, zal raar opkijken. Wat een lichtgewicht actiekanjer had moeten worden, is uitgedraaid op een zeldzame Hollywoodfilm die de toeschouwer niet voor een popcornvretende idioot neemt, maar integendeel voortdurend risico’s neemt. Miami Vice is een meedogenloos intens en bruusk geritmeerde film die voortdurend je aandacht opeist, die binnen de guns & drugs-plot scherpe karaktertekeningen en conflicten neerzet en in de preutse Amerikaanse cinema opnieuw een fikse portie stomende seks binnenloodst. En die natuurlijk ook in elk duister beeld, in elke koelbloedig in scène gezette shootout of in elk microchirurgisch effect de zelfverzekerde signatuur van de meester verraadt.

Exit pastelpolitie

Behalve het feit dat het detectiveduo nog altijd Sonny Crockett en Ricardo Tubbs heet (al worden ze dit keer vertolkt door Colin Farrell en Jamie Foxx), ingewikkelde undercoveroperaties uitvoert en een cover van Phil Collins’ In the Air Tonight de eindaftiteling siert, is er weinig dat teruggrijpt naar de hippe serie over de jacht van de pastelpolitie op de cocaïnecowboys. De film speelt zich de helft van de tijd niet eens af in Miami, waar de wateren trouwens niet langer turkoois zijn en de stranden sneeuwwit, want de nachtelijke high-definitionfotografie dompelt alles in zware fluwelen schaduwen. Het is de look die perfect past bij de levensgevaarlijke situaties waarin Crockett en Tubbs terechtkomen als ze in een kartel van drugskoeriers infiltreren om te achterhalen wie er de FBI-undercoveragenten heeft ingeluisd. Aanvankelijk denken ze dat ze alleen maar een stoere bende van Arische Broeders op de hielen zitten, maar dit blijkt een dekmantel voor een wereldomvattend misdaadsyndicaat. Crockett geraakt helemaal in de war met zijn nieuwe identiteit van drugssmokkelaar als hij keihard valt voor de Chinees-Cubaanse financiële bazin van het kartel (Gong Li), die ook de maîtresse is van de genadeloze Colombiaanse bendeleider (Luis Tosar).

Manns handelsmerk is een combinatie van een maniakale aandacht voor realistische details met een hypergestileerde vormgeving. Niemand die de wereld van flikken en boeven op zo’n authentieke manier in beeld zet. Wanneer in een film van Michael Mann iemand met een vuurwapen schiet, een safe kraakt of onderhandelt over de voorwaarden van een drugsdeal, trekt niemand de juistheid van elk woord of gebaar in twijfel. Je kan die fanatieke hang naar realisme en perfectionisme overdreven noemen, maar hij werpt wel vruchten af: je zit niet naar een film te kijken, je zit er zelf middenin.

Cameo Vice

Het is een gedreven, zelfverzekerde Michael Mann die twee dagen na de persvertoning in een suite in de Four Seasons in Beverly Hills voor ons zit en meteen van wal steekt met wat kennelijk het credo was van de productie. ‘We maakten deze Miami Vice alsof er nooit een serie was geweest.’

Blijft er dan niets meer over van het origineel?

Michael Mann: Toch wel: de ziel van de serie zit nog altijd in de film. Ook toen al ging het niet louter om een verhaal van politie en bandieten, maar werden de emoties van de karakters uitgediept. In de pilot zit Sonny Crockett al in een echtscheiding verwikkeld; hij zakt zo diep weg in het undercoverwerk dat hij de greep op de realiteit en op zijn eigen leven verliest. De verhalen werden niet netjes opgelost en eindigden soms tragisch. Miami Vice was een genre-oefening vol melodrama. Ook toen ging het al over undercoverwerk. De dynamiek tussen de twee hoofdfiguren blijft dezelfde: Ricardo Tubbs blijft de wispelturige kerel, al is hij nu wat gesetteld in zijn relatie met Trudy. Crockett blijft de charismatische en oppervlakkige versierder, maar je voelt dat er iets ontbreekt, je voelt een leegte in hem.

De basiselementen van de serie en de film zijn dezelfde, maar het laatste wat me interesseerde, was een remake. Mijn uitgangspunt was er een meer volwassen versie van te maken. Toen ik de serie maakte vond ik het behoorlijk frustrerend dat we ons voortdurend moesten inhouden wat seks, geweld en schuttingtaal betreft. Nu gaat het er allemaal realistischer aan toe. Als Tubbs en Trudy in de koffer duiken of samen onder de douche staan wordt er niet op een centimeter bloot gekeken. Dat kon niet in een tv-serie uit de jaren 80. Een liefdesscène is voor mij even dramatisch als een dialoog-confrontatie.

Wat ik ook absoluut wou vermijden is het camptoontje van veel filmuitvergrotingen van tv-series, met de obligate korte gastoptredens van de sterren van weleer. Dus komt Don Johnson niet plotseling het beeld binnenwaaien. Ik vertel het verhaal zonder knipogen en ook zonder nos-talgie, krokodillen en flamingo’s. Alsof je Miami Vice voor ’t eerst ziet.

Wat boeit u zo in het undercoverwerk?

Mann: Dat de personages dermate ver gaan in het fabriceren van een andere identiteit dat ze een supergechargeerde versie van zichzelf worden, dat ze acteurs worden in hun eigen leven. Met dit verschil dat als een undercoveragent een fout begaat, hij geen tweede take of een negatieve recensie krijgt, maar het met zijn leven bekoopt.

Voor een film die ‘Miami Vice’ heet, zijn er heel wat uitstapjes naar Cuba, Haïti en Paraguay.

Mann: Vergeet niet dat we ook in de serie al eens Florida durfden verlaten, denk maar aan de episode Smuggler’s Blues uit het eerste seizoen. Dat we nu veel weggaan uit Miami heeft te maken met de ingrijpende reorganisatie van de internationale misdaad door de globalisering. Criminaliteit is transnationaal geworden, de grenzen zijn opgeheven. Een figuur als Montoya zwaait de scepter over een gebied dat Triborder Region wordt genoemd, omdat Paraguay, Brazilië en Argentinië er aan elkaar grenzen. Dit is de draaischijf van trafiek in alle mogelijke waren, van het banale tot het exotische, van dvd’s en computersoftware tot wapens en grote geldstromen. Een van de meest corrupte regio’s ter wereld, die ook terroristen aantrekt en een Libanese gemeenschap heeft die financiële steun zou verlenen aan Hamas en Hezbollah. We trokken ook naar Uruguay omdat ik op Cuba niet kon draaien en ik daar de stand-in van Havana kon vinden.

De film oogt ook totaal anders dan de tv-serie: donker, groezelig. In hoeverre was high definition doorslaggevend in de stijl die u nastreefde?

Mann: Stijl is niet iets wat je op de film kleeft, het is onlosmakelijk verbonden met de ziel van de film en ook met de tijd waarin de film wordt gemaakt. In de jaren 80 was er een explosie van design, in meubilair, auto’s, mode, architectuur. De stad Miami speelde daarin een voortrekkersrol, denk maar aan de bouwstijl van de firma Arquitectonica. Nu heb je die trends niet meer. Dus moest ik Miami op een andere manier definiëren. Het spel met kleur en vorm in de kledij van de personages heb ik nu vervangen door de esthetiek van het landschap. Miami is nog altijd een erg sensuele stad, waar de fysieke schoonheid van afknalt, maar onder die aanlokkelijke oppervlakte loert voortdurend gevaar. In die zin is Miami een echte twilight zone, zoals Las Vegas in de seventies.

Hi-def was zeer belangrijk voor de sfeer en textuur van de film. Het grote voordeel is dat je de beelden meteen kunt manipuleren met de camera, en niet achteraf in het lab zoals het vroeger ging. Als je met gewone pellicule draait, worden de kleuren min of meer weergegeven zoals je ze ziet. Met digitale video kan je alle kanten op: als ik plotseling de behoefte voel om dit zachte wolkendek dreigend Wagneriaans te maken, stelt dat geen enkel probleem. Je kan in een handomdraai de toon van een scène radicaal wijzigen.

U werkt meer als een schilder.

Mann: Precies daarom ben ik er weg van.

Mist u dan de geur van het celluloid niet?

Mann: Ik moet eerlijk toegeven dat ik wel de eenvoud van film mis, maar je krijgt zoveel meer mogelijkheden in de plaats dat dit er niet tegen opweegt. Ik ben de weg van de hi-def ingeslagen toen ik Ali draaide en ik die beelden nodig had waarin Will Smith ’s nachts op zijn eentje door de straten van Chicago rent en ik dit aparte licht van een grijze ochtendhemel op video wilde capteren.

Het moeilijke is ook dat hoewel we op hi-def draaien en monteren, we tijdens het hele proces een strenge filmdiscipline hanteren, wat voor een echte cultuurbotsing zorgt. Bij traditionele filmopnamen kun je tijdens de montage uit duizenden meter pellicule makkelijk twee frames kiezen. In de computermentaliteit gaat het er losjes aan toe, zit iedereen maar te rotzooien en vaak bepaalt het toeval hoe iets uitvalt.

Uw intense manier van werken maakt het voor de acteurs heel afmattend. Eerst worden ze onderworpen aan een eindeloze mentale en fysieke training. Jamie Foxx noemt deze opnamen de taaiste tien maanden uit zijn carrière. Naar verluidt ging Colin Farrell er bijna onderdoor.

Mann: Iedereen raakt uitgeput tijdens mijn films, dat is gewoon de aard van het beestje. Maar je moet ook niet overdrijven. Je houdt gewoon het hoofd boven water, je put kracht uit jezelf om je erdoor te slaan. Oké, het is lastig, maar je moet ook voor ogen houden dat je je gelukkig mag prijzen dit beroep uit te oefenen, om door het vertellen van verhalen op zo’n intense manier andere werelden te kunnen verkennen. We zijn bevoorrecht. Ik vraag aan mijn acteurs en al mijn medewerkers dat ze ervoor gaan. Je krijgt geen tweede kans. Wat je doet, wordt vereeuwigd op film.

Ik wil dat mijn acteurs alles zelf doen: van de danspasjes tot het omgaan met vuurwapens en het onderhandelen tijdens drugsdeals. Om die salsa te kunnen dansen kregen mijn acteurs drie maanden training van een Cubaanse dansleraar. Alle vaardigheden van hun personages moesten ze zelf onder de knie krijgen; meer dan twintig agenten van het Bureau of Alcohol, Tobacco and Firearms en de Drug Enforcement Administration hebben ons daarbij geholpen. Dat levert tijdens de opname een veel grotere spontaniteit op. De acteurs vallen niet langer terug op hun techniek, maar voeren de handelingen uit alsof het hun tweede natuur is geworden. Het vergt inderdaad veel voorbereiding en kost bloed, zweet en tranen, maar het geeft aan hun gedrag een authenticiteit die je niet kan nabootsen. Het maakt alles wat ze doen doorleefd.

Buddy bullshit

Klopt het gerucht dat Farrell en Foxx niet met elkaar konden opschieten?

Mann: Klinkklare onzin. Colin en Jamie respecteerden elkaar. In het begin gedroegen ze zich afstandelijk, maar die afstand werd kleiner naarmate het werk vorderde en ze elkaar gingen appreciëren. Jamie is een doodeerlijke gast die geen emotie kan faken… Ze mochten elkaar, maar er was ook niet die kunstmatige Hollywood buddy bullshit, dat doen alsof ze plotseling niet meer zonder elkaar kunnen. Het waren gewoon professionals. En je kan die band tussen de personages niet faken, het publiek voelt dat die twee gozers op elkaar ingespeeld zijn.

‘Miami Vice’ is een heel gedurfde film. Je ziet nog zelden zo’n persoonlijke blockbuster. U bent kennelijk een van de weinige regisseurs in Hollywood die niet moeten inbinden voor de oprukkende infantiliteit en de obscene macht van de sterren.

Mann: Ik hou me niet zo bezig met wat andere regisseurs wel of niet mogen. Ik zie het zo: als je weet wat je wil en als je je wil doordrijft, krijg je heel veel gedaan. Ik geloof ook dat veel regisseurs die maar klagen dat ze dit of dat niet mochten doen, het zelf gezocht hebben. Na het succes van Lost kon J.J. Abrams elke film maken die hij wilde. Dat het Mission: Impossible III werd is zijn keuze. Ik heb altijd final cut geëist en afgedwongen, zonder dat dit vroeger ook ondubbelzinnig in mijn contract stond. Je moet er gewoon voor vechten.

En scoren aan de kassa uiteraard?

Mann: Niet noodzakelijk. Je moet praktisch en logisch zijn. Als je een gigantisch dure film maakt die grandioos flopt, moet je niet proberen om meteen daarna nog een duurdere film te maken. Je kan dan beter een goedkopere film maken, je hoeft niet zonder werk te zitten. Ik voel me het meest comfortabel met een budget zoals van Collateral, rond de 65 miljoen dollar. Het is niet bepaald mijn grote droom om films te maken van 200 miljoen dollar.

Het hangt natuurlijk af van project tot project. Ali was haast onmogelijk te financieren: geen enkele studio wilde in het avontuur stappen. Voor we een deal maakten wisten Will Smith en ik dat we zelf in de productie moesten stappen, zelf onze gage in de film moesten investeren, anders was ie er nooit gekomen. We hebben ons geld nooit teruggezien, maar wat kan ons dat schelen? We hebben de film gemaakt die we wilden.

Met Miami Vice lagen de zaken anders: de studio stond te popelen om deze film te maken. Alleen was hier de vraag: willen zij de film maken die ik wil maken? Toen ik in de herfst van 2004 met Universalbaas Stacey Snider ging onderhandelen, zaten we al in een periode waarin iedere grote zomerrelease een film voor alle leeftijden is, liefst een komedie, een stripverfilming of een sequel. Terwijl ik een donkere film voor een volwassen publiek wilde maken, een film die zo goed als zeker een R-rating zou krijgen (+17 tenzij onder begeleiding van een volwassene, nvdr.) wat voor een zomerblockbuster absoluut not done is. Het was aan mij om Universal te overtuigen dat zij er belang bij hadden dit soort film te maken. En dat is me gelukt: ik heb ze diets kunnen maken dat niemand zat te wachten op een slap afkooksel van een destijds populaire serie. Games als Grand Theft Auto: Vice City hebben het pad daarvoor helpen effenen: die zijn zo R-rated als maar kan en brengen toch honderden miljoenen dollars in het laatje. Universal heeft dan ook mijn redenering gevolgd en het risico genomen.

Vanaf 16/8 in de bioscoop

Extra op www.focusknack.be: (P.D.) anno 1986 over de tv-serie van ‘Miami Vice’

Door Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content