Van ‘uitstekend’ tot ‘onvergetelijk’: dEUS oogstte de voorbije maand lovende recensies tijdens het eerste deel van hun Pocket Revolution Tour. Anderhalve week voor hun concertreeks in de Ancienne Belgique trokken we mee de hort op met de band, dwars door Frankrijk. Op de tourbus, in de backstage tot zelfs op de podia: een all areas-verslag. ‘Dit is écht een Bon Jovi-moment!’ Door Peter Lissens Foto’s Charlie De Keersmaecker

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE

DE VOLLEDIGE FOTOREPORTAGE VAN ONZE MAN TER PLEKKE !

‘POCKET REVOLUTION’

UIT BIJ UNIVERSAL

MEER INFO OVER DE REST VAN DE TOURNEE VAN DEUS: WWW.DEUS.BE

onderd interviews in dertien dagen, een gouden exemplaar van Pocket Revolution na vijf dagen, vierentwintig buitenlandse shows in de eerste maand van de tour: de release van het nieuwe dEUS-album blijft wat het van in het begin was – een evenement. ‘ The fly-specked windows and the stinking lobbies, they’ll remain all the same‘, voorspelde Barman zes jaar geleden in The Ideal Crash. Zouden ze écht dezelfde gebleven?

De backstage lounge van l’Astrolabe in Orléans laat alvast weinig goeds vermoeden. Troosteloos, rommelig, rokerig. De muren volgekribbeld met nonsens door eerdere passanten, wachtend op Godot en Soundcheck. Band, crew en een handjevol hiphop- en filmtijdschriften liggen verspreid over de bevlekte, doorgezeten fauteuils. Stephan Misseghers ( drummer, nvdr. ) slaapt, Klaas Janszoon ( violist, nvdr. ) probeert dat te doen. Mauro ( Pawlowski, gitarist nvdr. ) leest, Vincent, de geluidsman, knipt z’n teennagels. In een schaal op de ijskast ligt een assortiment fijne vleeswaren te zweten.

Barman waait binnen en begroet ons trefzeker en met een stevige handdruk. Door de openstaande deur dreunt de soundcheck van het voorprogramma, het Franse Jeronimo, binnen. Barman grimast: ‘Phoe, ’t is weer de moeite. Allez, geen kwaad woord over die gasten zenne, maar doe toch de deur maar efkes toe.’ Morgen, in Parijs, speelt Millionnaire in het voorprogramma, wordt gefluisterd. ‘Klopt niet’, zegt Barman. ‘Morgen zijn het ook deze jongens. We hadden ze wel graag gehad, maar het management wou er geen geld in steken. Ik snap het niet goed. Het zou interessant geweest zijn. Voor ons en voor hen.’

Barman is intussen bezig met de samenstelling van de playlist voor vanavond, en dat is een spektakel op zich. Hij zucht, vloekt, steekt een sigaret op, zucht opnieuw, veert recht om de ghettoblaster luider te zetten: ‘Absynth Minded! Fucking great! Hoor hoe dat geproducet is. Awesome! Jean-Marie Aerts, jongens!’ Klaas is minder onder de indruk: ‘Klinkt niet slecht, maar ik dacht dat het Damon Albarn was.’ En dan, met een sardonische grijns: ‘Al doet het mij ook wat aan Guy Swinnen denken.’

De playlist is klaar. Terwijl hij z’n jas aantrekt, valt Barmans oog op een zoveelste krantenbericht over de snuivende Kate Moss. ‘Da’s nu al meer dan een week dat die Franse kranten het daar over hebben. Fucking hypocrieten! En die Doherty, wat is die eigenlijk van plan? Heeft er daar iemand nu al iets van gehoord, van Babyshambles? Wanneer treden wij op? Tien na tien pas, djeezes, da’s nóg vier uur!’ En weg is hij, de stad in. Het is me niet geheel duidelijk of hij het de voorbije twee minuten tegen zichzelf, tegen alle aanwezigen of tegen niemand in het bijzonder had.

De vier resterende uren duren een eeuwigheid. De landerigheid druipt van de muren. Vrijwel iedereen heeft verse sokken aangetrokken voor het optreden. Van stress of opbouwende spanning is nog niet veel te merken. Alans concerthemd desintegreert tijdens het strijken. De bassist ( Alan Gevaert, nvdr. ) vloekt. ‘Dat was m’n favoriete hemd!’ Stephan neemt zulke dingen filosofisch – en zeer Gents – op: ‘Alan, ik zeg u, als dat nu kapot gaat van het strijken, dan is het dat er al iets aan mankeerde.’

Dan, als op een afgesproken teken, zit iedereen plots rechtop. Er wordt rondgelopen, in de handen geklapt en met de vingers geknipt. ‘Jongens, een kwartier vóór het optreden is het band only, ok?’, deelt Barman vriendelijk maar beslist mee, terwijl de rest van de band uit volle borst I nearly lost you there meebrult. Het al even massaal meegezongen Erotic City is vervolgens onze cue om er tussenuit te muizen.

L’Astrolabe zit bijna vol. Een goeie 1000 man, een typisch Frans allegaartje van jong en oud, bourgeois en alternatief, metalheads, een paar goths, een verdwaalde Robert Smith-kloon. Pocket Revolution is geen voor de hand liggende opener maar het publiek laat zich met plezier meevoeren met de stuwende hartbeat-groove. Het is opvallend hoe Mauro nummers en gitaarpartijen naar z’n hand heeft gezet. Waar hij zich eind vorig jaar, tijdens de try out concerten, nog vrijwel onzichtbaar leek te maken en vaak plichtsbewust en nauwgezet Craig Wards partijen invulde, drukt hij nu nadrukkelijk z’n stempel op het groepsgeluid. Z’n fragiele zang tijdens Instant Street en de bijna snikkende, met dichtgesnoerde keel gezongen tweede stem in The Magic Hour zijn meesterlijk. De vocale harmonieën van vroeger zijn weer helemaal terug en de driestemmige q&a van Pawlowski, Gevaert en Barman in Fell of the Floor Man is erg knap. Al even opvallend:

Klaas Janszoon heeft in de live-mix een veel prominenter plaats gekregen. Nu hoor je pas hoé subtiel en tegelijk bepalend zijn inbreng is voor het groepsgeluid.

Mauro’s satanische geschater op het einde van Theme from Turnpike geeft het nummer een nieuwe en onvermoed demonische dimensie. Het publiek gaat na een aarzelend begin (‘Typisch Frans,’ zegt Barman, ‘ze komen pas los tegen het eind van de show’) helemaal door het lint, brult Worst Case Scenario van a tot z mee en roept de groep terug voor twee bisrondes. dEUS klinkt hard, strak en hongerig en speelt met een genadeloze ’take no prisoners’-attitude. Het is duidelijk dat Barman deze groep blindelings vertrouwt en zich meer op z’n gemak voelt dan ooit tevoren.

And now I’m all wound up and I don’t want to sleep anymore!‘ tiert Barman backstage. ‘ Fucking great concert! Het beste tot nu toe. Al had het eigenlijk slécht moeten zijn, want dit was onze generale repetitie voor Parijs. Hey Mauro! Die feedback, die klonk goed, man! Met zo’n rustige fade-in en dan… bang!’ Mauro, tegen ons: ‘Weet ge, ge hebt zo van die dingen tijdens de repetitie waarvan ge zegt, goh, hoe ga ik dit ooit kúnnen: die zang en dan tegelijkertijd die solo en met die feedback wat spelen. En dan plots komt er een moment dat ge niet meer begrijpt dat ge dat ooit niét gekund hebt. Begrijpt ge?’

De adrenalinestorm gaat vrij snel weer liggen. Wodka en whisky helpen, wellicht. In de zaal staan de fans in rij om een paar woorden te wisselen met de helden. Ze zijn van verschillende leeftijden en van beiderlei kunne. De fans die meegaan naar de bus daarentegen zijn vooral jong en vrouwelijk. Al hebben twee van hen wel hun vriendje mee. Mauro heeft ze al eens eerder gezien, meent hij. ‘Op een poster van Take That.’

Er wordt een feestje gebouwd op het trottoir. Uit de bus schallen Black Sabbath, Prince, ouwe Stones. De meisjes maken indruk met een Suzanna Hoffs-achtige oogopslag en kokette danspasjes en poses, Stephan Misseghers met een hilarische Peter Van den Begin-imitatie. Ton Maessen, de doorgewinterde tourmanager, opent een koffer met verhalen over tournees met Body Count (‘Ice T sprak aan tafel altijd met z’n maatjes over koetjes en kalfjes: ‘Weet je nog toen we het benzinestation van die met z’n bril overvielen?’), The Bad Seeds (‘Er zat er altijd wel eentje op de wc. En dat was niet omdat ze iets verkeerds gegeten hadden.’) en Prince (‘Ik heb die nooit gezien, hij liep met een soort wandelende kamerschermen om ‘m heen.’). Bij elk nieuw verhaal schuifelt Mauro dichterbij, een en al oor.

Datum: woensdag 28 september. Plaats: Parijs. Zaal: l’Olympia. Capaciteit: 2.500 man. Status: ‘Sold Out’. Ons oordeel: Niet het best gespeelde concert, maar onvergetelijk vanwege de sfeer.

In Parijs geen spoor van de landerigheid die Orléans typeerde. Stakes have gone up en de spanning is misschien niet te snijden, maar toch duidelijk voelbaar. L’Olympia is volledig uitverkocht. ‘Een complete verrassing is dat niet’, zegt manager Christian Pierre. ‘ Pocket Revolution is de best gepromote dEUS-plaat tot nu toe, en we hebben altijd erg sterk gestaan in Frankrijk. We wisten dus dat we iets speciaals moesten doen voor Parijs. Twéé concertdata – in de Bataclan, bijvoorbeeld – was een optie. Het werd uiteindelijk een Big Bang: l’Olympia. Uitverkocht en dus 700 man méér dan het grootste dEUS-concert tot nu toe.’

Dat de inzet groter is dan gisteren, is te merken aan de stemming. De sfeer is een stuk nerveuzer. De backline-opstelling wil niet vlotten en er is een probleem met de sampler van Klaas. Van de oorspronkelijke planning blijft al snel geen spaander meer heel. De soundcheck was gepland om vijf uur, maar om halfzeven is er nog niet het minste zicht op beterschap, terwijl het concert om negen uur begint. Uiteindelijk wordt rond zeven uur een overhaaste en chaotische soundcheck ingezet. Na een drietal nummers, niet eens volledig gespeeld, komt iemand van l’Olympia vragen om de repetitie zo snel mogelijk af te ronden. Het volk staat te drummen ‘ et on doit ouvrir les portes‘. De groep speelt nog dertig seconden verder en verlaat dan op Barmans aangeven – ‘ OK, enough, let’s go‘ – in commandostijl het podium. Erg geruststellend klonk het allemaal niet.

De band only – quarantaine duurt drie keer zo lang als gisteren. Wanneer de groep de backstage verlaat, spreken de gezichten boekdelen. Een brok zenuwen, allemaal, zonder uitzondering. Maar het concert is een walkover van begin tot eind. Oude nummers worden op uitzinnig herkenningsapplaus onthaald, er wordt gesmeekt om Hotellounge en Everybody’s weird, maar beide nummers blijven in de kast. Net als 7 days, 7 weeks, merkwaardig genoeg. De setlist lijkt stilaan in z’n definitieve plooi te vallen, maar het is onwaarschijnlijk dat de groep het zich in Brussel zal permitteren om de single niét te spelen.

Ondanks de extatische reacties raast de band in een donderwolk van het podium richting backstage. ‘Godverdomme! We fucked up!!’ Even later gooit de groep zich in een mean motherfucker van een bisronde. Suds & Soda klinkt slordiger, wat minder strak maar gevaarlijker en chaotischer dan gisteren. l’Olympia bedankt met een oorverdovende, minutenlange staande ovatie. De adrenaline raast haast zichtbaar door ieders lijf. Op weg naar de backstage krijgt Barman onze fotograaf in het oog, terwijl die de triomfantelijke aftocht van de groep registreert. ‘Charlie! Godverdomme! What the fuck are you doing here, man?! We hadden net een fucking Bon Jovi-moment! Ga het publiek fotograferen!’

Hun Britse boekingsagent Mike Greek en International Product Manager Dan Pamment van V2 Records stappen de backstage binnen: ‘ Now THAT was a show! Perfecte setlist, intens gespeeld. Een kleine dip middenin, maar dat werd meteen rechtgezet. Amazing! En dan dat arsenaal songs dat ze hebben!’ Barman komt erbij staan en neemt akte van de euforie. Beheerst, rustig en met een droog hemd om de ranke leden. Hij is nog geen tien minuten geleden van het podium gestapt. Verbazend hoe snel die geweldige adrenalineopstoot weer gaan liggen is. Ton Maessen: ‘Ja, dat is opvallend aan deze groep: ze staan snel weer met beide voeten op de grond. Plus: als ze een regelrechte stinker gespeeld hebben, dan vonkt en knettert het ook maar zo lang. Dat zijn dan wel 10 minuten dat je beter uit de kleedkamer wegblijft.’

‘Gaan jullie mee naar ’t feestje? Jullie moeten trouwens wat langer blijven,’ vindt Barman, ‘sedert jullie erbij zijn, spelen we gewoon schérper.’ Geluidsman Vincent beaamt dat, op weg naar de after party: ‘Het lijkt onnozel, maar het besef dat er de hele tijd een paar journalisten op onze vingers staan te kijken, houdt ons net iets scherper.’

Het valt op hoe gewoon en normaal alles verloopt. Verhalen van Belgische bands die ‘ooit de kleedkamer deelden met dEUS en daar meteen doorhadden dat dit hele speciale gasten waren’ worden hier alvast niet gevoed. De rider van de groep vermeldt dingen als ’twee flessen uitstekende rode wijn en een fles uitstekende witte wijn’ of ‘een fles vodka, een fles goede whisky en een fles goede cognac’. Veel sterke drank, dat wel, maar niets excessiefs, geen exuberante eisen. In principe geldt voor alle bandleden zelfs de regel ‘géén alcohol voor de show’. In principe… Maar goed, het zegt iets over de discipline en de vastberadenheid van deze groep. Ook de guestlist is niet meteen een Who’s Who in Hipland: Arno loopt hier rond, Geoffrey Burton en CJ Bolland ook, maar enkel omdat ze bevriend zijn met een of meerdere bandleden, niet omdat de band behoefte heeft aan een entourage met star quality. Daarnaast zijn er alleen de partners van band en crew.

Ook het feestje van vanavond is geen Sodom en Gomorra. Klaas en Stephan verdelen hun aandacht zo goed en zo kwaad mogelijk tussen publiek en wederhelft. (Alan: ‘Het is toch iets heel raars, zo’n eendags-gezinshereniging midden in een tournee’), Mauro geeft zich over aan Big Beats en dub, Tom voert lange, héél lange tooggesprekken met ietwat vreemd en dromerig ogende meisjes. Alan, elegantly wasted, vertelt hoe hij bij dEUS is terechtgekomen: ‘Ik heb lange tijd in het buitenland gewoond, in New York en in Noorwegen. De dEUS-gekte is daardoor een beetje aan mij voorbij gegaan. Mijn terugkeer naar België was een erg moeilijke periode. Ik heb twee jaar geen bas aangeraakt. Stilaan ben ik dan weer muziek gaan maken, onder andere voor een wereldmuziekproject in Gent en voor een kindertheaterproductie in Antwerpen. Dat was samen met Guy van Nueten. Op een dag kreeg ik een telefoontje van hem met de mededeling: ‘Als ze je straks bellen voor een auditie, zeg dan dat je kan zingen’. Het telefoontje kwam, ik heb auditie gedaan en voilà. Stephan kende ik al, de rest leer ik elke dag beter kennen.’

Tom Barman: ‘Het wordt een goed gevuld jaar. Als alles volgens plan verloopt, nemen we de laatste twee weken van december vrij. In januari gaan we naar de States. East Coast en West Coast, that’s it. Geen locale shows of eindeloos getoer in het Zuiden om een paar fucking rednecks wijs te maken dat we toch wel een goed groepke zijn. Hopelijk ook Australië. Dan een paar snoepreisjes. Dubai of zo. Niet dat we op zo’n plaatsen een stevige fanbase gaan opbouwen, maar ’t is plezant om er op die manier eens te komen. Verder ook Oost-Europa én Israël én de Palestijnse gebieden. Tel-Aviv links laten liggen, is een politiek statement. Alléén Tel-Aviv of de Palestijnse gebieden doen, is een statement. Naar alletwee gaan, dàt is onze fucking job doen. In maart, april komen we terug naar Frankrijk om in een paar grotere zalen te spelen, en dan zijn er de festivals. We doen ze allemààl. En als Australië niet doorgaat, duiken we misschien vroeger terug de studio in.’

Datum: vrijdag 30 september. Plaats: Dijon. Zaal: La Vapeur. Capaciteit: 1.000 man. Status: net niet uitverkocht. Ons oordeel: De manier waarop de groep hier ondanks technische moeilijkheden een mak publiek inpakte, is onuitgegeven

Om 7 uur ’s ochtends rijdt de tourbus het parkeerterrein van La Vapeur in Dijon op. Pas rond 11 uur vallen de eerste tekenen van leven te bespeuren. Een tournee is een kruistocht: zieltjes winnen voor de goede zaak. Godenzonen als kruisvaarders. Voor Stephan, Alan en Mauro is het wasdag. ‘Het is de hoogste tijd, straks begint de bus wéér te stinken.’ Eerst een paar korte radio-interviews, dan een balletje trappen: het is ook vandaag weer zoeken naar manieren om de tijd te doden. Barman beschikt over een uitstekende traptechniek en becommentarieert zichzelf met een nasale Rik de Saedeleerstem: ‘En Bààrman probeert het buitenóm, maar dààr is Klàààs Janszóóón.’ De manier waarop Mauro op z’n gloednieuwe puntlaarzen een bal in de lucht houdt is ontroerend en hilarisch tegelijk.

Het materiaal is opgesteld, tijd voor de soundcheck. Tom: ‘ Let’s go!’. Ton: ‘Wacht even Tom, Klaas moet eerst douchen. Het is nodig.’ Tom: ‘Jamaar, kan ‘m nà de soundcheck niet douchen?’ Ton: ‘Neen Tom, hij moét nu douchen. Het. Is. Nodig.’

In de kleedkamer, tijdens de countdown naar de show, blijkt Mauro in topvorm. Hij gaat eerst kennismaken met support act Hollywood Pornstars, gilt mee met Warpigs van Black Sabbath, speelt solo’s mee op de luchtgitaar en vertelt over z’n helden. ‘Rudy Trouvé! Da’s een absolute held van mij! En Craig Ward! En Alex Chilton! Daar heb ik een paar jaar geleden mee gespeeld. Zo’n lieve man. Nu ja, niet tegenover buitenstaanders, misschien, maar wel tegenover de leden van z’n band’.’ Mauro belooft me een compilatiecd’tje te maken met een paar ‘heel bijzondere dingen’. ‘Ken je Abruptum, die metalband met die dwerg als zanger? De dwerg staat vooraan op het podium in een kooi en krijgt door de anderen elektrische schokken toegediend. Z’n gegil is dan de zang. Of die band met twee gemuilkorfde pitbulls als vocalisten, Caninus?’ Waar haalt hij dat soort dingen in godsnaam? Mauro, vertwijfeld: ‘Maar mensen geven mij die dingen!! Overal waar ik kom, is het van Mauro, dit moet g’eens beluisteren, dit is echt iets voor u. Ik weet ook niet hoe het komt!’ Vervolgens haalt hij z’n scheergerei boven: kwast en artisanale scheerzeep. Noblesse oblige. ‘Pfff, zo’n gepenseeld snorretje scheren, is niet niks. Al goed dat ik kunstonderwijs gedaan heb.’

Ook La Vapeur is zo goed als een full house. De groep wordt gedwarsboomd door een erbarmelijk geluid, fluitende microfoons en een mak publiek. Maar het is hartverwarmend om te zien hoe ze en bloc weigeren om het optreden uit handen te geven. Geen nummer klinkt zoals het tijdens de vorige show klonk. Assault on Magnus, Sun Rah, Bad Timing,…: ze gaan telkens weer een eigen leven leiden. Suds & Soda krijgt minutenlang de vrije teugels, lijkt even te zullen ontsporen en wordt dan weer autoritair tot de orde geroepen. Na goed anderhalf uur staat ook deze zaal volledig in brand. Twéé bisrondes. Mission accomplished.

‘Fransen kunnen niét feesten’, stellen Alan, Mauro en Stéphan misnoegd vast, terwijl de zaal snel leeg loopt. Een koppel vijftigers komt Mauro nog snel vragen om hun ticket te signeren. Het gitaarwonder gaat ontroerd op zoek naar een pen. ‘Da’s toch geweldig! Die mensen hebben niets te bewijzen. Die komen enkel en alleen omdat ze ons zo goed vinden!’ De groep besluit om samen met support act Hollywood Porn Stars een feestje te bouwen in Le Jamaica, een behoorlijk foute club zoals je die normaal gezien alleen in skistations vindt. Iedereen moet zo’n beetje z’n eigen vervoer organiseren. Mauro rijdt mee met het busje van de Pornstars. Goed een half uur later staat iedereen met een pint of gin tonic in de hand te headnudgen op foute techno. Behalve Mauro. Hij is het laatst gezien hangend (!) aan de zijkant van het Pornstars busje. Volgens sommige bronnen werd hij even aan de ingang van Le Jamaica gesignaleerd, maar niemand kan dat bevestigen. Mauro is spoorloos. Een uur, twee uur, drie uur. Er wordt gebeld en ge-smst, zonder resultaat. Nieuwe verontrustende berichten sijpelen door: iemand was buiten foto’s aan het maken van enkele leden van de Hollywood Pornstars, waarop Mauro z’n gulp begon los te knopen en de fotograaf een welgemeend ‘ Photograph this!’ toesneerde. Dat was de laatste keer dat iemand ‘m gezien had.

Kwart na vier ’s ochtends. Iedereen zit op de toerbus. Behalve Mauro. En dan, plots, komt de ravenzwarte nachtegaal de bus binnengewankeld. Mauro: ‘Ja, na die rit met de Pornstars, mocht ik van de buitenwipper de tent niet meer in. Ik dacht: ‘OK, cool’. Ik ben ook buitenwipper geweest, ik ken de spelregels. Dus ik ben daar vlakbij in een parkje op het gras gaan liggen. Maar ik was zo zat en plots kon ik niet meer bewegen. Ik heb op de tast geprobeerd om jullie een berichtje te sturen, maar de helft van de gsm’s stond niet aan, man! Uiteindelijk heeft Ton me gevonden en me met een taxi terug laten brengen. Man, ik ben zo zat!’

De bus zet zich in beweging, en Mauro puft en wankelt en kreunt. Maar nauwelijks 20 minuten later gaat hij samen met Tom een broodje halen in een baanrestaurant. Mauro: ‘Deze avond doet me denken aan die keer dat ik met Tim ( Vanhamel, van Millionaire nvdr. ), Tims vriendin en mijn vriendin een huisje gehuurd had in de Ardennen. We hadden een fles absint mee en we hebben die samen leeggedronken. ’s Ochtends wist ik er niets meer van, maar blijkbaar hadden we de avond voordien ook foto’s getrokken. Jongejonge, wat dààr op stond!’ Mauro’s lotgevallen brengen Tom terug naar een meer dan wankele nacht in Nürenberg. ‘Het is soms in het kleinste, stomste gat dat je de meest onwaarschijnlijke dingen beleeft. We hadden daar niet eens gespeeld. We maakten een verplaatsing van meer dan twintig uur en de chauffeur moest slapen. In Nürenberg, dus. Ik ben bewusteloos gevallen na zo’n twintig tequila slammers, Klaas heeft daar bijna ‘nen Jimi Hendrix’ gedaan. Ongelofelijk.’

Tegen halfzes ’s ochtends zijn er nog twee passagiers van de bus wakker: Tom en een kennelijk herboren Mauro zitten gniffelend naar een Alan Partridge-dvd te kijken.

Datum: zaterdag 1 oktober. Plaats: Straatsburg. Locatie: Festival Ososphère. Capaciteit: onbekend. Status: net geen volle tent. Ons oordeel: Eén van de beste dEUS-concerten ooit.

Jongens, komt nu toch mee kijken, den Tom is keigoe aan het draaien’, port Klaas de makke troepen aan. Tom is inderdaad goed aan het draaien, als gast-dj op een festival waar Berlijnse elektro-whizzkids de plak zwaaien. En Berliners hebben een heel eigen idee van kwaliteitsbewaking, zo blijkt. Tom: ‘Daarnet kwam een van die gasten bij mij: ‘You sound great’, zei hij, ‘ but can you please put it back to 120 beats per minute. That would be more appropriate‘. En ik: ‘ I’ll speed it up a bit, then!’ Waarop hij weer: ‘ No, you have to slow it down! You’re too fast!

Stephan is wildenthousiast over The Young Gods. En dan vooral over hun drumsound. Ook naar Vitalic wordt hier door de band reikhalzend uitgekeken. De crew lijkt even wat door z’n krachten heen te zitten. Kinderen en partners worden node gemist. ‘Ik bel zelfs niet meer naar huis’, zegt iemand. ‘Dat is te zwaar, als ik bel, begint ze telkens weer te huilen aan de telefoon.’

Tegen de tijd dat Vitalic aan z’n set begint, hebben ook Mauro en Stephan zich comfortabel in de fauteuils genesteld. Tom stormt met de regelmaat van de klok de backstage binnen om te melden hoe geweldig Vitalic wel is. We geloven het best, maar de two-man-show van Misseghers en Pawlowski is té grappig en té verslavend. Misseghers zwelgt in z’n imitaties van Seinfeld en van Christopher Lloyd in Back to the Future, waarop Mauro’s verhalen over weirde Poolse tantes en gekke Italiaanse ooms naadloos aansluiten. ‘Een van mijn ooms is een wapenfreak en hij was heel trots op z’n Magnum. Hij spreekt ook erg gebrekkig Nederlands. Zo heeft hij eens een namiddag met dat kanon lopen zwaaien terwijl hij de hele tijd vergoelijkend ‘Zènne nie gelaaie, zènne nie gelaaie’ bulderde. Hij duwde dat ding voor de grap ook voortdurend onder de neus van een Marokkaans vriendje dat bij ons kwam spelen. Mijn tante liep de hele tijd te krijsen en hij: ‘Mo, allez, zènne nie gelaaie!’ Tot hij ineens in de mot kreeg dat er iets niet pluis was en de historische woorden sprak: ‘Och! Mor zènne tóch gelaaie..?!’

Uiteindelijk wordt er toch verkast. Het verhalenuurtje eindigt met Mauro die – met een kartonnen doos op het hoofd – een defecte, stervende robot speelt en door Misseghers naar buiten gedragen wordt. Nog geen twintig minuten later ligt Mauro dubbelgevouwen over de ballustrade te slapen, terwijl Vitalic oorverdovend door de zaal knettert.

Enkele uren geleden speelde dEUS hier, in La Laiterie, het beste concert van deze tour tot nu toe. Barman zong zelden beter dan vanavond. Hij grolt, maakt grimassen naar niemand in het bijzonder, schreeuwt z’n groep allerlei onverstaanbaars toe, headbangt, valt op de grond en rolt over het podium. Fantastische versies van Worst Case Scenario, What we talk about (when we talk about love) en Theme from Turnpike volgen elkaar op, en The Real Sugar wordt nadrukkelijk opgedragen aan Mark Sandman, de overleden frontman van Morphine.

Is dit dEUS in z’n beste line-up tot nu toe? Ton is voorzichtig: ‘Ze zijn heel goed op dit moment, maar de bezetting met Stef Kamil en Rudy is natuurlijk legendarisch. Het is moeilijk vergelijken.’

Dan geven we het antwoord zelf maar: dEUS speelt altijd in z’n beste bezetting. Het is een organische groep die – schijnbaar als vanzelf – steeds de beste muzikanten vindt voor dat welbepaalde punt in z’n evolutie. Wat deze groep zo uitzonderlijk maakt, is de maturiteit, de beheersing. dEUS heeft nog nooit zo strak, zo beheerst, zo goed gedoseerd en zo vanzelfsprekend geklonken. In een hele week hebben ze niet één matig concert gespeeld. Zelfs niet één gewoon goed concert. De ratings variëren van ‘Uitstekend’ tot ‘Onvergetelijk’. Het heeft er alle schijn van dat dit een groep is op het absolute hoogtepunt van z’n kunnen.

Peter Lissens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content