Een provocerende imago en een paar regels perfecte poppoëzie brachten Kylie Minogue het afgelopen jaar terug naar de top. Het gay-icoon werd de Lolita van de pop. Nu Europa plat ligt voor haar charmes, komt Amerika in het vizier.

Door Sveti Slavik

Maar er is nog méér veranderd. De aanstekelijke popdeuntjes van Stock, Aitken & Waterman spuiten dan nog wel uit de klankkasten van elke yuppie, maar Kylie legt zich thans toe op hapklaar dansvoer. En zie, het werkt: ‘Ik sta nog elke dag versteld van het succes van de afgelopen jaren. Can’t Get You Out of My Head is een uitstekend nummer, maar ik had nooit gedacht dat het zo vlot zou verkopen. Het is ondertussen mijn bestverkochte single ooit. Ik heb inmiddels geleerd om bescheiden te blijven onder het succes. Maar laat er geen twijfel over bestaan: ik ben een gelukkig mens.’

Pakweg vijf jaar geleden konden je albums op minder belangstelling rekenen. Hoeveel slapeloze nachten heb je daaraan overgehouden?

Kylie: Geen. Toen ik begin jaren ’90 een contract bij het Britse danslabel Deconstruction tekende, dacht ik mezelf te moeten heruitvinden. Ik had bovendien geen zin meer om het bestaande poppad te bewandelen. Maar ik heb snel ontdekt dat mensen geen boodschap hadden aan een alternatieve versie van mezelf. Met spijt in het hart ben ik na twee platen bij het label opgestapt. Ik was vastbesloten om mijn carrière terug op de sporen te zetten en op mijn elan verder te gaan.

Maar mij hoor je niet klagen: ik heb altijd het geluk gehad met getalenteerde mensen samen te kunnen werken en er lijkt geen einde aan te komen. Wie mij vijftien jaar geleden had gezegd dat ik er nu nog altijd zou staan, had ik eens goed door elkaar geschud.

Enkele jaren geleden zei je zelf dat de kans bijzonder klein was om ooit nog bovenaan de hitlijsten te komen.

Kylie: Je moet toegeven dat ik er op dat moment niet ver naast zat. Dingen veranderen voortdurend en om een of andere reden word je plotseling uitgespuwd door mensen die vroeger je platen kochten. Niets leek nog te lukken. Ik heb me er toen bij neergelegd dat het in de toekomst moeilijker ging worden om op die manier aan de bak te komen en ik ben op zoek gegaan naar nieuwe uitdagingen. Ik ben allesbehalve een pessimist, maar er komt een tijd dat je de waarheid onder ogen moet zien. Nu is er ineens opnieuw belangstelling voor mijn platen. Ik ben wellicht nog nooit zo populair geweest.

Toch haalde je al vroeg in je carrière meer verkooprecords dan bijvoorbeeld The Beatles en The Rolling Stones. Verhoogt dat de druk om altijd beter te presteren?

Kylie: Zeker weten. Maar ik lig er nog zo weinig mogelijk van wakker. Vroeger was het anders: nu eens moest die plaat het beter doen dan die plaat, dan weer moest dít nummer zoveel weken langer de hitlijsten aanvoeren dan dát nummer. Het zou fijn zijn om gewoon eens een album te kunnen opnemen en er verder niet bij stil te moeten staan. Maar ik zou liegen als ik zeg dat de verkoop van een plaat me volledig koud laat. Voor een stuk zal ik succes waarschijnlijk altijd blijven meten aan verkoopcijfers.

We hebben ons laten vertellen dat er bij je thuis nochtans geen platinaplaten aan de muur hangen.

Kylie: Dat is ook zo. Ik vind het leuk om in de prijzen te vallen, maar ik ben wellicht te bescheiden om ze ook uit te stallen. Je moet ook weten dat de prijzen van gisteren in de platenindustrie vandaag niets meer betekenen. In dit vak zijn er geen garanties. Wie denkt dat prijzen en platinaplaten eeuwige roem opleveren, heeft het fout. Ik neem ze niettemin nog altijd graag in ontvangst. Misschien beleef ik er nu zelfs meer plezier aan dan vroeger, want ik ben er ondertussen achter gekomen dat ze niet gewoon aan de bomen groeien. In het begin van mijn carrière ging alles namelijk vanzelf. Ik had nog maar net de schoolbanken verlaten of ik stond al op de set van de waanzinnig populaire soapserie Neighbours. Vervolgens bracht ik een plaat uit die onmiddellijk de winkels uitvloog. Platenzaken konden de vraag nauwelijks bijhouden. Bovendien eindigden alle nummers uit het album ook nog eens bovenaan de hitlijsten. Ik was nog geen twintig en het uitbrengen van succesvolle platen was al bandwerk geworden. Nu ik me door de zeven magere jaren heb moeten worstelen, weet ik pas dat het allemaal niet zo evident is.

Er moest een keer een einde aan komen.

Kylie: Klopt, maar probeer dat maar eens aan een tiener duidelijk te maken. Op een bepaald moment begonnen kranten zich tegen mij te keren. Ik begreep eerst niet waarom en vroeg me af of er geen belangrijkere dingen waren om over te schrijven. Nu weet ik dat je mensen gaat vervelen als je om de drie maanden een nieuw nummer uitbrengt, twee keer per dag op televisie komt en voortdurend op de cover van tijdschriften staat. Ik had er op een bepaald moment zelf ook genoeg van, maar zat vast aan verschillende contracten. Er zijn als tiener heus wel aangenamere dingen in het leven dan elke ochtend op een set te gaan staan en ’s avonds nog vlug een nieuwe videoclip in te blikken.

Aan je turbulente liefdesleven lijkt voorlopig een einde te zijn gekomen. Heb je daarom nu meer tijd om je op je muzikale carrière toe te leggen?

Kylie: Wat mijn liefdesleven betreft, heb ik al een tijd geleden de rust teruggevonden. Waarschijnlijk heeft dat inderdaad een invloed op mijn werk. Er is een tijd geweest dat ik ’s avonds alleen in bed kroop en me afvroeg wat er in godsnaam aan de hand was. De mediabelangstelling voor mijn liefdesleven maakte het er bovendien niet makkelijker op. Telkens ik met iemand een avondje ging stappen, las ik de dag erop in de krant dat ik een nieuwe vriend had. Terwijl ik op dat moment gewoon alleen in bed lag en ik de avond voordien ook gewoon alleen was gaan slapen.

Wat doe je in je vrije tijd nu je niet meer achter de mannen hoeft aan te lopen?

Kylie: Ik probeer wat te reizen. Er bestaat geen grotere luxe dan in een vliegtuig te kunnen stappen en naar om het even waar te vliegen. Al was het maar om even uit Londen weg te zijn. Begrijp me echter niet verkeerd, ik hou van deze stad. Daarom vind ik het af en toe ook leuk om hier wat rond te hangen of me gewoon enkele dagen in mijn huis op te sluiten. Mensen die vaak reizen hebben het soms moeilijk om zich ergens thuis te voelen. Dan helpt het al eens om wat vrienden uit te nodigen voor een etentje of een dag in je luie zetel te hangen.

We kunnen ons moeilijk inbeelden dat het in jouw geval makkelijk is om ergens rust te vinden.

Kylie: Daar heb je natuurlijk gelijk in. Om uit de buurt van fotografen en opdringerige fans te blijven, moet ik al naar het platteland trekken. Jaren geleden bracht ik met enkele vriendinnen af en toe ook een bezoekje aan Brompton Cemetery, het nabijgelegen kerkhof (Brompton Cemetery is een immense begraafplaats in de buurt van Earls Court, met een schat aan waardevolle grafkelders en standbeelden, red.). Als we ons weer eens ergens aan ergerden, liepen we naar daar om tot rust te komen. Het is er zo kalm en sereen.

Vind je het niet vervelend dat je al een kerkhof moet opzoeken om niet aangesproken te worden?

Kylie: Uiteindelijk valt het wel mee. Ik sta er zelfs van versteld hoe makkelijk het is om de deur uit te stappen en alledaagse dingen te doen. Natuurlijk word ik op straat vaak herkend, maar daar moet je nu eenmaal mee leren omgaan. Anders blijft er niets anders over dan je op te sluiten in een ivoren toren. Ik ben altijd beleefd tegen mensen die op me afkomen. Afhankelijk van de situatie is dat niet altijd even makkelijk, maar wees gerust: ik sta met beide voeten stevig op de grond. Ik kan wel tegen een stootje. Ik heb me weleens afgevraagd hoe het zou zijn om die herkenning te zien wegebben. Het heeft een tijd geduurd om ermee te leren leven en het zou vast en zeker ook een tijd duren om eraan te ontwennen.

Het klinkt als een verslaving.

Kylie: Ik weet niet of het verslavend werkt. Ik ben me er wel op elk moment van de dag van bewust. Het is een zachte pijn waar je moet leren mee omspringen. Ik heb ondertussen zelfs een soort zesde zintuig gekweekt dat me waarschuwt voor bepaalde situaties. Het jammerlijke is echter dat het je soms verhindert dingen te doen waar je zin in hebt. Maar er zijn ergere zaken in het leven. Ik ben er allesbehalve slecht aan toe.

Ik hoop dat dit niet al te verwaand klinkt, maar het is verbazend hoe gelukkig je iemand kunt maken door hem een handtekening te geven of op een simpele vraag te antwoorden. Ik vraag me weleens af waarom dat zo is. Ik snap het echt niet, maar goed: het is nu eenmaal zo. En het kost me niets. Als ik al eens slecht geluimd ben, kan dat mijn dag ook goed maken.

Je hebt er geen slechte ervaringen mee?

Kylie: Soms stapt iemand in een restaurant op me af, wanneer ik net een vork naar mijn mond breng, maar dat is meer vervelend dan onvergeeflijk. Er zijn overigens heus nog wel momenten dat werkelijk niemand me lastigvalt. Een paar jaar geleden ben ik bijvoorbeeld naar een concert van Beck getrokken en daar leek niemand mij op te merken. Ofwel wisten ze niet wie ik was ofwel kon het ze niets schelen. Mij maakte het niets uit, ik was er blij om. Op zo’n moment besef je weer dat de wereld niet rond jou alleen draait. Ik ben toen trouwens naar dat concert gegaan omdat ik ongelooflijk graag met hem wou samenwerken. Jammer genoeg is dat toen niet doorgegaan, maar daar ben ik niet rouwig om. Het zou leuk zijn geweest, maar misschien was er wel helemaal niets uitgekomen. Nadat ik Prince eens tegen het lijf was gelopen, heeft hij een nummer voor mij geschreven. Als vijftienjarige schreeuwde ik al Purple Rain luid mee en ik ben nog altijd een vurige bewonderaar, maar onze samenwerking liep uit op een sisser. Het nummer stelde niets voor en dat was het dan.

Nick Cave heeft ooit verteld dat hij een klein dozijn nummers voor je had geschreven tot hij er uiteindelijk een had neergepend dat hij je durfde te laten horen. Je moet de lat wel bijzonder hoog leggen?

Kylie: (lacht) Eind jaren ’80 ving ik op dat hij met mij wou samenwerken. Ik was overweldigd door het idee alleen al. Ik vond het op dat moment ook het gedroomde scenario, want ik ben eigenlijk altijd een beetje verliefd op hem geweest. Ik had verwacht dat hij direct op me zou afstappen, maar het heeft nog jaren geduurd. Blijkbaar was hij al die tijd op zoek naar het perfecte nummer om samen op te nemen. Ontroerend, toch? En dan kwam hij voor de dag met Where The Wild Roses Grow! Ik vind het nog steeds buitengewoon dat ik met hem in de studio heb gezeten en dat we een klein deeltje van ons leven samen hebben doorgebracht. Aanvankelijk wist ik niet eens zoveel over hem, behalve dat hij ook uit Melbourne kwam: ik heb ijlings zijn biografie moeten lezen. Aan de uitgeverij moest ik een quote bezorgen om op de kaft te zetten, maar het was een uitgelezen kans om de man echt te leren kennen. Ondertussen heb ik enorm veel respect voor hem gekregen.

Hoe staat het met je bioscoopcarrière?

Kylie: Die zit even in de koelkast. Ik heb al een hele tijd geen serieuze aanbiedingen meer ontvangen en ik heb het nu sowieso toch te druk. Ik hou echter nog altijd van acteren. Gelukkig sta ik nog geregeld op de set van een videoclip. Ik ben telkens weer gefascineerd door het feit dat er zoveel mensen rondlopen om hooguit vijf minuten film in elkaar te boksen. En het maakt niet uit of je onderaan of bovenaan de ladder staat: ze hebben elkaar allemaal nodig om het geheel tot een goed einde te brengen. Het is hard werken, maar er kruipt minstens evenveel inventiviteit als energie in.

copyright IFA/Vertaling en bewerking: Ben Van Alboom

‘Prince heeft ooit een nummer voor mij geschreven. Het stelde niets voor.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content