‘Philip Seymour Hoffman speelt Capote niet,’ zei Gerald Clarke, vriend en biograaf van de schrijver toen hij ‘Capote’ gezien had. ‘Gedurende deze film heeft hij hem doen verrijzen.’ Zijn Oscar heeft Hoffman dus niet gestolen.

Bij een figuur als Truman Capote kun je makkelijk vervallen in een imitatie. Hoe heb je je voorbereid?

Philip Seymour Hoffman: In wezen niet zo anders dan gewoonlijk. Ik had om te beginnen heel veel aan het script en ik ken mezelf en mijn lichaam intussen goed genoeg om te weten hoe ik het kan gebruiken. Daarnaast heb ik me gebaseerd op originele footage en een aantal audiotapes. Ik heb me wel beperkt tot materiaal van de periode dat hij aan In Cold Blood werkte. Dingen zoals Murder by Death, de film waarin hij meespeelt, vond ik nutteloos, omdat hij daar in wezen in de nadagen van zijn leven commentaar staat te geven op zichzelf. Op dat moment was hij al een parodie geworden, en daar gaat het niet over in Capote.

Capote sprak met een hoog, geaffecteerd stemmetje. Duurde het lang voor je dat kon nadoen?

Hoffman: Nee, dat ging tamelijk vlot. Maar ik wist van bij het begin dat die stem deel uitmaakte van een geheel. Als je die stem alleen neemt, lijkt het een oppervlakkig trucje. Het is pas als je andere aspecten van Capotes gedrag -zijn vreemde maniertjes, zijn opvallende tics – eraan toevoegt, dat het effect krijgt.

Had je schrik om aan overacting te doen?

Hoffman: Absoluut. Maar hoe Capote zich gedraagt of spreekt, is niet de essentie. Je hebt het nodig om die figuur tot leven te wekken, maar het is nooit belangrijker dan zijn daden. Als je daar de voorrang aan geeft, zit je over het algemeen goed. Tegelijk was Truman Capote een excentrieke en unieke kerel. Het is de bedoeling dat je een beetje geschokt bent als je hem voor het eerst bezig ziet. Toen Bennett (Miller, de regisseur; nvdr.) me een stukje van een documentaire uit 1967 toonde, wist ik ook niet wat ik zag. Niet alleen moest ik iemand spelen die een pak dunner was dan ik (Hoffman viel twintig kilo af voor de rol; nvdr.) maar die zich ook nog eens op een heel bizarre manier gedroeg. Ik wou het meteen opgeven. (lacht)

De film begint met een scène waar Capote mensen entertaint op een feestje. Waarom?

Hoffman: Omdat die eerste indruk zo cruciaal was. Iedereen die hem gekend heeft, zegt hetzelfde: bij de eerste ontmoeting wisten ze niet wat ze met hem moesten aanvangen, maar de volgende keer waren ze dat al vergeten. Daarom moet je meteen met je neus op dat gedrag geduwd worden, zodat je er na tien minuten niet meer op let.

‘In Cold Blood’ heeft Capotes carrière uiteindelijk ten gronde gericht. Kunnen we daar iets uit leren?

Hoffman: Dat je moet oppassen voor je grootste wensen. Soms kan datgene wat je het allerliefste wilt je het meeste verdriet en pijn berokkenen. Een morele les zou ik het niet noemen, ik zie het meer als een klassieke tragedie. Wat Capotes verhaal in mijn ogen nog pijnlijker maakt, is dat hij het snapt nog voor Smith en Hickock terechtgesteld zijn. Zonder dat besef zou hij zich aan het eind nog steeds voor de gek houden. Nu zie je hoe zijn ogen plots opengaan, als het al te laat is.

Bij Capote ging het om ambitie en drang naar erkenning. Hoe belangrijk is dat voor jou?

Hoffman: Ik wil niet opscheppen maar ik denk niet dat ik te weinig erkend word. Daar hoef ik niet meer naar te streven. Ik heb mijn ambities verwezenlijkt. Op zich is ambitie ook niet slecht. Jij en ik zouden hier niet zitten als we niet ambitieus waren. We willen allebei zo ver mogelijk geraken in de carrière die we gekozen hebben. Ik ben nu op een punt geraakt waar ik tevreden ben met wat ik bereikt heb. Ik voel geen brandend verlangen om nóg beroemder te worden. Mijn enige ambitie is om boeiende personages te creëren en dingen te doen die ik nog niet heb gedaan.

Hoe past iets als ‘Mission: Impossible III’ daarin?

Hoffman: Het is niet de eerste keer dat ik in een blockbuster speel. Eigenlijk doe ik dat al mijn hele carrière. Denk maar aan Twister, Patch Adams, Along Came Polly of Red Dragon. Maar ze vormen de minderheid. Ik neem ze er occasioneel bij omdat ik graag eens een nieuwe speeltuin probeer. Het helpt me vooruit als acteur. Along CamePolly was een slapstickkomedie en dat soort rollen vind je niet zo makkelijk in het ernstige genre. Net zoals het moeilijk is om een archetypische slechterik te spelen. Dat wou ik altijd al eens doen en ik ben blij dat het er met Mission: Impossible van gekomen is.

Capote promootte zichzelf schaamteloos. Kan een acteur zich dat permitteren?

Hoffman: Ik alvast niet. Niet omdat ik het onbehoorlijk vind, maar omdat ik geen zin heb om voortdurend over mezelf te praten. Ik zou het vreselijk vinden om constant die spots in mijn nek te voelen. Dus beperk ik het zo veel mogelijk tot interviews ter promotie van een nieuwe film. Ik heb geen problemen met de media of de pers, maar ik ga er niet zelf achteraan.

Word je vaak aangeklampt op straat?

Hoffman: Dat gebeurt en soms valt dat niet mee. Je anonimiteit verliezen is geen pretje. Ik herinner me een tijd waar ik me even vrij kon bewegen als jij. En plots begonnen de mensen naar me te staren. Dat is even slikken. Maar ook dat is een van die dingen die je pas begrijpt als het te laat is. (lacht)

Ruben Nollet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content