Er moet elke dag iets gebeuren. Anders voelt hij zich schuldig. Gert Verhulst zou het prettig vinden als hij kon zeggen: ‘Ik heb vandaag in de tuin gezeten en verder niets gedaan. Ik ben gewoon Gert Verhulst geweest en dat was voldoende.’ Maar zo ver is hij nog niet.

‘Slisse en Cesar’. Met Simonne Peeters en Frank Aendenboom. Vanaf 1 maart in Zaal Elckerlyc, Antwerpen. Tickets en info: tel. 0900-00 321

Door Jo De Poorter. Foto’s Stephan Peleman

Met Danny Verbiest en Hans Bourlon heb je de hand in bijna alles wat Studio 100 doet. Van de casting, over het lettertype op de affiche, tot de kleur van de stoelen in de zaal. Als je iets zou kunnen veranderen aan de productie ‘Gert Verhulst’, wat zou dat zijn?

Gert Verhulst: Ik ben eigenlijk een beetje mensenschuw. Als ik op een receptie sta met mensen die ik niet ken, weet ik bij god niet waar ik moet over praten. Ik denk ook altijd: waarom zouden anderen geïnteresseerd zijn in wat ik te vertellen heb? Dat is natuurlijk geen goed begin. Ik zou dus echt wat moeten doen aan mijn sociale vaardigheden. Ik raak nu al in de war als ik denk dat ik straks mijn auto moet halen in de parkeergarage. Het zweet breekt mij uit als ik denk dat ik mijn ticket in zo’n toestel moet duwen, met mensen om mij heen. Het eerste wat mij bekroop toen ik een afspraak maakte met jou, was: hoe kom ik daar in godsnaam, waar parkeer ik, hoe vind ik het?

Zegt de man die een pretpark leidt, twee kranten uitgeeft, een theater drijft, en tientallen uren televisie per maand maakt.

Verhulst: Ik ben heel verlegen en heb het daar vaak moeilijk mee. Daarom blijf ik ook altijd weg van recepties en feesten. Ik sluit me het liefste op in mijn huis. Luiken dicht, deur op slot en vrouw en kinderen bij de hand.

Waar kijken jouw kinderen naar op televisie?

Verhulst: Verplicht naar alles wat wij maken. ( lacht) Neen, zij hebben nog de leeftijd, zes en zeven, om onze programma’s leuk te vinden. Viktor is vooral een Pokemon-fan en Marie houdt van Barbie. Ik heb wat dat betreft een ouderwetse zoon en dochter.

Lijken ze op jou?

Verhulst: Marie lijkt fysiek op mij en Viktor qua karakter. Hij is in zichzelf gekeerd, net als ik. Ik denk veel meer dan ik zeg. Ik ben zoveel aan het denken dat ik vaak moeite heb om simpele dingen uitgedrukt te krijgen. Het is een grote warboel in mijn hoofd en het is niet altijd makkelijk om het er geordend uit te krijgen.

Als mij zou worden gevraagd jou te omschrijven, en ik ken je toch een beetje, zouden de termen ‘verlegen’ en ‘denkend’ daar niet in voorkomen.

Verhulst: Ik hoor wel vaker van mensen die mij langer kennen, dat ik nors en vervelend overkom. Dat is natuurlijk in ons vak niet echt een troef. ( lacht) Kijk, ik probeer altijd met iets waardevols bezig te zijn. Daarmee bedoel ik: ik wil altijd productief zijn. En dat is heel vermoeiend. Als ik een dag geen liedje heb geschreven, voel ik me schuldig. Ik ben zo geboren, ik kan het niet helpen. En dat is vaak slopend. Je kunt me niet gelukkiger maken dan met me pasta te laten bereiden. Het gevoel om met ei en bloem iets te maken wat je anders alleen in de winkel kunt kopen, geeft me de opperste voldoening. Ik ben ook raar gebiologeerd door documentaires op televisie waarin je bijvoorbeeld ziet hoe een baksteen wordt gemaakt. Om die reden speelde ik ook graag met Lego. Dat is mijn belangrijkste drijfveer: van niets iets maken.

Lijk je nog een beetje op het kind dat je ooit was?

Verhulst: Ik heb de indruk dat ik niet zoveel veranderd ben. Ik had vroeger wel een ongelooflijke behoefte aan aandacht. Daarom trad ik vaak op tijdens school- en familiefeestjes. Ik wilde heel graag beroemd worden. Hoe of wat, wist ik niet, maar het moest. Neen, ik wilde eigenlijk een quizmaster als Mies Bouwman worden. Maar ik kreeg al onmiddellijk tegenkanting van het buurmeisje met wie ik speelde. Zij wilde hetzelfde en zij had haar geslacht voor. Dus, ik was ertoe veroordeeld om quizkandidaat te zijn. Maar al snel had ik me opgewerkt tot de ster van de show. Ik had altijd een kist met kleding en pluimen, veel pluimen. Het is eigenlijk verbijsterend dat ik niet verder gegaan ben in de pluimen. ( lacht)

Verder had ik een vrij onbezorgde jeugd. De enige vlek op mijn jonge jaren was de muziekschool. Daar wou ik niet naartoe, maar ik moést. Ik heb toen ook een instrument gekozen waardoor ik niet op de fiets moest: de cello. Het mooiste moment was toen ik op mijn cello gevallen ben, en die vier weken in herstelling moest.

Toen je twaalf was, zat je al in een televisieprogramma.

Verhulst: De dag na de eerste uitzending, die rechtstreeks was, moet een van de mooiste uit mijn leven zijn geweest. Ik was de held op school. Al op de tram keek ik om me heen of ik niet herkend werd. En ook bij de BRT liep ik rond alsof ik er thuishoorde. Ik vond het vreemd dat ik eerst nog een paar jaar naar school moest en niet meteen kon beginnen.

Het toelatingsexamen bij Dora Van der Groen aan het conservatorium van Antwerpen was je eerste confrontatie met de harde werkelijkheid.

Verhulst: Ik werd geweigerd en dat heeft me heel erg gekwetst. Ik dacht dat ik op applaus van de jury onthaald zou worden. Iedereen in mijn omgeving vond mij geweldig en dan zei zo’n vrouw dat ik ‘misvormd’ was. Ik heb ook jaren gedacht: die Dora Van der Groen, als ik haar tegenkom, doe ik haar iets.

Had ze gelijk, achteraf bekeken?

Verhulst: Ik denk het niet. Sorry, Dora, maar ik vind het allemaal zeer delicaat wat je daar doet met een jong mensenleven. Kijk, als ik nu acteurs auditie laat doen voor een rol, zeg ik dat iemand bijvoorbeeld niet geschikt is voor een rol. Aan het conservatorium beslist zo iemand dat je iets niet mag leren. Dat vind ik niet correct. Maar goed, uiteindelijk ben ik nu veel gelukkiger dan ik ooit had kunnen worden als acteur in pakweg Het Toneelhuis.

Hoe weet je dat zeker?

Verhulst: Omdat ik nu voor honderd procent doe wat ik wil. Als mijn carrière morgen stopt, dan heb ik daar vrede mee. Ik heb bereikt wat ik wilde, ik ben volmaakt gelukkig.

Of neen, ik zou graag van de dwang afwillen. De dwang om altijd maar te presteren. Ik denk dat je maar écht gelukkig kunt zijn als je af en toe kan zeggen: ik heb de hele dag op mijn stoel in de tuin gezeten en ik heb het geweldig gevonden. Ik ben vandaag Gert Verhulst geweest en dat was voldoende. Het is een lange weg, maar dat moet het doel zijn.

Uit welk gevoel is jouw nieuwe theaterbewerking van ‘Slisse en Cesar’ ontstaan?

Verhulst: Eigenlijk is het vrij simpel: omdat ik Slisse en Cesar nog eens wou zien. De reeks op VTM vond ik niet erg geslaagd en ik had de drang om weer iets uit de grond te stampen. Het is een stuk amateurtoneel, maar dan met beroepsmensen.

Jij speelt op tv en in de zalen zelf ook nog altijd een rol, die van een alleenstaande jongeman die samenwoont met de bobtail Samson. Maakt dat na twaalf jaar nog veel los bij de mensen?

Verhulst: De meeste kinderen komen maar tot mijn kruis, dus die zien mij niet of herkennen mij niet. Het zijn veelal de ouders die hun kinderen teisteren om mij te herkennen. Ik heb meer impact op hen dan op de kinderen.

Maak jij nog dames onrustig?

Verhulst: Te weinig. ( lacht) Maar niet iedereen is op zoek naar sekssymbolen!. En niet alle mannen vallen op Tanja Dexters! Ik krijg niet dagelijks brieven van mensen die met me in bed willen duiken. Er is een vaste schare fans, vooral Nederlanders, die naar alle shows komen. En er is één mevrouw geweest, die wel hevig was. Die heeft mij heel veel smachtende brieven gestuurd, zelfs een geschreven in haar eigen bloed. Haar vriend – type met grote snor, lang haar en een tatoeage – had een kopie van die brieven gevonden, was heel boos geworden en zou me wel weten te vinden. Ik ben toen wel wat ongerust geweest. We hebben de politie er zelfs moeten bijhalen. Die zijn die juffrouw gaan opzoeken en het bleek toch om iemand te gaan met een paar problemen.

Kijk je veel televisie?

Verhulst: Ja, maar minder dan vroeger. De reden waarom we nu investeren in Slisse en Cesar is dat we in een grote theatertoekomst geloven. Televisie is geen bijzonder evenement meer, theater nog wel. Mensen kleden zich op, gaan in een zaal zitten, het doek gaat op. Dat is een gebeurtenis. Behalve het Songfestival, en een voetbalwedstrijd van de nationale ploeg misschien, zie je op tv nog zelden een gebeurtenis.

Je produceert, acteert, regisseert, schrijft. Hoeveel tijd is er nog over om papa te spelen?

Verhulst: Ik heb het voordeel dat ik heel snel werk, en snel beslissingen kan nemen. Er zijn liedjes die ik op een kwartier schrijf. En dan nog niet de simpelste. Je hebt mensen die een maand nodig hebben voor één nummer. Mijn familie mist mij niet méér dan het geval zou zijn als ik een ander beroep zou hebben. ’s Morgens ontbijten we samen, een kwartiertje. En ik probeer thuis te zijn voor de kinderen in bed liggen. In het weekend ben ik vaak thuis, maar dan zijn zij weg, naar een feestje of zo. Zit ik daar alleen! ( lacht)

In de zomervakanties schrijf ik meestal een musical, liggend aan het zwembad, terwijl andere vaders Humo lezen. Mijn kinderen komen op die manier geen aandacht te kort.

Hoe meer je hebt, hoe minder je nodig hebt: klopt dat?

Verhulst: Ik vrees van wel. Ik woon nu in een heel mooi huis, maar ik zou met veel plezier in een klein appartementje gaan wonen. Ik zou niets missen. Alleen is de zekerheid dat het anders kan wel prettig. Maar dat hoeft zich niet te vertalen in materiële dingen.

Er was sprake van een bioscoopfilm rond de meisjes van K3. Bert Anciaux had daar zelfs subsidiegeld voor over. Is de film uitgesteld of afgevoerd?

Verhulst : De film is uitgesteld, omdat wij niet genoeg geld van de overheid kregen om hem op een goeie manier te maken. Zo simpel is dat.

Vind je dan dat zo’n commercieel project overheidssteun moet krijgen?

Verhulst : Ja, zónder kan je in ons land geen film maken. Jij, ik, iedereen betaalt belastingen. Van dat geld wordt een potje aangelegd voor het produceren van films. Dat wordt doorgaans geïnvesteerd in films die slechts 1 procent van de bevolking aanspreken. Dat is toch al te gek? Mag een populaire film ook eens wat geld krijgen, zodat het grote publiek, die andere 99 procent van de belastingbetalers dus, ook kan meegenieten van zijn eigen geld?

Er is trouwens al vaker overheidsgeld gestopt in populaire projecten, toch? En niemand zegt dat er over die subsidie geen goeie afspraak kan worden gemaakt. Stel dat er enorme winst gemaakt wordt – wat met een Vlaamse productie onwaarschijnlijk is, maar goed -, dan kan je toch afspreken dat het door de overheid geïnvesteerde geld wordt terugbetaald?

VT4 zal met zijn komst naar Vlaanderen de reclame rond zijn kinderprogramma’s moeten bannen. Vind jij het verkeerd dat er geen reclame mag worden gevoerd rond jouw ‘Plop’ en ‘Big en Betsy’ op VTM?

Verhulst: Dat is een heel moeilijk debat. Je kunt daar niet gewoon voor of tegen zijn. Het pijnlijke is dat er buitenlandse zenders zijn, die wij hier kunnen ontvangen, die wél reclame rond kinderprogramma’s uitzenden. Kindernet is daar een voorbeeld van. En alle Nederlandse publieke omroepen zenden reclame uit rond kinderprogramma’s. Die zitten hier allemaal op de kabel. ‘Kunnen wij niets aan doen’, zegt de overheid. ‘Valt buiten onze bevoegdheid.’

Het is niet eerlijk dat wij niet mogen doen wat onze concurrent 50 km verder – in het buitenland welliswaar – wel mag doen. We zouden ook met Studio 100 in Nederland een kinderzender kunnen starten en die op Vlaanderen richten.

Maar even principieel: stel dat het op Europees niveau kan worden geregeld, ben jij dan voor of tegen?

Verhulst : Ik ben – onder strikte voorwaarden – een voorstander. Want, weet je, je houdt het niet tegen. Mensen die zich met kijkcijfers bezighouden, weten dat Familie een van de populairste programma’s is bij kinderen. Meer dan de meeste kinderprogramma’s die voor hen bedoeld zijn. En die soap wordt onderbroken door reclame.

Kinderen krijgen ook folders van speelgoedwinkels in handen en zien billboards op straat met reclame. Dat is niet tegen te houden. En dat is ook niet per definitie slecht. Ik weet nog dat ikzelf als kind reclame leuk vond. Ook als volwassene kijk ik graag naar reclame, zonder alles meteen te willen.

Sinds de opening van Plopsaland in 2000 is het bezoekersaantal teruggelopen. Is het pretpark een verkeerde investering geweest?

Verhulst : Ik moet die berichten tegenspreken. Ons tweede jaar is beter geweest dan ons eerste jaar. En het gaat dit jaar ook goed. Vorig jaar was niet schitterend voor de parken in het algemeen. Dat hing samen met het slechte weer, ’11 september’ en meer van die dingen die wij niet in de hand hadden.

Een aantal mensen beweert dat voor elk nieuw personage van Studio 100 de poppetjes, de kranten en de sinaasappels al klaarliggen.

Verhulst : Ik moet die mensen teleurstellen, zo werkt het niet. Ons eerste doel is: een goed programma maken. Daarna zien we wel. Als de mensen het niet waarderen, kunnen wij nog zoveel poppetjes maken, verkopen doen we ze niet. Wij verkopen onze programma’s ook nog altijd aan de zenders. Er zijn Japanse producenten die hun series gratis aanbieden omdat ze zoveel aan de merchandising verdienen. Ik kan je bijvoorbeeld verklappen dat de merchandising rond Piet Piraat (Ketnet) zeer minimaal is.

Ben jij een goed acteur?

Verhulst: Neen. Maar ik mocht het niet leren. Van Dora Van der Groen. ( lacht) Ik heb niet de pretentie om te zeggen dat iets wat ik doe fantastisch is. Ik heb vorig jaar Robin Hood geregisseerd en dat was oké.

Je vindt jezelf geen uitzonderlijk acteur of regisseur, waar ben je wél heel goed in?

Verhulst: Er zijn weinig uitzonderlijke talenten. Ik zie er rondom mij ook heel weinig. Ik ben goed in het mij inbeelden hoe iets zal zijn. Als ik een idee heb, dan klopt dat vaak bijna helemaal met hoe het er zal uitzien. Ik weet vrij nauwkeurig in te schatten of iets haalbaar of realistisch is.

Hoe ging dat vroeger? Je stond na de afwijzing van het conservatorium vrij snel op de planken van de Antwerpse KNS, naast Ward De Ravet en Anton Peters. Was dat goed ingeschat?

Verhulst: In geen geval. Iedereen was daar gefrustreerd. Van directrice Ivonne Lex, omdat de acteurs niet beter speelden, tot de acteurs, omdat ze geen betere rollen kregen. Vroeger was alles beter, was daar het motto . Ik werd er gek! Ik heb het in die periode erg moeilijk gehad. Jaren heb ik de afwijzing aan het conservatorium als een heel grote mislukking gezien.

Het je je ooit afgevraagd wat er zou zijn gebeurd als je wél was aanvaard?

Verhulst: Ik weet niet of zij genoeg impact zouden hebben gehad om mij te veranderen. Ik hou heel erg van iets als Slisse en Cesar en zij niet. Maar ik kan geen kwaad woord zeggen over Het Toneelhuis, want ik ga niet. Maar de meeste mensen gaan niet naar Het Toneelhuis. Dus dat scheelt. ( lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content