De controverse die ‘Alexander’ uitlokt, doet misschien anders vermoeden, maar toch is de sandalenfilm geen typische Oliver Stone-prent. ‘De film kost handenvol geld, ik heb nooit eerder een historisch drama gemaakt en bovendien is de held een biseksuele androgyne intellectueel.’ Door Dave Mestdach

‘ALEXANDER’

VANAF 5/1 IN DE BIOSCOOP

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE

VROEGERE INTERVIEWS MET OLIVER STONE

Met een royaal budget van 160 miljoen dollar – zoveel heeft de Duits-Amerikaanse superproductie Alexander gekost – kun je heel wat kopen in het leven. Een absolute vedettecast aangevoerd door Colin Farrell, Angelina Jolie en Anthony Hopkins bijvoorbeeld om getooid in toga of harnas het even intense als korte leven van Alexander de Grote (356-323 voor Christus) te verbeelden. Of duizenden historisch accuraat aangeklede figuranten en een imposante batterij computers om de legendarische triomfen, steden en legers van de visionaire veldheer tot leven te wekken.

Wat je helaas niet kunt kopen, is gewaarborgd succes, zelfs al heet je Oliver Stone en kun je een palmares voorleggen waarop kritische en commerciële successen prijken als Platoon, Wall Street, JFK of Natural Born Killers. Alexander bleek aan de Amerikaanse boxoffice lang niet zo onoverwinnelijk als zijn martiaal bevlogen protagonist. Met een schamele 13,6 miljoen dollar tijdens het openingsweekend beleefde de epische film er zelfs een regelrechte afgang. Komt het door de openlijk biseksuele en oedipaal geplaagde protagonist? Ligt het aan de flashbackstructuur waarin Anthony Hopkins als generaal Ptolemaus herinneringen oprakelt aan de Macedoniër wiens imperium zich uitstrekte van Griekenland tot India? Is het omdat Stone zijn flamboyante bazookastijl grotendeels opbergt voor een veeleer traditionele mise-en-scène? Of heeft het mainstreampubliek na Gladiator en Troy gewoon eventjes genoeg van drie uur durende sandalenfilms? Eén ding is zeker: aan het enthousiasme waarmee Oliver Stone over zijn duurste en misschien wel meest ambitieuze filmproject praat, zal het niet gelegen hebben. Een energiek gesprek over humanistische tirannen, seksueel avontuurlijke helden en commerciële hybris.

Alexander de Grote wordt gezien als een visionair leider die volkeren verenigde. Niettemin dienden duizenden mensen indertijd het loodje te leggen voor die verenigingsdrift.

Oliver Stone: Dat klopt. Maar je mag niet vergeten dat Alexander leefde in een tijd waarin stammentwisten nog heel geregeld voorkwamen. Zo was India indertijd weinig meer dan een met bloed besmeurde jungle. Van hedendaagse begrippen als ‘naties’ of ‘allianties’, was nog lang geen sprake. Ik ben ervan overtuigd dat Alexander uiteindelijk meer mensenlevens heeft gespaard dan verspild. Hij was namelijk de allereerste in de geschiedenis die wees op het belang van interculturele samenwerking en het verenigen van volkeren. Achter zijn veroveringstochten – hoe bloedig die soms ook waren – stak dus een geopolitieke en voor die tijd zelfs opmerkelijk humane visie. Hij voerde wetten in, bouwde steden, zorgde voor veiligheid en politieke stabiliteit en introduceerde filosofie en literatuur in oorden die tot dan toe enkel de wet van de sterkste hadden gekend. Hij was ’s werelds allereerste globalist. Zijn culturele erfenis kan nauwelijks worden overschat en geldt nog steeds als een voorbeeld. Tenslotte was hij de enige die het Oosten en het Westen ooit op een constructieve manier heeft weten te verenigen. Kijk maar eens naar de politieke realiteit van vandaag. Dan besef je hoe moeilijk dat is.

Daarvoor gebruikte hij dan wel de harde hand en desnoods de hakbijl. Een democraat kan je hem bezwaarlijk noemen.

Stone: Ach. Tiran of democraat: het zijn termen die door de geschiedenis werden gecorrumpeerd. Ook een begrip als ‘oorlog’ werd door de geschiedenis aangetast. Vroeger doodde je je vijand met een mes of een speer terwijl je rechtstreeks in zijn ogen keek. Tegenwoordig is het een wreedaardig computerspelletje, een anonieme druk op een knop die resulteert in abstracties als ‘collateral damage’. In de tijd van Alexander had oorlogsvoering nog iets eervols. De mens leefde van de oorlog en ging jagen om te overleven. Vergeet dan ook dat historische revisionisme en bedenk eens hoe ongelooflijk zijn verwezenlijkingen wel waren: hij heeft een imperium opgebouwd waarin alle veroverde volkeren werden geïntegreerd en dat honderden jaren heeft standgehouden – als we de burgeroorlogen meteen na zijn dood tussen zijn generaals onderling tenminste even buiten beschouwing laten.

Over zijn dood gesproken: de geschiedenisboeken leren ons dat Alexander op 32-jarige leeftijd vermoedelijk aan uitputting, tyfus of malaria is gestorven, terwijl je in de film oppert dat hij werd vergiftigd door zijn generaals?

Stone: Klopt. En dat is erg aannemelijk. De generaals die Alexander omringden waren na verloop van tijd stuk voor stuk schatrijk en oppermachtig. Maar ze waren ook elf jaar lang weg van huis en kregen nooit de gelegenheid om van die status te genieten. Waar moesten ze in godsnaam de grote Jan uithangen en waaraan moesten ze hun geld uitgeven? Ze waren duizenden kilometers van hun thuisland Macedonië of een van de Alexandriës verwijderd. Dat moest frustratie en corruptie in de hand werken.

Heeft Alexander niet gewoon de menselijke aard van het beestje overschat? Macht corrumpeert nu eenmaal, zeker als ze moet worden verdeeld.

Stone: Natuurlijk heeft hij de mensheid overschat. Hij heeft zelfs zijn eigen vrienden overschat. Cassander, één van zijn generaals, heeft na zijn dood zelfs valse dagboeken onder de naam van Alexander uitgegeven. Dat deed hij om zijn eigen claim op de opvolging te rechtvaardigen en om Alexanders integriteit te besmeuren. Ook zijn integratiepolitiek – alle volkeren werden gelijkwaardig behandeld en stonden naast, en niet onder, de Macedoniërs – wekte frustratie op. In veel geschriften werd hij daarom gedegradeerd tot een decadente dronkaard en een machtswellusteling. Het is dan ook fascinerend om vast te stellen dat Alexander die postume lastercampagne heeft overleefd en desondanks de geschiedenis is ingegaan als ‘de Grote’. Waarom? Omdat de waarheid alle leugens en propaganda uiteindelijk overwint. Kijk naar de moord op JFK: we werden indertijd ook verondersteld de officiële versie te geloven dat Lee Harvey Oswald de president helemaal in zijn eentje had vermoord, maar de waarheid is anders en vroeg of laat sijpelt dat ook tot bij het grote publiek door. Daarom hoop ik, bid ik dat de mensen de Alexander in deze film zullen zien als een jonge idealist en pragmaticus die ondanks zijn jeugdige leeftijd het politieke leiderschap van de hele wereld op zijn schouders durfde te nemen. Dat is een historisch unicum en meteen ook het grootste verhaal dat ik ooit had kunnen verfilmen.

Ook Fidel Castro – het onderwerp van je vorige film, de controversiële maar nooit in België uitgebrachte documentaire ‘Comandante’ – was pas dertig toen hij de Cubaanse Revolutie aanvoerde.

Stone: Juist. Er zijn ondertussen wel meer mensen die me daarop gewezen hebben. Nochtans heb ik tijdens het draaien van Alexander nooit aan die analogie gedacht. Blijkbaar ben ik gefascineerd door de cultus van de jeugd. En ook die hebben we in grote mate aan Alexander, die op zijn twintigste al het Macedonische leger aanvoerde, te danken.

Net als de vernietiging van Thebe.

Stone: You’re a natural born sceptic, you (lacht). Maar je hebt gelijk. Wat hij in Thebe heeft aangericht, was een regelrecht bloedbad. Maar niet zonder reden. Hij wilde een voorbeeld stellen voor de andere opstandige steden en zo een burgeroorlog in Griekenland – dat het aanvankelijk moeilijk had om een Macedoniër als leider te aanvaarden – vermijden. Met succes trouwens. Ook met die actie heeft hij uiteindelijk meer mensenlevens gered dan verspild. Het was ook goed dat de Grieken, die zich altijd superieur hadden gewaand aan de ‘barbaren’, op die manier gedwongen werden om dan toch voor enkele jaren hun mond te houden. (lacht)

De gerechtigde oorlog bestaat dus wel degelijk?

Stone: Natuurlijk. An ounce of prevention is worth a pound of cure. Als er een ziekte door je lijf stroomt, moet je er in snijden vooraleer het zich verspreidt. Democratie is ook zo’n kwetsbaar begrip: prachtig zolang het kerngezond is, maar even snel aftakelend als er ziektekiemen in steken. Daarom heeft een democratie nood aan een verlicht despoot die over haar gezondheid waakt. Het begrip ’tiran’ hoeft daarom niet noodzakelijk pejoratief te zijn. Weet je, met democratie gaat het zoals in The Incredibles (Pixar-film over het familieleven van superhelden die hun comeback maken; nvdr.). Het systeem vraagt je om normaal en ordinair te zijn, ook al ben je tot grootste dingen in staat. Dat is mediocriteit in de hand werken. Alexander daarentegen geloofde in de Homerische idealen. To love excellence is to love the gods, zo luidde zijn motto.

Van één ding zijn we zeker: hij was geen racist.

Stone: Ongelooflijk toch? Gelijke rechten! En dat in de vierde eeuw voor Christus. Tot voor kort zaten wij in de VS verdomme nog met de Ku Klux Klan. Buiten de raciale grenzen treden, is een zelfreinigend proces, net het tegenovergestelde van wat al die racistische klootzakken beweren. Kijk maar eens naar het Zuiden van de VS. Dat komt ervan als je telkens dezelfde blanke genen door elkaar mengt. Het wordt een stupide en genetisch geplaagd zootje. Ik bewonder Alexander om zijn vooruitstrevendheid en zijn intellect. Hij was trouwens opgeleid door Aristoteles. Op zijn veldtochten omringde hij zich ook steeds met wetenschappers om bloemen, planten en dieren te bestuderen. Hij wilde de wereld om zich heen doorgronden en was hongerig naar kennis.

Wat maakte hem dan zo nieuwsgierig, waar kwam die veroveringsdrift vandaan, wat dreef hem?

Stone: Zijn genen. Alexander was de zoon van koning Philippus II van Macedonië, een ouderwetse krijger en het prototype van de Griekse pessimist. Zijn moeder Olympias was net het tegenovergestelde: verfijnd en optimistisch op het irrationele af. Ze hield haar zoon steeds voor dat hij de allergrootste zou worden, ook al was het zelfs niet eens zeker of hij wel koning zou worden. En bovendien: hoe moet je in godsnaam de geschiedenis veranderen wanneer je geboren bent in een godvergeten uithoek als het Macedonische Pella?

Waarom dacht je dat Colin Farrell een geloofwaardige Alexander zou neerzetten?

Stone: Omdat Colin een Ierse lefgozer is die nergens voor terugdeinst. Toen ik hem voor het eerst ontmoette om over deze film te praten, was hij de enige die vrijuit en zonder de minste reserve sprak. En dan nog in dat onverstaanbare dialect van hem (lacht). Hij deed geen moeite om de producenten naar de mond te praten, te slijmen of politiek correct te zijn. Maar hij sprak wel vol enthousiasme over het project en met visie. Toen wist ik: dát is mijn Alexander, de ballen op tafel. Toen ik vroeg of hij niet bang was van zo’n complexe rol, antwoordde hij: ‘Fear is rotten, a waste of time’. Geef toe: het had van Alexander zelf kunnen zijn.

Is Alexander ook niet een beetje naar jouw imago gemodelleerd, de man die zichzelf ziet als iemand die het tegen het establishment durft op te nemen en af en toe buiten de politiek correcte lijntjes kleurt?

Stone: Voor zover ik mezelf zo zie: ongetwijfeld. Maar dat is normaal. Elke biograaf stopt een deel van zijn eigen persoonlijkheid in zijn werk. Ik claim niet eens objectief te zijn. Elke wetenschapper die door een microscoop kijkt, verengt zijn blik op de wereld. Maar om iets over die wereld te ontdekken, moet je natuurlijk wel eerst door diezelfde microscoop dúrven te kijken.

Er is nog een reden voor die vraag. ‘Alexander’ telt wel vijf verschillende complotten en naar het einde toe staat de film zelfs stijf van de paranoia. Waarom keert dat thema in je oeuvre telkens weer terug?

Stone: In al mijn films? Het zit in JFK en Nixon natuurlijk. Het zit ook wel in Natural Born Killers en Heaven and Earth. In Salvador. In Wall Street… Oké, je zult wel gelijk hebben (lacht). Waarom ik me als individu en filmmaker opgejaagd voel door een anonieme kracht, is natuurlijk een existentiële vraag. Ik geef toe dat ik sterke meningen heb en ervan houd om mensen tegen de schenen te schoppen. Mijn films lokken doorgaans polaire reacties uit, al weet ik nog steeds niet precies waarom. Eerlijk, ik wil echt niet paranoïde overkomen. Ik wil me niet wentelen in de underdogpositie. Ik wil ergens voor staan en me niet via achterpoortjes ergens binnen smokkelen. Misschien vloeit die existentiële gejaagdheid wel voort uit mijn protest tegen de intellectuele lafheid en de anonieme druk die zegt dat ik me koest moet houden.

Ook Alexander is een riskante film voor me. Hij kost handenvol geld, ik heb nooit eerder een historisch drama gemaakt en bovendien is de held een biseksuele, zelfs licht androgyne intellectueel. Dat staat toch wel erg ver af van de stoere bonken die Mel Gibson of Russell Crowe doorgaans neerpoten. Dat John Wayne, een B-acteur uit de jaren dertig, uiteindelijk het icoon van de Amerikaanse cinema werd, zegt toch genoeg? Hij past perfect in het simplistische plaatje. Het is de brave, godvrezende cowboy die de stoute indiaan aanpakt. Wel, Alexander is een film die dat onnozele zwart-witstramien wil doorbreken. Alexander is anders en eigenzinnig, met alle risico’s van dien. Hey, I’m naked out there, man (lacht).

Stone: Precies. Het zal spannen. Misschien zal ik nooit meer een film kunnen maken, maar dat zal dan een prijs zijn die ik er graag voor zal betalen. Ik hoop natuurlijk wel dat de film uit de kosten geraakt, want ik betaal die tol nu ook weer niet met plezier. Ik wil niet de Prometheus van Hollywood zijn wiens lever elke dag door aasgieren wordt uitgepikt. Hoewel, ik ben natuurlijk wel diegene die van Alexander een soort Prometheus heeft gemaakt. Dat is misschien wel de Oliver Stone in Alexander, om op je vorige vraag terug te keren.

Stone: Wel, de Grieken hadden het over matiging. Niet in sekse, maar in kwantiteit. ‘Onderzoek alles en onthoud het goede’, staat trouwens ook in de Bijbel te lezen, al betwijfel ik of het met dit in gedachten werd neergepend (lacht). Kijk, Alexander at nu eenmaal van beide walletjes en daarom zou het stupide zijn om dat in de film te verzwijgen. Alleen hebben heel veel Amerikanen blijkbaar moeite met dat gegeven. De één vindt het al erg gewaagd wanneer hij met zijn vriend Hefaistion knuffelt terwijl nogal wat critici me verweten te braaf en te puriteins te zijn door geen homo-erotische seksscène in de film te stoppen. Er zaten oorspronkelijk wel seksscènes in met zijn eunuch maar uiteindelijk heb ik besloten om die er uit te laten. Niet omdat ik ze niet durfde te tonen maar omdat ik absoluut wilde voorkomen dat Alexander tot ‘a gay sword-and-bootfilm’ zou worden gedegradeerd. Dat kan ik missen als de pest. Ik heb ondertussen al genoeg veldslagen met de filmkeuringscommissie uitgevochten. Al ten tijde van Natural Born Killers werd ik door die lui als Satan beschouwd.

Toch zit er een heteroseksscène in, met zijn Perzische vrouw Rhoxane (Rosario Dawson) in volle glorie.

Stone: (fel) Dat heeft niets met hypocrisie te maken. Alexander kende de herenliefde al lang maar vrijen met een vrouw was nieuw voor hem. Daarom had deze scène wél zin binnen de dramaturgie van de film. Roxane was onbekend terrein voor hem, het was een nieuwe veroveringstocht, een strijd met het vrouwenvlees.

‘Alexander’ kent enkele spectaculaire massascènes, zoals de veldslag tegen de Perzen. Bovendien zitten er ook heel wat computerbeelden in om de Helleense wereld en steden als Babylon opnieuw tot leven te wekken. Was dat wennen voor een regisseur die nooit eerder op deze schaal heeft gewerkt?

Stone: Niet echt. Wat CGI betreft had ik het gevoel dat ik in de loop van mijn carrière naar deze film heb toegewerkt. Digitale beelden gebruik ik al jaren, maar doorgaans erg discreet. Er zitten er in The Doors en in Nixon maar niemand die ze opmerkt. Dat laatste beschouw ik trouwens als een compliment. CGI moet functioneel zijn, het mag niet om aandacht smeken. Dat er in de kritieken op Alexander weinig over gesproken wordt, doet me dan ook plezier. Het bewijst dat mensen écht geloven in de illusie dat deze film zich in Babylon of Alexandrië afspeelt. Voor de massascènes heb ik zoveel mogelijk figuranten gebruikt. Het fysiek volgen van de acteurs met je camera blijft realistischer dan de beste CGI. Hoe kun je met de computer de werkelijkheid kloppen? Voor de slag tussen Alexander en de Perzische koning Darius had ik zelfs 1500 figuranten. Ik beschouw me nog altijd veeleer als een traditionele regisseur dan als een computertovenaar.

Over traditionele regisseurs gesproken: ik vond de film zeker in het begin erg klassiek qua mise-en-scène. We kregen niet het Stone-bombardement dat we gewoon zijn.

Stone: Wel… Misschien omdat ik onbewust aan de peplumtraditie wilde refereren en vond dat Alexander in die eregalerij thuishoorde. Zonder ze te willen kopiëren, maar om van hun fouten te leren, heb ik films als Intolerance van D.W. Griffith of de Alexander uit de fifties van Robert Rossen uitvoerig bestudeerd. De oude versie zat bijvoorbeeld heel lineair in elkaar en versmachtte je van zodra het verhaal Griekenland verliet. Ik wilde net het tegendeel. Ik wilde rustig opbouwen – vandaar dat je het eerste deel allicht ‘klassiek’ noemt – en dan furieus uitpakken in de slotact. Het échte drama van Alexander ligt namelijk besloten in zijn laatste zeven levensjaren, niet in zijn jeugd.

De positieve erfenis van Alexander, zijn multiculturalisme en multilateralisme, vind je nog overal, maar vind je ze ook nog in het Amerikaanse politieke establishment van vandaag?

Stone: Lastige vraag. Ik probeer een optimist te zijn. Uit respect voor mijn moeder. Het mens is 84 jaar en wil nog steeds de wereld veroveren (lacht). Daarom geloof ik dat er nog altijd voldoende Amerikanen zijn die Alexanders idealen levendig houden. Ja, zelfs in Texas want ook daar heeft meer dan veertig procent voor the other guy gestemd. Bush is geen nieuw fenomeen, weet je. Hij staat voor een oud systeem, hetzelfde systeem waar Reagan en Nixon voor stonden, hetzelfde systeem dat jarenlang zwarten heeft onderdrukt, een oorlog tegen de communisten heeft gevoerd, de Sacco en Vanzetti’s (de Italiaanse anarchisten die in Boston in 1920 een moord pleegden, maar vooral voor hun radicale denkbeelden werden geëxecuteerd; nvdr.) uit de wereld heeft geholpen, het McCarthyisme. Het puritanisme maakt nu eenmaal deel uit van de Amerikaanse conditie. Helaas betekent dat niet dat dit systeem naïef of onnozel is. Bush is wel degelijk een gewiekste kerel, a tough bastard. Of hij steeds wist waarover het ging, laat ik in het midden, maar hij wist zijn mannetje te staan, ook al werd er flink op hem ingebeukt. En dat verdient een zeker respect. Ignorant people can be smart, you know.

Dave Mestdach

‘misschien impliceert de amerikaanse flop van ‘Alexander’ wel dat ik nooit meer een film zal kunnen maken.die prijs zal ik er graag voor betalen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content