Laat er geen twijfel over bestaan:de release van de dvd-box The Dutch Years, dat netjes zijn vijf Nederlandse zaalshows bundelt,is geen eindpuntvoor de Nederlandse cabaretier Hans Teeuwen, de zelfverklaarde Koning van de Lach. Nog even Groot-Brittannië veroveren en dan is hij klaar voor de Grote Oversteek.

Vertel ons je grappen en wij zeggen welke dvd-boxen je in huis hebt.Je hebt de The Simpsons-adepten, die ‘D’oh!’ roepen als er iets misgaat en ‘I’ll be back in a jiffy’ mompelen als ze even naar het toilet gaan. Je hebt de Friends-volgelingen die aan het einde van elke mild ironische zin ‘Not!’ toevoegen en ‘How are you doing?’ als openingszin bezigen. Een Woestijnvisfan herkent u dan weer aan zinnetjes als ‘Laten we dat afspreken?’, ‘Ja lap, okselvijvers’ en ‘Raymond kan het niet aan’ – een restant van iets te vaak naar de dvd’s van Het Eiland en In de Gloria te hebben gekeken.

En wij? Wij moeten grinniken zodra iemand zich voorstelt als Rupert of Dávid, denken als we op straat een dwerg passeren ‘Waar is je puntmuts?’ en sissen bij elk echtelijk akkefietje ‘Alle vrouw-en zijn kuthoeren!’. Om maar te zeggen dat ons gevoel voor humor niet zou zijn wat het nu is zonder ene Hans Teeuwen, de zelfverklaarde Koning van de Lach. Woord voor woord kunnen wij zijn shows ondertussen meezeggen, en dat heeft zijn sporen nagelaten.

Teeuwen heeft net het eerste deel van zijn carrière gebundeld in een dvd-box met zijn vijf Nederlandse zaalshows. Daar hoort een gesprek bij. En dat is geen cadeau. Hans Teeuwen is immers een Moeilijk Te Interviewen Man, wegens volledig onvoorspelbaar. Zo was Ruth Joos volledig uit haar lood geslagen toen Teeuwen haar in de ether probeerde te versieren. En Luc Janssen stond nog niet zo lang geleden met open mond te kijken hoe hij zijn Lux XL overnam – inclusief sigarettenpauze – en hij het gesprek uit de hand liet lopen. Sindsdien geldt er in journalistenmiddens een regel: laat niet zien dat je zenuwachtig bent, of hij gaat met zijn hoofd op vijf centimeter van het jouwe zitten en staart je het hele interview strak aan. Much ado about nothing, zo blijkt het als we ons bijzetten aan zijn tafeltje in het Antwerpse Berlin: Teeuwen blijkt een vriendelijk man, aimabel zelfs, die ons bovendien een volle veertig centimeter personal space gunt. Ruimte genoeg om comfortabel onze vragen te kunnen stellen. Nu ja, aanvankelijk toch.

Samen met de dvd-box van je vijf zaalshows is er ook ‘Langs de schaduw van jouw wanhoop’, een boek met je verzamelde liedteksten. Het lijkt een terugblik op je Nederlandse leventje, nu je in Groot-Brittannië een nieuwe carrière bent begonnen. Hoe kijk je terug op je Hollandse jaren?

Hans Teeuwen: Nou, dat is wel een héél algemene vraag om mee te beginnen, zeg. (Lacht) Maar ik moet zeggen: ik ben wel tevreden. Ik ben trots op de programma’s die ik gemaakt heb. Hier en daar zou ik wat dingetjes weglaten – een geëngageerd lied als Nederland zou ik nu niet meer brengen – maar de shows blijven nog overeind. Ook omdat we niet over één nacht ijs gegaan zijn, natuurlijk. Ik heb ze stuk voor stuk 150 keer gespeeld en heb eraan geschaafd tot ze perfect waren. En elke show heeft ook wel iets. Hard en Zielig zat goed ineen qua compositie, in Met een Breierdeck zitten een paar van mijn leukste nummers, zoals Nostradamus, en in Industry of Love kon ik helemaal de absurdistische kant opgaan. Een favoriet heb ik dus niet, ze zijn me allemaal even dierbaar.

Je staat vooral bekend als controversieel cabaretier, maar toen wij de shows nog eens opnieuw bekeken…

Teeuwen: Waar jij tijd voor hebt, joh.

Viel ons vooral je gigantische liefde voor taal op. Elk accent, elke klank, elk woord zit juist.

Teeuwen: Taal is het vehikel waarmee ik me verstaanbaar maak. Deels klopt het dus wel wat je zegt, maar nu ik ook shows in Groot-Brittannië breng, merk ik dat taal toch minder belangrijk is dan ik dacht. De muzikaliteit, de ideeën en het ritme zijn belangrijker. Woorden kun je vervangen. Natuurlijk, ‘kikvorsman’ klinkt niet hetzelfde als ‘scuba-diver’, dus die sketch is niet te vertalen. En ook de juiste sociolinguïstische nuances beheers ik in het Engels niet helemaal. Maar de dingen die ik het interessantst vind, zijn de meest universele en blijven in elke taal overeind. Nostradamus – with his pants so green and tight – blijkt bijvoorbeeld heel goed te werken in het Engels.

Wat ons meteen bij onze volgende vaststelling brengt: je hecht ontzettend veel belang aan de namen van je personages.

Teeuwen: Precies. (Proeft elke naam) Rupert. Kieker-Jan. David. Sergei. Dat zijn allemaal heel goede namen. Van Kooten en De Bie hadden dat ook – die voorliefde om bij het goede typetje de goede naam te bedenken. Cor van der Laak. Jacobse en Van Es. Walter de Rochebrune. Ralph Ternauw. Stuk voor stuk geweldige namen. En in het Engels werkt dat dus ook. Lionel. Duncan. Dwight. Dalglish. Kenneth. En het vreemde is dat als ik een naam als Duncan zeg, jij begint te lachen. Waarom? Dat weet je dus niet. Waarom is de ene naam wel grappig en de andere niet? Dat is een soort poëzie van de humor. Dat vind ik het leukste: als iemand lacht, maar hij weet niet precies waarom. Ergens is er dan een kortsluiting in je hoofd die ervoor zorgt dat je lacht. Ik denk dat dát voor een komiek het hoogst haalbare is.

Jouw humor wordt ook wel eensantihumor genoemd.

Teeuwen: Daar heb ik het met Gummbah veel over gehad. Humor werkt volgens patronen. En op een gegeven moment heb je die patronen door en ken je de trucjes. Wel, dan moet je dat achter je laten en weer iets nieuws zoeken. Monty Python had na een tijdje geen zin meer in sketches met een clou, dus gingen ze sketches zonder clou maken. Dat was rebellie tegen de humor die daarvoor bestond, en dat doe ik dus ook. Dat heet dan antihumor, maar eigenlijk is dat ook gewoon een soort humor. Het is anti-vastgeroeste conventies.

Als je de dvd’s na elkaar kijkt, zie je ook dat ik steeds meer wegschuif van het traditionele cabaret. Ik word steeds absurdistischer. Steeds surreëler. En dat is ook de toon die ik in Engeland voortzet. Ik zoek een vorm die echt helemaal origineel is.

Tegelijk met ‘The Dutch Years’ ligt nu ook je eerste Engelse zaalshow in de videotheken. Als we de recensies van ‘The Independent’, ‘The Times’ en ‘The Guardian’ mogen geloven, ben je daar niet slecht bezig. Zelfs Ruby Wax is grote fan.

Teeuwen: Het gaat goed, ja. Ik begin langzaam een reputatie op te bouwen. De reacties zijn er veel heftiger dan in Vlaanderen of Nederland. Britten hebben de neiging om het luidkeels kenbaar te maken als ze iets niet goed vinden, wat vaak voor flink wat commotie zorgt. Het publiek is nog niet uitgeselecteerd, zeg maar. Ik probeer daar ook rekening mee te houden. Mijn tweede Engelse show is bijvoorbeeld veel lichter van toon, subtieler, makkelijker. Dacht ik dus. Want als ik dan voor een festivalpubliek sta dat me niet kent, merk ik dat een nummer als I Like Your Cunt toch net iets controversiëler blijkt dan ik had ingeschat. (Lacht) Het publiek moet me opnieuw leren kennen.

Je collega Micha Wertheim kreeg het eens aan de stok met een gehandicapte. Is er bij jou nog nooit een show uit de hand gelopen?

Teeuwen: Dat was een bedrijfsongeval. Micha dacht dat die man aan het sms’en was en begon hem uit te schelden. Maar toen het zaallicht aanging, bleek het – gniffel – de display van een rolstoel te zijn. En hij had dan ook nog eens de pech dat in zijn show een stuk over gehandicapten zat, en dat precies daarna kwam. Die man is het dan afgestapt, en met hem de halve zaal. Micha heeft de show niet meer op de rails gekregen.

Nu, zelf heb ik ook zoiets voorgehad. Ik hoorde de hele tijd een soort ‘grmbl’ uit de zaal, en ik dacht dat iemand commentaar aan het leveren was. Dus begon ik op een gegeven moment volledig loos te gaan tegen die persoon – ik zei dat daar in het donker zeker een of andere genetische miskleun moest zitten. Alleen: toen het zaallicht aanging, zat daar dus iemand in een rolstoel spastisch te zijn. (Lacht) Ik moest daarop reageren natuurlijk. ‘Humpfff’, zei hij dan, en ik antwoordde met iets als: ‘Ja, zoals jij het ziet, klopt het ook.’ Gelukkig kon hij ermee lachen – uiteindelijk is dat een geweldige avond geworden. Achteraf heb ik nog met hem gesproken – wat, euhm, niet zo vanzelfsprekend was – en hij zei dat hij ontzettend genoten had.

Is die Engelse tournee spielerei,net als je jazzoptredens of je website hansteeuwen.tv, of maakt het deel uit van een groot masterplan?

Teeuwen: Ik had het wel gehad in het Nederlands. Het was een warm bad: ik kon doen wat ik wilde, had een loyaal publiek en verdiende bakken met geld. Redenen genoeg om te blijven doen wat ik deed, maar ik wilde kijken of er nog wat meer is. Of er een groter publiek is om te veroveren. Weet je, ik wil weten hoe goed ik eigenlijk ben. En daarvoor moet ik naar Engeland. Ieder optreden daar voelt weer als een première: je weet nooit of er pers in de zaal zit, en of ze erover zullen schrijven. En ondertussen probeer ik een reputatie op te bouwen. Ervoor zorgen dat mijn naam opvalt bij mensen die je weer een stukje verder kunnen helpen. En misschien later ook eens kijken of het in Amerika ook werkt. Dát is mijn grote masterplan.

Je wil Amerika veroveren?

Teeuwen: Precies. Een hinkstapsprong naar de States. Afzetten in Groot-Brittannië en dan de oceaan over. Nu, ik zal in Amerika nooit een mainstreamartiest worden, maar er is wel een publiek daar dat het leuk zal vinden.

Iets anders: beschouw je jezelf alseen pestkop?

Teeuwen: Ja, soms wel. Maar dat is meer uit verveling. Als ik me verveel, ga ik uitdagen om een beetje reactie te krijgen en te zien wat er gebeurt.

Verveelde je je tijdens ‘Lux XL’, toen je Luc Janssen een van de ongemakkelijker minuten van zijn carrière bezorgde?

Teeuwen: Nou, dat vind ik onaardig om te zeggen. Luc vond het trouwens hartstikke leuk – op Het andere boek heb ik het er nog met hem over gehad. Maar laat ons zeggen dat ik soms ongemakkelijke interviewers tegenover mij vind. Die bang zijn omdat ze me onvoorspelbaar vinden. En ja, dan kan ik het niet laten om die uit te dagen. (Begint plots driftig met een lepel te zwaaien op enkele centimeters van ons linkeroog) Maar dat valt reuze mee, hoor. Eigenlijk ben ik echt heel aardig. (Sardonisch lachje)

We geloven je op je woord.

Teeuwen bedankt ons voor het gesprek. Hij zegt dat hij het ‘hartstikke leuk’ vond, pakt onze dictafoon, blaast met basstem in de micro ‘Dames en heren, dat was het dan. Alles vanaf nu is off the record’ en duwt op stop. Meteen daarna kijkt hij ons strak in de ogen, op een vijftal centimeters van ons gezicht, en zegt: ‘Ik háát Joden.’

Hans Teeuwen: The Dutch YearsNu uit.

Hans Teeuwen Live in LondonNu uit.

DOOR GEERT ZAGERS

‘Soms ben ik een pestkop. Maar dat is meer uit verveling.Dan ga ik uitdagen om een beetje reactie te krijgen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content