‘IK WACHT OP EEN TELEFOONTJE VAN DE DARDENNES’

The Bourne Legacy, het vierde deel van de populaire spionagefranchise, is de eerste Hollywoodproductie van Oscarwinnares Rachel Weisz in jaren. Maar van een knieval naar de commercie is wat haar betreft geen sprake. ‘Bourne is altijd een geval apart geweest.’

Op 5 maart 2006 won Rachel Weisz een Academy Award voor haar vertolking in Fernando Meirelles’ adaptatie van John le Carréthriller The Constant Gardener. Nadien verdween de Britse actrice – bekend van blockbusters als The Mummy en Constantine – een tijdlang van de filmradar.

Goed, echt stil zat ze niet. Met trippy tijdreisromance The Fountain (2006) en filosofisch sandalenepos Agora (2009) heeft ze zelfs twee uitdagende kanjers op haar cv staan. Maar publiekstrekkers waren die titels allesbehalve. En het VN-drama The Whistleblower (2010) haalde ondanks de lovende kritieken amper de zalen.

Ook op relationeel vlak wilde het bepaald niet vlotten. In november 2010 werd bekend dat Weisz’ relatie met Requiem for a Dream– en Black Swan-regisseur Darren Aronofsky na negen jaar op de klippen was gelopen. Over hun in 2006 geboren zoontje Henry Chance zouden ze zich nog wel samen ontfermen.

Sindsdien is het tij volledig gekeerd. Een maand na het bericht over haar breuk met Aronofsky begon Weisz te daten met James Bondacteur Daniel Craig. in juni 2011 stapte het stel in het huwelijksbootje. En de afgelopen maanden straalde ze niet alleen in Terence Davies’ magische toneelbewerking The Deep Blue Sea, maar ook in 360, de freudiaanse mozaïekprent van Meirelles.

Kers op de taart is Weisz’ vertolking van wetenschapster Marta Shearing in The Bourne Legacy. Het vierde deel van de supersuccesvolle spionagereeks heeft iets van een dubbele reanimatie. Enerzijds proberen de producers na het vertrek van Matt Damon hun melkkoe in leven te houden door de focus te verleggen naar Aaron Cross, een met pillen gefinetunede Bourne 2.0. Anderzijds blaast Weisz nieuw leven in haar relatie met Hollywood, een plek die ze enkele jaren geleden nog als toxisch omschreef.

‘God, die quote zal me tot in de eeuwigheid achtervolgen’, lacht de ondertussen 42-jarige Weisz tijdens ons gesprek op het Festival van de Amerikaanse Film in het Franse Deauville. ‘Maar hij spijt me niet. Na de twee Mummy-films en Constantine had ik echt genoeg van Tinseltown. Je mag niet vergeten dat ik een eenvoudige toneelactrice uit Londen was die bijna per ongeluk in Los Angeles belandde.

‘Over de kleinere films waarin ik heb meegespeeld, films als Confidence en Runaway Jury, hoor je me niet klagen. Over de blockbusters daarentegen. Het leek alsof werkelijk elk detail – niet alleen die ellendige digitale effecten – door computers bestuurd werd. Zelfs mijn mede-acteurs gedroegen zich als robots. Op den duur had ik het gevoel dat ik hersendood was.’

Toch trek je met The Bourne Legacy opnieuw de popcornkaart.

RACHEL WEISZ: In mijn ogen zijn de Bournefilms altijd een geval apart geweest. Natuurlijk gaat om een miljardenfranchise. Maar in tegenstelling tot al die afstompende cgi-spektakels beledigden ze de intelligentie van de kijker nooit. Bovendien zag ik zelden zo’n geloofwaardige actiesequenties. Die Moskouse car chase in The Bourne Supremacy, die achtervolging over de daken van Tanger in The Bourne Ultimatum: regisseur Paul Greengrass maakte er bijna cinema vérité van, het leken wel reportages. Nog een pluspunt: Matt Damon zette Bourne neer als een man van vlees en bloed, niet als een of andere fucking superheld.

Greengrass en Damon dienden na drie afleveringen hun ontslag in en werden vervangen door Michael Clayton– regisseur Tony Gilroy en The Hurt Locker-ontmijner Jeremy Renner. Vreesde je nooit om betrokken te raken bij een duf doorslagje?

WEISZ: Absoluut niet. Het spreekt vanzelf dat ik graag met het originele team had samengewerkt, maar hun opvolgers zijn ook niet van de minsten. Tony schreef mee aan alle Bourne-scenario’s en maakte met Michael Clayton een van de beste films van het afgelopen decennium. En met Jeremy wilde ik al lang iets doen. In het verleden was het twee keer bijna raak, driemaal blijkt daadwerkelijk scheepsrecht.

The Bourne Legacy moet qua stunt- en vliegwerk niet onderdoen voor zijn voorgangers. Schrikten al die vervaarlijke actiesequenties je niet af?

WEISZ: Eerlijk? Nooit over nagedacht. Anders had ik hoogstwaarschijnlijk niet toegezegd. (lacht) Daarnaast leek het me een goed idee om me zo weinig mogelijk voor te bereiden. Mijn personage weet niet wat haar overkomt wanneer ze plots achternagezeten wordt door al dat moorddadig gespuis. Ze is de kluts compleet kwijt en ziet zich genoodzaakt om op haar instinct te vertrouwen. Volgens mij hadden intense trainingssessies met het stuntteam haar spontaniteit – én de mijne -aangetast.

Beweer je nu echt dat je zonder enige fysieke voorbereiding aan de opnames bent begonnen?

WEISZ: Dat nu ook niet. In de weken voordat ik op de set verwacht werd, werkte ik als een bezetene aan mijn conditie. Lopen, zwemmen, noem maar op: ik deed het allemaal. Gelukkig maar. Als de camera’s aan het draaien waren, moest ik bijna altijd de longen uit mijn lijf lopen.

Kreeg je thuis tips van die andere superspion?

WEISZ: (streng) Nee, we nemen ons werk niet mee naar huis.

Lachten jullie nooit over het feit dat jullie nu allebei in populaire spionagefranchises spelen?

WEISZ: Ik zie niet in wat daar grappig aan is.

Nog één 007-vraagje: zou je de rol van een Bondgirl aanvaarden?

WEISZ: Die zal men mij nooit aanbieden. Kunnen we van onderwerp veranderen?

Terug naar Bourne: de praktijken van je personage zijn niet bepaald koosjer…

WEISZ:(onderbreekt enthousiast) Dat morele drijfzand waarin ze vastzit, maakt haar net zo interessant. Wetenschap is haar grote passie. Ze krijgt een kick van de medische experimenten die ze moet uitvoeren. Maar ze staat er nooit bij stil dat de spionnen die ze behandelt mensen van vlees en bloed zijn. Ze beschouwt hen simpelweg als proefdieren. Pas wanneer Aaron haar uit de klauwen van haar achtervolgers redt, begint ze te beseffen dat hij niet zomaar ‘number 5’ is.

Haar zonden worden haar wel ontzettend snel vergeven.

WEISZ: Dat vind ik niet. Haar louteringsproces is niet van de poes. Ze krijgt er zowel fysiek als mentaal stevig van langs. Trouwens: je moet de lat nu ook weer niet te hoog leggen. The Bourne Legacy blijft in de eerste plaats een blockbuster…. Maar dan wel eentje waarvan de hoofdpersonages zich in de schemerzone tussen goed en kwaad bevinden.

Er is een hemelsbreed verschil tussen de schudderige reportagestijl van The Bourne Legacy en de oerklassieke mise-en-scène van The Deep Blue Sea. Stond je op beide sets even vlot te acteren?

WEISZ: Niet bepaald. Ik zal je iets bekennen: The Deep Blue Sea was een van de moeilijkste opdrachten uit mijn carrière. Ik hou zielsveel van Terence’ oeuvre, maar hij is een van de raarste snuiters die ik ooit heb ontmoet. Bij momenten leek hij even bezeten als het personage dat ik in zijn film vertolk. Hij is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Op de set moest alles gebeuren zoals hij het had gepland. Over de positie van de camera viel niet te discussiëren en als ik tijdens een take iet of wat bewoog, schoot hij uit zijn krammen. Nu ik erbij stilsta: misschien heb ik The Bourne Legacy wel gedaan om de gedwongen stijfheid van The Deep Blue Sea uit mijn lijf te krijgen.

Was het niet vooral hoog tijd om nog eens in een grote publieksfilm mee te spelen?

WEISZ: Da’s een moeilijke. Ik besef maar al te goed dat ik – mede dankzij mijn grote mond – bekendsta als die actrice met haar voorliefde voor uitdagende indieprojecten. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet opensta voor voorstellen uit Tinseltown. Toch was het voor The Bourne Legacy jaren geleden dat de grote filmstudio’s me nog een project hadden aangeboden.

Dat je binnen enkele maanden meespeelt in Oz: The Great and Powerful, de peperdure Wizard of Oz-prequel van Sam Raimi, is dus puur toeval?

WEISZ: Inderdaad. Ik stond werkelijk versteld toen die twee voorstellen elkaar zo snel opvolgden. Het leek wel alsof de Hollywoodbonzen mijn dossier hadden teruggevonden. (lacht) Neem één ding van me aan: logica en het filmwereldje gaan absoluut niet hand in hand. Zelfs als ik stond te springen om naar de mainstream terug te keren, zou ik nog rekening moeten houden met de wispelturigheid van Tinseltown.

Ondertussen valt het niet te ontkennen dat arthousecinema het steeds moeilijker krijgt. Kijk maar naar het lot van Agora en The Whistleblower.

WEISZ:(zucht) Ik probeer me over zulke zaken zo weinig mogelijk op te winden. Het heeft toch geen zin. Na de shoot zit mijn taak erop. Wat er dan gebeurt, valt onmogelijk te voorspellen. Ook in de positieve gevallen: ik had nooit gedacht dat The Constant Gardener zo’n succes zou worden.

Die film zou het volgens mij anno 2012 veel moeilijker hebben.

WEISZ: Daar ben ik het mee eens. Kijk maar naar 360. Die heeft in de Verenigde Staten maar een handvol zalen gehaald en werd al na een week van het programma geschrapt. Drama’s met volwassen thema’s zijn volledig gemarginaliseerd. Jammer genoeg vind ik dat net de interessantste projecten.

Gelukkig heeft Hollywood je net op tijd herontdekt.

WEISZ: Daag me niet uit. (lacht) Nu de opnames van Oz: The Great and Powerful eindelijk achter de rug zijn, heb ik het wel weer eventjes gehad met Tinseltown. Dergelijke monsterproducties zijn op alle gebieden uitputtend. Zes maanden platte rust, dat is wat ik nu nodig heb. Daarna mag iedereen me weer opbellen.

Is er een telefoontje waar je stiekem op hoopt?

WEISZ: Eentje van de gebroeders Dardenne. Voor hen zou ik tot het uiterste gaan.

We zullen de boodschap doorgeven.

THE BOURNE LEGACY

Vanaf 12/9 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

RACHEL WEISZ: ‘IN TEGENSTELLING TOT AL DIE AFSTOMPENDE CGI-SPEKTAKELS BELEDIGEN DE BOURNEFILMS DE INTELLIGENTIE VAN DE KIJKER NOOIT.’`

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content