Een icoon als The Dude – die badjasdragende ‘slacker’ uit de Coensklassieker The Big Lebowski – valt moeilijk te overtreffen. Toch oogst Jeff Bridges veel bijval voor zijn vertolking van een alcoholverslaafde countryzanger in Crazy Heart. De kans is groot dat hij zijn vijfde Oscarnominatie verzilvert. ‘Stel je voor dat ik win: ik zie me al naar voren lopen, struikelen over iemands sleep en mijn hele speech vergeten. ‘

Filmsterren laten graag op zich wachten. Dat is nu eenmaal de aard van het beestje. Wanneer Jeff Bridges een half uurtje te laat zijn suite in het Londense Soho Hotel binnenslentert, vergeef ik hem dat echter meteen. ‘The Dude has entered the building’, is het enige dat door mijn hoofd gonst. Met zijn relaxte tred, goedlachse ingesteldheid en warme handdruk lijkt hij echt op zijn meest onvergetelijke personage.

Zijn leren riem, bruine boots en verzorgde baard doen dan weer denken aan zijn nieuwste rol. In Crazy Heart kruipt Bridges in de huid van Bad Blake, een aan lagerwal geraakte country-zanger die optreedt in bowlingzalen en luizige drankholen en worstelt met een kanjer van een alcoholprobleem. Zijn relatie met een alleenstaande moeder (Maggie Gyllenhaal) en het aanbod om het voorprogramma van enkele stadionconcerten van zijn voormalige protegé (Colin Farrell) te verzorgen, maken echter dat het geluk Blake eindelijk lijkt toe te lachen.

Dat geldt trouwens ook voor Bridges. Toen het bioscooppubliek hem in The Last Picture Show (1971) leerde kennen, leek hij een gedoodverfde Hollywoodster. Ondanks rollen in enkele kaskrakers brak de zoon van High Noon-deputy Lloyd Bridges en broer van The Hotel New Hampshire-uitbater Beau Bridges echter nooit helemaal door. Ome Oscar was hem evenmin gunstig gezind. Met zijn vijfde nominatie lijkt het tij echter te keren. De prestigieuze Golden Globe en Screen Actors’ Guild Award zijn zelfs al binnen.

‘Ik kijk er niet naar uit’, antwoordt Bridges op de vraag of hij klaar is voor het Oscargala. ‘Ik haat stresserende situaties. En volgens mij kunnen we het er over eens zijn dat de uitreiking van de Academy Awards een van de zenuwslopendste filmevents van het jaar is. Stel je voor dat ik win: ik zie me al naar voor lopen, struikelen over iemands sleep en mijn hele speech vergeten. Niet dat ik die al geschreven heb. Ik bedenk wel iets ter plekke.’

Het lijkt wel of de Oscaraandacht je gestolen kan worden.

Jeff Bridges: De nominatie maakt me blij om twee redenen. Ten eerste ben ik vereerd dat mijn collega’s laten blijken dat ze mijn werk appreciëren. En verder heeft de Oscarbelangstelling Crazy Heart aan de vergetelheid ontrukt. Op een bepaald moment zag het ernaar uit dat de film een ‘straight to dvd’-release zou worden. Gelukkig heeft distributeur Fox de prent op de juiste manier gepromoot en is hij in het awardscircuit terechtgekomen.

De nominatie zal toch ook positieve gevolgen hebben op professioneel vlak, niet?

Bridges: Eigenlijk kan ik de underdogpositie waarin ik me al heel mijn carrière bevind wel waarderen. Als ik nu een Oscar win, ben ik niet langer ‘de meest ondergewaardeerde acteur van Hollywood’. Dat zou ik een beetje sneu vinden.

Wat sprak je het meest aan in ‘Crazy Heart’: de alcohol of de muziek?

Bridges: (Proest het uit) De muziek, natuurlijk! Een alcoholicus ben ik nooit geweest. Ik zal niet ontkennen dat ik ooit gekotst heb na een avondje uit, en ik heb zeker mijn deel katers gehad. Na zo’n avontuurlijke avond houd ik me echter altijd even koest. Muziek is daarentegen een ware passie. Als een film me de kans geeft om muziek te maken én ervoor betaald te worden, ben ik meteen verkocht.

Toch heb je dit project aanvankelijk geweigerd.

Bridges: Toen ik voor het eerst benaderd werd, viel er op het scenario weinig aan te merken, maar tastte ik op muzikaal vlak in het duister. Het was niet duidelijk wie zich over de songs ging ontfermen, en met waardeloze muziek zou een film als deze een complete mislukking worden. Een jaar later liep ik mijn goede makker T-Bone Burnett (legendarische countryproducer die de soundtrack van ‘O Brother, Where Art Thou?’ samenstelde; nvdr.) tegen het lijf en begon over dit project. Bleek dat men het hem ook had aangeboden en dat hij ‘neen’ had gezegd omdat er nog geen acteurs aan verbonden waren. Toen besloten we er maar samen voor te gaan.

Het valt op dat de concertsequenties ontzettend realistisch ogen.

Bridges: Bedankt voor het compliment, Partner! Dat komt in de eerste plaats omdat we ook écht aan het spelen zijn. T-Bone heeft een hoop fantastische muzikanten rond Colin en mij verzameld. Voor de opnames hebben alle muzikanten een paar keer samen gerepeteerd. Zo ontstond er een echt groepsgevoel.

Is je passie voor muziek je met de paplepel ingegeven?

Bridges: Dat kun je wel zeggen, ja. Toen ik nog heel jong was, leerde mijn moeder mij en mijn broer piano-spelen. Ze stond erop het zelf te doen. Het idee dat iemand anders zich daarover zou ontfermen, gaf haar de kriebels. Ik zeurde echter altijd dat ik liever buiten wilde ravotten. Jammer genoeg heeft ze naar mij geluisterd en is ze met de lessen gestopt. Ze zei nog dat ik daar spijt van zou krijgen, en gelijk had ze.

In ‘The Fabulous Baker Boys’ lijk je nochtans erg bedreven op de vleugel.

Bridges: Ik ben een betere acteur dan pianist, laten we het daarbij houden. (Lacht) Als ik piano speel, heb ik steeds het gevoel dat ik veel beter had kunnen zijn. Maar goed, op mijn dertiende ben ik gitaar beginnen te spelen. Mijn broer had een elektrisch exemplaar gekocht dat hij niet echt gebruikte. Daarom pikte ik het om samen met mijn makkers op te jammen.

Kun je aan deze leek de charmes van de countrymuziek uitleggen?

Bridges: Country valt moeilijk te definiëren. Je kunt zeggen dat het een regionale muzieksoort is die voornamelijk in het Zuiden in de smaak valt. Maar dat klopt niet. Ach, muziek is muziek. Alle zogenaamd typisch Amerikaanse muziekgenres hebben Europese roots. Country leunt met zijn violen en polkaritmes dicht aan bij de muziek van jouw voorvaderen. Nog een leuke theorie – waarmee ik mijn vorige stelling trouwens weer tenietdoe – country is de blues van de blanke man.

Naast acteren en musiceren houd jij je bezig met fotografie. Enkele jaren geleden heb je zelfs een fotoboek gepubliceerd.

Bridges: In de middelbare school ben ik met fotograferen begonnen. Ik nam foto’s van mijn klasgenoten en ontwikkelde ze in een zelfgebouwde doka. Jaren later kocht mijn echtgenote een Widelux Camera voor me. Onze huwelijksfotograaf gebruikte zo’n toestel en ik was op slag verkocht. Je kunt er ontzettend panoramische plaatjes mee schieten.

Je neemt het merendeel van je foto’s op filmsets.

Bridges: Om de tijd tussen twee takes te doden besloot ik foto’s te nemen. Bovendien geeft mijn baan me de kans om het filmproces vanuit een uniek perspectief te tonen. Ik vind het trouwens leuk dat het formaat dat ik hanteer, herinneringen oproept aan de weidse 70mm-kopieën die vroeger geprojecteerd werden.

Terug naar je filmcarrière: verkies je kleine producties als ‘Crazy Heart’ boven popcornknallers als ‘Iron Man’.

Bridges: Eerlijk: ik doe mijn best om zo weinig mogelijk te werken. Ik hang veel liever met mijn familie rond. Als ik dan toch toezeg, ga ik er honderd procent voor. Blockbuster of lowbudgetprent, dat maakt niet uit. De films die ik doe, bevatten altijd een of ander cool element dat ik niet kan negeren. Zo koos ik voor Iron Man omdat ik met Jon Favreau – wiens Swingers een van mijn lievelingskomedies is – en Robert Downey Jr. kon samenwerken.

De opnames van zo’n blockbuster zullen wel makkelijker verlopen dan die van ‘Crazy Heart’, dat gebukt ging onder de budgettaire problemen.

Bridges: Dat had je gedacht! De shoot van Iron Man – een film met een budget van om en bij de tweehonderd miljoen dollar – was een van de meest chaotische die ik ooit heb meegemaakt. Het productieteam was vertrokken van een releasedatum, niet van een script. (Lacht) Het gebeurde dus regelmatig dat Downey, Favreau, ik en enkele anderen ’s morgen zaten te brainstormen over de scènes die we die dag moesten opnemen. Soms had ik het gevoel dat ik op de set van de duurste studentenfilm aller tijden was beland. Kleinere producties zoals Crazy Heart en The Big Lebowski zijn daarentegen tot in de puntjes voorbereid. Het budget ligt namelijk zo laag dat er geen seconde verkwist kan worden.

Binnenkort begin je aan de opnames van ‘True Grit’, de westernremake van de gebroeders Coen.

Bridges: Man, ik kan niet wachten! Dat project is een waar godsgeschenk. De western is misschien wel mijn favoriete filmgenre, en opnieuw samenwerken met Joel en Ethan lijkt me hemels. Bovendien krijg ik de kans om zij aan zij te spelen met indrukwekkende acteurs als Josh Brolin en Matt Damon.

Niet vergeten: je treedt in de voetsporen van John Wayne, wiens eenogige U.S. Marshall een van de meest iconische filmpersonages aller tijden is.

Bridges: Daar probeer ik geen rekening mee te houden. De Coens hebben hun script gebaseerd op het originele boek van Charles Portis, niet op de film van Henry Hathaway. Natuurlijk vind ik Wayne een fenomenale acteur, maar ik ga me niet aan zijn vertolking spiegelen.

Laatste vraagje: wat zou The Dude van ‘Crazy Heart’ vinden?

Bridges: Hij zou hem wel ‘diggen’. Hoewel het gebrek aan songs van Creedence Clearwater Revival hem lichtjes tegen de borst zou stoten. (Lacht)

Crazy Heart Vanaf 3/3 in de bioscoop.

Door Steven Tuffin

‘Als ik nu een Oscar win, ben ik niet langer ‘de meest ondergewaardeerde acteur van Hollywood’. Dat zou ik een beetje sneu vinden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content