Marie Daulne sloeg vier jaar lang haar tenten op in New York, nam een verkwikkend bad in de plaatselijke hiphop en neo-soul scene en kwam tot haar eigen verbazing in ‘Mission Impossible 2’ terecht. ‘Tom Cruise en Zap Mama: ik had eerlijk gezegd nooit gedacht dat die twee bij elkaar zouden passen.’ Door Peter Van Dyck

ANCESTRY IN PROGRESS

UIT OP 7/6 BIJ V2

IN CONCERT : 23/7 BLUE NOTE FESTIVAL

In den beginne was Zap Mama een reactie tegen mechanische muziek. ‘Ik háát elektronica’, liet frontdame/bandleider/dictator (schrappen wat niet past) Marie Daulne zich in 1994 ontvallen. En wat krijgen we nu, een decennium later? Ancestry In Progress, een plaat vol geprogrammeerde hiphopbeats. Stoeide de vorige cd A Ma Zone vijf jaar geleden al met drum-‘n-bass, dan gaat Ancestry In Progress nog véél verder in het omhelzen van de urban music. Vanwaar die demarche? Haar ogen gingen open toen ze haar moeder spontaan hoorde zingen op een technotrack. Die muziek zette ma Daulne aan tot improviseren omdat het haar deed terugdenken aan de ritmes uit haar Congolese geboortedorp.

Met gastrollen voor Erykah Badu, Bilal, The Roots en Common, dompelt Marie Daulne zich op haar nieuwe trip helemaal onder in de hiphop en de neo-soul. Daarmee keert ze in feite terug naar de soundtrack van haar jeugd. Als tiener luisterde ze veel naar Stevie Wonder en op de middelbare school deed ze, op de tonen van rapmuziek, aan breakdance. Het is geen wonder dat haar instinct, een handje geholpen door het lot, haar in 2000 richting New York dreef. Ze verbleef er vier jaar, en Ancestry In Progress is daar de neerslag van, maar nu is ze terug in haar oude hometown, Brussel. ‘Ik hou van New York’, zegt de kleurrijke verschijning desgevraagd. ‘Voor een artiest is het de gedroomde plek en ik heb er nog altijd mijn appartement, maar voor mijn twee kinderen ( een dochter van elf, Kesia, en een zoon van drie, Zekye, pvd) is Brussel een betere stek om groot te worden. Het verenigingsleven is hier beter georganiseerd, er is uiteraard meer contact met de familie en vooral het onderwijssysteem is een pak meer ontwikkeld. Mijn dochter deed het aanvankelijk heel goed op school, ze pikte het Engels vlot op, maar na een tijdje merkte ik dat ze lui werd. Het onderwijs stelt er echt niet zoveel voor – tenzij je véél geld neertelt en je kinderen op een privé-school inschrijft, maar dat wou ik niet. Ik koos bewust voor een public school. Ik wilde dat Kesia het échte Amerika leerde kennen en optrok met de streetkids. Hoe kan je je kinderen beter beschermen en op hun toekomst voorbereiden dan ze te leren ontdekken hoe de wereld écht in elkaar zit? Als ze niet leren omgaan met anderen, zijn ze reddeloos verloren. Helaas worden de Amerikanen van jongsaf aan gemanipuleerd. Ze worden onwetend gehouden. Kesia had nooit huiswerk. Het werd haar té gemakkelijk gemaakt. Na een tijdje vond ik het experiment welletjes geweest. ( lacht) Nu zit ze in de International School in Brussel. Ik vind het gezond dat ze van uiteenlopende scholen proeft, zo krijgt ze een wijd spectrum.’

Was het in eerste instantie een zakelijke beslissing om in New York te gaan wonen?

Daulne: Ja. Mijn label ( DavidByrne’s Luaka Bop, pvd) en mijn Amerikaans management zijn er gevestigd. Al moet ik er meteen aan toevoegen dat New York me altijd al heeft aangetrokken. Op vrije dagen hol ik als kunstliefhebber van de ene tentoonstelling naar de andere. Als ik even in New York rondloop, komt de inspiratie vanzelf.

Samen met de contacten met andere artiesten, blijkbaar. Erykah Badu, The Roots: het zijn geen obscure namen. Hoe verliepen de ontmoetingen?

Daulne: Ze vloeiden uit elkaar voort. Op een dag belde Erykah Badu me op met het voorstel om haar te vergezellen op tournee, samen met Macy Gray en Jill Scott. Toen ik met haar begon te toeren, gingen vanzelf vele deuren open. The Roots vroegen me om samen te werken, in Miami werd ik aan Lenny Kravitz voorgesteld. Al had ik daar niet bewust naar gestreefd, plots werd ik tot hun universum toegelaten. Als je je creativiteit bewijst, verdien je hun respect. Ze pushten me om het onderste uit de kan te halen. Zo testen ze of je écht bent. Dat was best intimiderend. Ik zag hen in de studio blakend van zelfvertrouwen hun ding doen en vroeg me vertwijfeld af wat ik daar tegenover moest plaatsen. Het vergde enorme concentratie om met hen in zee te gaan. Al bij al een interessante ervaring, te meer omdat ik besefte dat we ons in België gelukkig mogen prijzen. We bevinden ons in het centrum van Europa en absorberen zoveel invloeden uit de ons omringende landen. De Amerikaanse hiphoppers zitten daarentegen in hun eigen enge wereldje opgesloten. De soulmuziek en de filmindustrie vormen al evenzeer eilandjes. Dan ben ik blij dat ik een veel breder perspectief heb en voor veel meer opensta.

Was het dan zo’n cultuurclash om met de ‘American way of life’ geconfronteerd te worden?

Daulne: Een concreet voorbeeld: de chauffeur van Erykah Badu nam me op een avond mee naar het beste restaurant dat hij kende. Naar Belgische normen was het eten er ronduit walgelijk. Maar omdat ik zag dat hij me met veel liefde en plezier inviteerde, wou ik de pret niet bederven. ( stilte) Mensen vragen mij soms: ‘Waarom heb jij niet zoveel succes als Erykah Badu?’

Goede vraag…

Daulne: Wel, ik ben eerder een creatieveling dan een ster. Zoekers als ik functioneren het best als ze een beetje underground blijven. Als Erykah me rondleidt in haar glamourwereld van grote, blinkende auto’s voel ik geen inspiratie komen. Ze was verbaasd dat ik in New York de metro wilde nemen. ‘Maar natuurlijk’, zei ik. ‘Ik neem de metro, zoals iedereen. Jij hebt dat toch ook nog gedaan toen je jong en onbekend was, of niet soms?’

Als het sneeuwt en ik met mijn twee kinderen een overvolle bus op moet, kanker ik wel eens. En toch: ik voel me het meest comfortabel als ik me op straat begeef, onder de mensen. Observeren is mijn lieve lust. Als ik op tournee een dag vrijaf heb, ga ik wandelen. Ik moet buiten zijn, waar de actie is. Dat is een fundamenteel verschil met iemand als Erykah.

Je hebt toch ook nog iets gemeen, mag ik hopen?

Daulne: Door veel te reizen, heb ik geleerd dat iedereen, waar ook op de wereld, hetzelfde verlangt. Mensen willen bij hun vrienden zijn, samen eten en drinken, high worden en over liefde en seks praten. In de Malinese woestijn had ik met Toearegs dezelfde conversaties als met de Latino’s in Miami en met de rappers in New York. Binnenin zijn we allemaal gelijk. Zoals ik in Miss Q, een nummer op mijn nieuwe cd, zing: ‘ We are all looking for the best‘. We hebben allemaal nood aan erkenning. Je wil dat mensen bevestigen dat je iemand bent. Au fond zijn die Amerikanen ook maar simpele mensen. Je ziet in New York heel wat armen die the attitude hebben, maar onder de bundel spieren en het machismo gaan verlegen en onzekere mensen schuil. Als je een tijdje met hen optrekt, doorprik je hun pose.

Wat is de meest vreemde context waarin je je muziek ooit hebt horen opduiken?

Daulne: Dat moet Mission Impossible 2 geweest zijn. Tom Cruise en Zap Mama: ik had eerlijk gezegd nooit gedacht dat die twee bij elkaar zouden passen. Ik schrok me een hoedje toen Tom Cruise aan de telefoon hing. Hij heeft me aangenaam verrast. Toen ik zijn voorstel hoorde, wist ik meteen: hier zit iets in. Hij had het gevoel dat ik de geknipte persoon was om de aarde, de wind, het vuur en het water te verklanken op de score van Mission Impossible 2 û een klein aandeel, maar een grote eer. Tom vertelde dat hij zijn oren niet kon geloven toen hij Zap Mama voor het eerst hoorde: ‘Ik dacht dat jullie van een andere planeet kwamen’, zei hij. Uiteraard heeft hij een groot ego, maar het viel mij op hoe gefocust hij is. Ik moest zíjn lijn volgen. Van die duidelijkheid hou ik wel.

Sinds je vorige album ‘A Ma Zone’ kreeg je heel wat aanbiedingen van filmmakers die je muziek wilden gebruiken. Heb je enige verklaring voor die plotse interesse uit Hollywood?

Daulne: Ik vermoed dat de hoes van A Ma Zone er voor iets tussen zat. Die was heel uitnodigend. Het beeld trekt je een andere wereld in, en dat is ook net wat filmmuziek moet kunnen. Sinds die plaat heb ik een andere agent: misschien helpt dat ook wel. ( lacht) Ik vroeg Hans Zimmer, de componist van de Mission Impossible 2-soundtrack, hoe hij bij mij was terechtgekomen. Bleek dat Michael Brook ( dankzij zijn werk met Nusrat Fateh Ali Khan en Youssou N’Dour een meneer met aanzien in de wereldmuziek, pvd) hem getipt had. Brook volgde mij al lang en was van oordeel dat ik met A Ma Zone de 21e eeuw binnenstapte.

Schuift dat wat, zo’n song voor een film leveren?

Daulne: (lacht) De schellen vielen van mijn ogen toen ik de gigantische studio van Hans Zimmer bezocht. Verdorie, daar zit wat kapitaal, zeg. Helaas betaalt hij peanuts. Zo’n job is te nemen of te laten. Als jij niet toehapt, vinden ze wel iemand anders bereid, want iedereen wil graag even deel uitmaken van Hollywood. Ik heb véél soundtrackopdrachten aangenomen, maar heb er nauwelijks wat aan verdiend.

In Molenbeek en Schaarbeek zijn er wel eens raciale spanningen, maar ik neem aan dat die klein bier zijn vergeleken met hoe het in New Yorkse getto’s toegaat?

Daulne: De Afro-Amerikaanse gemeenschap in New York heeft geen benul van zijn erfgoed. Ik werd ginds bekeken als een authentieke Afrikaanse koningin. De acteur Wesley Snipes kwam ooit naar een show van me en vroeg me na afloop de kleren van het lijf over mijn Congolese achtergrond. Ik stond af en toe versteld van de reacties. Sommigen vroegen me op de vrouw af waarom ik een blank meisje in mijn groep heb. Zij konden daar niet bij. Ik begrijp hun pijn, hoor. Ik begrijp dat de slavernij hen nog altijd dwars zit en dat de haat nog diep zit. Hun grootste probleem is een gebrek aan referentie. Ze hebben geen band meer met hun eigen cultuur. In Molenbeek is de Arabische gemeenschap bijvoorbeeld trots op zijn roots. Daarom zeg ik tegen zwarte Amerikanen: ‘Waarom blijven jullie de slaven als jullie voorvaderen zien? Waarom gaan jullie niet verder terug in het verleden?’ Ze doen geen moeite om hun Afrikaanse roots te herontdekken. Al komt er stilaan, onder impuls van een Erykah Badu, een beweging op gang die daarnaar teruggrijpt. Het schoentje wringt alweer op de Amerikaanse scholen: daar wordt uitgewijd over de Ierse geschiedenis, maar niet over de Afrikaanse.

Weet je wat ik bizar vind? Als ze mijn rare accent horen, vragen de Amerikanen me altijd waar ik vandaan kom. Van zodra ze weten dat ik uit België afkomstig ben, is hun nieuwsgierigheid bevredigd. Ik vind het gek dat ze niet dóórvragen. Als ik een taxi neem en de chauffeur komt uit Pakistan of India, dan wil ik verhalen horen uit die landen. Hier in Brussel eten de Palestijnen en de joden hetzelfde brood. Ik zie hen nooit ruziemaken. ‘We zijn broeders’, hoor ik hen in de buurtwinkel zeggen. Ze zijn een voorbeeld voor de politici in Israël. Kon de wereld hun hoopgevende boodschap maar horen. Nee, dan zijn de New Yorkse getto’s in vergelijking een nachtmerrie, dat klopt. De VS kunnen echt vilain zijn, vuil en verschrikkelijk. Het land heeft z’n mooie kanten, maar ook z’n lelijke – het zit vol extremen.

In Europa wordt nu veel gepalaverd over het falen van het integratiebeleid. In de wetenschap dat je zelf op je 18e in Zaïre op zoek ging naar je roots: begrijp je waarom migranten aan hun eigen cultuur vasthouden?

Daulne: Als vreemdelingen naar België komen omdat dit land, de werkgelegenheid en de sociale voorzieningen hen aantrekken, zullen ze de regels willen volgen. Je kan Zap Mama in zekere zin als een testcase voor de multiculturele maatschappij zien. Muzikanten die zich in mijn groep willen engageren omdat ze houden van wat ik doe, moeten zich aan mijn systeem aanpassen. Als dat systeem hen niet langer bevalt, stappen ze eruit. Zo eenvoudig ligt dat. Ik zou migranten dit willen meegeven: ‘Kom naar hier, breng het goede van je eigen cultuur mee en deel het met de autochtone bevolking.’ Kijk naar mij: in mijn hoofd ben ik Belgische, maar als ik naar Afrika terugkeer, steek ik daar veel op. Dat is een surplus. De huidige generatie loopt hier school en wéét wat het is om Belg te zijn.

Frankrijk is een mooi voorbeeld: de Arabische cultuur heeft zich daar helemaal vermengd met de Franse. Het is dus niet onmogelijk dat verschillende culturen in harmonie leven. Ik denk zelfs dat we de evolutie naar een bonte melange niet meer kunnen stoppen. Ik geloof heel sterk dat de migranten het leven van de Belgische bevolking een positieve wending kunnen geven. Al boezemt het vreemde en onbekende sommigen angst in en mogen we niet blind zijn voor les delinquents. De migrantenjongeren hebben een steuntje in de rug nodig. Bedenk eens hoe verwarrend het voor tieners moet zijn. Ze mogen van hun geloof geen alcohol drinken, terwijl de blanke pubers het snel serieus op een hijsen zetten.

Ik zou graag de meisjes, die moeilijk hun plaats vinden in deze maatschappij, willen helpen. Mijn ervaring kan hen een wegwijzer zijn: ik ben zowat het prototype van de culturenmix. Ik ken vrouwen die in dezelfde positie zitten als ik en zich nergens thuis voelen. Ze moeten zich realiseren dat het een spel is van geven en nemen. Dat is ook de reden waarom ik in mijn groep sparring partners verkies die mijn tegenpool zijn. Als je slim bent, vind je wel iets gemeenschappelijks waarop je kan bouwen. Die lijn trek ik ook door in mijn leven. Ik ken geen vijanden.

Wil je nu écht dat we geloven dat het leven voor jou enkel rozengeur en maneschijn is?

Daulne: Natuurlijk niet. Ik heb óók moeten vechten, maar met de jaren heb ik meer evenwicht gevonden. Toegegeven, ik ben een onverbeterlijke positivo. Misschien ben ik wat zachter omdat ik een vrouw ben. Ik merk dat de vechtlust bij mijn man dieper zit. Door mijn zoontje te observeren, begrijp ik wat het is om als man op te groeien. Al die hormonen in zijn lijfje stuwen hem vooruit. Als er een auto te snel rijdt in de straat, begint hij luid te vloeken: ‘godverdomme!’ Ik probeer hem wat te kalmeren door hem véél liefde te geven, en laat hem sporten om alle negatieve energie kwijt te raken. Als hij me té druk word, laat ik hem op zijn fiets springen. Het is goed dat mensen zich kunnen afreageren. Mijn concerten lenen zich daar uitstekend toe. Laat de fans maar wild in het rond springen, zodat alle frustratie en blues wegvloeien. Echt, voor artiesten ligt in deze tijden – die ik als een overgangsperiode zie – een belangrijke taak weggelegd. Ik apprecieer wat Michael Moore doet. Ik zie steeds meer kunstenaars die een verschil willen maken. Wij kunnen de maatschappij niet veranderen, wél ideeën aandragen.

Stel dat je eerste minister was, wat zou je dan graag veranderen?

Daulne: Ik zou de muzische vorming in het onderwijs stimuleren. Ik vind het belangrijk dat mensen zich uitdrukken en van het leven leren genieten. De scholen zouden meer het bos in moeten. Omgaan met de natuur en creativiteit komen nu te weinig aan bod in de educatie. Je moet de kinderen de kracht van kleuren bijbrengen.

Dat er zo lacherig wordt gedaan over karaoke begrijp ik niet. Ik kan dat fenomeen enkel toejuichen. Zo zingen de mensen tenminste nog eens. Ze moeten hun complexen van zich afgooien en hun stem laten horen. Het is mijn heilige overtuiging dat iedereen in staat is om creatief te zijn, als ze maar het lef hebben om te experimenteren. Ik zou graag opnieuw les gaan geven. Want zo is Zap Mama destijds ontstaan, via workshops. Als ik met mijn zoontje een wandeling maak, bootsen we samen alles wat we horen na: het fluiten van de vogels, de ronkende motoren van de auto’s. Zo maak ik hem alert voor de geluiden die hem omringen. Als hij op een bloem trapt, vertolk ik de gekwetste bloem: ( begint gekke bekken te trekken, tong uit de mond, en schreeuwt met een hoog stemmetje) ‘Help!’ Met dat soort spelletjes amuseren wij ons dus. ( lacht) Wat ik ook zou willen introduceren, zijn meetings voor moeders, zodat we onze ervaringen met kinderen kunnen uitwisselen. Akkoord, je hebt magazines waaruit je weetjes kan halen. Maar daar moet je voor betalen. Wijsheid doorgeven, zou een natuurlijk proces moeten zijn. Nu ik erbij stilsta: ik zou geen politieke macht willen. Moeder én artiest zijn, is al zwaar genoeg. Laat mij als artiest maar mijn steentje bijdragen.

Peter Van Dyck

‘ik blijf best een beetje underground. in de glamourwereld van Erykah BadU krijg ik geen inspiratie.’

‘Ik apprecieer wat Michael Moore doet. Ik zie steeds meer kunstenaars die een verschil willen maken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content