‘John Peel heeft me op BBC Radio 1 ooit de baron van de techno genoemd, Maar zeg gerust mijnheer.’ TECHNO-GOEROE DAVE CLARKE MAAKT ZICH OP VOOR HET CURATORSCHAP VAN I LOVE TECHNO.

I Love Techno wordt tien, en Dat is negen jaar meer dan de doorsnee muziekliefhebber in 1995 voor mogelijk hield. vijf kenners over hoe het zover is kunnen komen, en hoe het er vandaag voor staat met de club scene.

‘I LOVE TECHNO’

OP 12/11 IN EXPO, GENT

FOCUSTRAKTEERT

WIN DUOTICKETS VOOR EN CD’S VAN ‘I LOVE TECHNO’. ZIE PAGINA 6.

Hij heeft de reputatie moeilijk te zijn, maar eigenlijk is Dave Clarke gewoon een grappige vent. De legendarische Britse technoproducer heeft ook een bijzondere band met ons land: ‘België heeft nog altijd het fijnste publiek, en Fuse blijft voor mij de beste club ter wereld.’ Clarke heeft er een dag voor ons gesprek zijn verjaardagsfeestje gegeven, en staat ons na drie uur slapen met bijzonder kleine oogjes te woord. Wellicht is het niet het juiste moment om hem naar zijn curatorschap van de Green Room op I Love Techno te vragen, maar we doen toch een poging.

De line-up van de Green Room leest als de geschiedenis van techno.

Clarke: Dank u. Derrick May is inderdaad een van de originators (naast Juan Atkins en Kevin Saunderson; nvdr.), DJ Bone heb ik gekozen voor zijn passie en integriteit, Robert Hood mag je gerust de peetvader van de hedendaagse minimal scene noemen, Terence Fixmer & Robert McCarthy linken techno aan new beat en EBM, twee invloedrijke genres die in België ontstaan zijn, en als resident in Fuse moest ook Deg er zeker bij zijn.

Intussen gaat het volgens sommigen niet meer zo goed met Fuse en de club scene.

Clarke: Alles gaat altijd op en af. Op het einde van de jaren tachtig zag je hoe grote party’s de clubs in de vernieling reden, maar midden jaren negentig schoten clubs weer als paddestoelen uit de grond, en vandaag lijkt alles in evenwicht. Sommigen overleven, anderen vallen af. Maar goed ook, want hoe boring zou het zijn als alles hetzelfde bleef?

Deejays zijn te duur geworden, hoor je ook wel eens.

Clarke:(zucht) Wat is te duur? Als een deejay veel volk op de been brengt, mag hij daar toch wel een graantje van meepikken, zeker? Toen ik begon te draaien, kreeg ik nog geen veertig pond, terwijl de verplaatsing mij vijftig pond kostte en ik elke week ook nog eens nieuwe platen moest kopen. Goed, ik was jong en moest me nog bewijzen, maar intussen weten clubs verdomd goed wat ik waard ben, en waarom ze mij betalen wat ze mij betalen. Ik zeg niet dat er geen deejays rondlopen die te veel vragen, maar als een club er geld voor op tafel legt en het kot zit niet vol, wie is dan de onnozelaar? De scene is ook een pak professioneler geworden. Er komt zoveel bij kijken dat ik tegenwoordig naast een agent nu ook een persoonlijke assistent heb, én een half dozijn advocaten, die allemaal in iets anders gespecialiseerd zijn. Ik heb er zelfs eentje om een contract op te stellen en eentje om eraan onderuit te geraken. (lacht) Had ik er de voorbije vijf jaar geen beroep op kunnen doen, dan was ik meer genaaid dan een hoer.

Er is één genre waar je niet echt voor te vinden bent.

Clarke: Ja, trance. Sucks like a bastard. Als er al een genre is dat het drugsgebruik in de clubs heeft doen toenemen, is het trance wel. Geen idee hoe je er anders van kunt genieten. Ik heb het nu niet over het werk van pioniers als Mike Ink, die de baslijnen van Giorgio Moroder heruitvond (Italiaanse synthesizergod die Donna Summers discohit ‘ Love To Love You Baby’ produceerde, nvdr.), maar over de platte kak die tegenwoordig je hersencellen doodt. Ik ben geen klein kind meer, muziek hoeft voor mij niet euforisch te zijn. Dan luister ik nog liever naar minimal.

Je houdt ook niet van minimal?!

Clarke: Ik heb er niets op tegen, maar het doet mij weinig. Ironisch toch dat we vandaag over de meest gesofistikeerde software beschikken, en dat zo’n techneut met een batterij computers niet verder komt dan een simpele ploep? (lacht)

DE CLUB SCENE

Boccaccio, Café d’Anvers, La Rocca, Fuse, Dirty Dancing, Petrol en – als ze even niet failliet gaan – Culture Club: er zijn genoeg clubs met naam, faam én een geschiedenis in ons land. Waar is het voor de bezielers van nu allemaal begonnen?

Dirk De Ruyck

Platenbaas (Eskimo Recordings), manager (The Glimmers) én organisator van Diesel-U-Music. Stampte Eskimo en Culture Club mee uit de grond.

Met de vroege house uit Chicago en Detroit, en de garage house uit New York. Café d’Anvers was er vroeg bij, maar Boccaccio was de échte openbaring. Toen Fuse de deuren opengooide, heb ik even afgehaakt. Let op, alle respect voor Fuse, want ze hebben de scene een gezicht gegeven. Tot op dat moment verklaarden al mijn vrienden mij zot omdat ik naast The Pixies ook naar elektronische muziek luisterde.

Rudy Victor Ackaert

Ex-producer van Teknoville op StuBru, en een van de bezielers van vzw 5 voor 12 – en daarmee ook 10 Days Of Techno. Richtte Belmondo en Culture Club mee op, en blijft ook artistiek opperhoofd van die laatste.

In Gent op de Kuiperskaai met kleinere clubs als de Flash en Fifty-Five. De hoogdagen van Boccaccio zijn aan mij voorbijgegaan . Als producer van Teknoville heb ik de draad weer opgenomen, en toen zat je al met Café d’Anvers, Fuse en Food Club. La Rocca, Cherry Moon, Extreme en Illusion zijn rond dezelfde periode begonnen, maar waren altijd redelijk plat in hun huisstijl. Terwijl Fuse zich op intelligente techno richtte, deden de anderen het met kleutertechno, genre Bonsaï.

Thierry Coppens

Liet zich voor het eerst opmerken met de gay party La Demence en stond vervolgens samen met Peter Decuypere aan de wieg van Fuse. Hij runt de club nog altijd.

Boccaccio en de Fifty-Five in Kuurne waren mijn eerste haltes. Mensen gingen daar toen nog naartoe voor de club en de andere bezoekers. De muziek was natuurlijk ook belangrijk, maar als twee op de tien bezoekers wisten wie er achter de draaitafels stond, was dat al veel. Vandaag heb je keuze uit 100 genres en trekken mensen niet meer naar een club, maar naar een DJ. Het ene weekend zitten ze in Fuse, het andere op I Love Techno, en nog een week later bij Petrol.

Eric Smout

Een van de oprichters van vzw 5 voor 12. Staat samen met Philip De Liser in voor 10 Days Off, De Nachten en Petrol, de poolster aan de Antwerpse clubhemel.

Vóór Underworld en The Chemical Brothers, die ervoor zorgden dat dance zijn intrede maakte in de pop, haatte ik het genre. Tussen ’92 en ’95 runde ik de Pacific in Antwerpen, maar in de beginjaren distantieerden we ons van de dance door vooral acid jazz, funk en soul te programmeren. Naar het einde toe begonnen we wel ook ambient-matinees te organiseren en de déclic kwam er met 10 Days of Techno.

Roel Vergauwen

Boekingsagent bij Clear Channel Belgium voor Dr. Lektroluv en Nid & Sancy. Bepaalt al vier jaar de koers van I Love Techno.

Ik heb nog net de beginjaren van Fuse meegemaakt, toen techno nog altijd redelijk underground was. Ik herinner me dat ik daar naar Luke Vibert ging kijken en hij voor een lege zaal stond te spelen. Het heeft toen echt niet veel gescheeld of Fuse, die nadien uitgroeide tot een van de meest toonaangevende technoclubs in Europa, was al meteen failliet.

DE RAVE/PARTY SCENE

De ware rave is dood, leve het mega-event: I Love Techno, 10 Days Off, Kozzmozz, Star Wars, Body to Body, Eskimo, Groove City, Sensation, Tomorrowland, Antwerp is Burning – sinds midden jaren negentig heeft zelfs elk rockfestival zijn dancehall. De vraag van de kip of het ei: heeft de club scene de party scene beïnvloed, of omgekeerd?

Dirk De Ruyck

Vóór 10 Days of Techno en I Love Techno waren raves een underground-gebeuren. Je charterde een leeg fabriekspand, deed de deuren open en bam! Als je 1000 flyers liet drukken, kwam er ook 1000 man opdagen. Die kwamen allemaal voor de muziek. Toen er alleen nog maar techno werd gedraaid, zijn we in Gent met Eskimo begonnen. We wilden bewijzen dat je ook op drum & bass, hiphop en andere genres kunt dansen.

Rudy Victor Ackaert

Gent heeft altijd de meest actieve party scene gehad, omdat je hier geen clubs had toen house en techno doorbraken. Door de wildgroei aan party’s was de spanning er op de duur wat af: internationale dj’s draaiden hier op elke hoek van de straat. De helft maakte goede platen, maar kon niet draaien; de andere helft moest zonodig zó origineel zijn dat ze een nieuwe plaat na twee weken niet meer speelden.

Thierry Coppens

We weten dat we niet langer kunnen opboksen tegen grote evenementen als I Love Techno en Groove City, dus proberen we op die avonden ook altijd een alternatief te programmeren, wat ons de afgelopen jaren geen windeieren heeft gelegd. We verliezen dan al een deel van ons publiek, zo’n vijfhonderd man, maar we krijgen een pak anderen over de vloer.

Eric Smout

We zijn met 10 Days of Techno begonnen omdat er midden jaren ’90 niets was voor jongeren op de Gentse Feesten, maar ik vond een alternatief voor het clubcircuit toen al op zijn plaats. Ik verveelde me in clubs al vlug, terwijl concertzalen als de AB en de Vooruit steeds meer dance programmeerden. Daarna kwamen ook de zomerfestivals erbij en bleven de clubs verweesd achter.

Roel Vergauwen

Evenementen als I Love Techno hebben zeker een grote rol gespeeld bij het – zeg maar – sensibiliseren van het publiek voor techno en andere genres. I Love Techno is intussen ook meer dan alleen maar techno, maar we mogen onze roots niet verloochenen. Minimal, elektro, allemaal geen probleem, maar ik denk niet dat ons publiek zit te wachten op trance. Ik loop er zelf in elk geval niet warm voor. (lacht)

CLUBS IN DE PROBLEMEN

Het faillissement van Culture Club, dat intussen werd overgenomen, bracht aan het licht wat sommigen al lang wisten: het gaat niet goed met de Belgische club scene. Of toch?

Dirk De Ruyck

Alles boet aan populariteit in, maar alles komt ook weer terug. Kijk naar de punk, een van de meest invloedrijke subculturen uit de moderne geschiedenis: een kwarteeuw na datum sijpelen de invloeden ervan nog door. Met Boccaccio was het net hetzelfde. Na twee jaar stond daar ook nog maar tweehonderd man te dansen, duizend man erop te kijken en zat er boven vijftig man met een dikke sigaar champagne te zuipen.

Rudy Victor Ackaert

Vroeger was het een kwestie van wij tegen de rest van de wereld. Nu krijg je meer m’as-tu vu-volk over de vloer, maar dat is des mensen. Of clubs daar ook financieel beter van zijn geworden, weet ik niet. Ik denk dat de meeste clubs de afgelopen jaren de tering naar de nering hebben moeten zetten. Sommigen hebben dat wellicht iets te laat gedaan. (lacht)

Thierry Coppens

Evenementen als I Love Techno – ironisch genoeg opgericht door Peter Decuypere van Fuse – maken het ons het moeilijkst. Ze hebben meer geld voor promotie en deejays, en laten hen ook een exclusiviteitscontract ondertekenen, zodat wij ze twee of drie maanden niet meer kunnen boeken. Bovendien komt iedereen met een lege portemonnee van I Love Techno terug, dus blijven ze de weken erop gewoon thuis.

Eric Smout

Veel clubs zitten vast in een deejaycultuur en zijn erg voorspelbaar bezig, terwijl de klassieke house of techno over zijn hoogtepunt is. Petrol is geen klassieke club: onze muzikale smaak is heel breed. Toen we vorig jaar startten, werkten we op zaterdag nog met resident deejays, maar we merkten dat het publiek daar niet op zat te wachten. Jongeren gaan vandaag gericht uit en verwachten kwaliteit, verscheidenheid én namen.

Roel Vergauwen

Jongeren luisteren vandaag naar Bloc Party én naar Ricardo Villalobos, dus hebben clubs die zich op een niche richten het moeilijker gekregen. Tegelijk zie je hoe overal goede dance party’s georganiseerd worden, terwijl je daar vroeger alleen maar in Fuse of Café d’Anvers voor terechtkon. Ik krijg hier elke dag wel een paar aanvragen binnen voor Dr. Lektroluv van jeugdhuizen of scoutsgroepen. Gaat het daarom slecht met de club scene?

CLUBS ZIJN TE DUUR GEWORDEN

Toen Culture Club op de fles ging, lag de vraag op ieders lippen: is uitgaan te duur geworden?

Dirk De Ruyck

Een whisky-cola is nooit goedkoop geweest en zóveel duurder is die nu ook weer niet geworden. In clubs als Dirty Dancing, Fuse en Culture Club geraak je voor middernacht bovendien binnen aan de helft van de prijs.

Rudy Victor Ackaert

Ja, maar jongeren geven ook meer geld uit aan gsm’s, reizen en kleren. De overheid is ook strenger geworden op vlak van veiligheid, en dat kost allemaal pakken poen. Om nog maar te zwijgen over wat een internationale DJ kost. Vlucht, hotel, restaurant, agent – je zit al vlug aan 5000 euro, en dan moet je nog flyers en affiches laten ontwerpen, drukken én verdelen. Vroeger organiseerde je een party om vlug wat geld te verdienen; nu organiseer je er een om vlug geld te verliezen.

Thierry Coppens

De toegang tot de meeste clubs is niet duurder dan een bioscoopticket, en de prijzen voor een consumptie zijn heus niet zo spectaculair gestegen. Ja, een pint kost bij ons 2,5 euro, maar we vroegen vroeger ook al honderd frank. Op vrienden als Dave Clarke na vraagt een deejay inmiddels wél het dubbele, omdat hij van Clear Channel ook zoveel krijgt voor I Love Techno. Waarom zou hij ons dan minder aanrekenen?

Eric Smout

Ik ben er het afgelopen jaar van geschrokken hoe risicovol het is een club te runnen. Louter om de investeringen te recupereren, personeel te vergoeden en de energiefactuur te betalen, moeten we elke avond 500 man halen. En dan hebben we nog maar gewoon de deur opengedaan, want de gage van de deejays en de muzikanten heb ik nog niet meegerekend. We bereiken ons publiek, maar je zult mij niet horen zeggen dat we financieel geen kopzorgen hebben.

Roel Vergauwen

Is dat de schuld van Clear Channel? Natuurlijk niet! De scene is gewoon professioneler geworden. Vroeger belde je Laurent Garnier om te komen draaien. Op dat vlak zijn we in België altijd verwend geweest: we waren er vroeg bij, hadden roemruchte platenlabels als R&S, en organisaties als I Love Techno stonden internationaal hoog aangeschreven. Intussen is de scene ook in de VS, Zuid-Amerika en het Oostblok geëxplodeerd, en dan stijgen de prijzen automatisch.

DOOR BEN VAN ALBOOM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content