Na een ‘sabbatjaar’ van negen maanden keert Bart Peeters terug op zijn vertrouwde zondagavond. Een gesprek over de tv-criticus Leo Tolstoj, de gelijkenis tussen Ann van Elsen en New York en waarom zijn jongste dochter niet naar ‘Geen Zorgen Tot Paniek’ zal kijken.

e tijd vliegt: we hadden het gevoel dat Bart Peeters nog maar net was begonnen aan zijn tv-loos sabbatjaar, of hij is daar al terug, met een nieuwe zondagavondshow. Maar voor één keer zit onze intuïtie er niet naast, want tussen zijn laatste presentatie – de finale van Eurosong in februari – en de start van Geen Zorgen Tot Paniek liggen nauwelijks een kleine negen maanden. We beginnen dan ook, Slimste Mens– gewijs, met een kleine kennisvraag.

Beste mijnheer Peeters, hoeveel maanden telt een jaar?

Bart Peeters:(lacht) Ik weet het, ik zal nooit in het Guinness Book of Sabbatical Years raken. Eerlijk gezegd, die sabbat heb ik gewoon als uitvlucht gebruikt. Als je voor de duizendste keer de vraag krijgt wat je graag kookt of wat je lievelingskleur is, dan denk je wel eens: Kunnen we misschien eens over mijn werk praten? En de voorbije maanden kon ik gewoon zeggen: ‘Sorry, ik zit in een sabbatjaar.’ Terwijl het toen ik weg ging eigenlijk al vast lag dat ik in het najaar terug zou komen. Negen maanden later is het zover: ik ben het levende bewijs dat ook een man zwanger kan raken.

Van ‘Geen Zorgen Tot Paniek’ meer bepaald. Een titel waar taalkundigen zich nu al het hoofd over breken.

Peeters: Laat ik beginnen met te zeggen dat Geen Zorgen Tot Paniek geen typisch Vlaamse taalverhaspeling is. Het is gewoon het einde van een ezelsbruggetje dat ik heb gemaakt. In februari wist ik al dat ik terug wou komen met een warm programma, een show over het geluk van de mensen. Maar zoals de bekende tv-criticus Leo Tolstoj al schreef aan het begin van Anna Karenina: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’ Oftewel: Happy people have no stories. Mocht er zoiets bestaan als ‘een schaal van geluk’, dan zou die lopen van ‘redelijk gelukkig’ tot ‘kan niet meer stuk’. Tolstoj indachtig, is alles wat daartussen ligt volledig onbruikbaar voor televisie. Een ‘schaal van problemen’ zou dan weer gaan van ‘geen zorgen’ tot ‘paniek’. Wij blijven veilig weg van die twee uitersten, maar alles daartussen kan wel. Vandaar de naam: Geen Zorgen Tot Paniek. Wij willen gewone Vlamingen die met iets kleins in hun maag zitten helpen.

Het klinkt alsof je de nieuwe Tante Kaat wil worden.

Peeters: Ik noem mezelf liever ‘de patroonheilige voor mensen met kleine problemen’. Met de nadruk op ‘kleine’. Geen Zorgen Tot Paniek wordt niet: Koken met Jezus– Deel Twee. Jezus hield zich, als ik me goed herinner, voornamelijk bezig met de grote problemen des levens, ik houd het bescheiden. Een voorbeeld: een koppel is twintig jaar geleden in het huwelijk getreden, maar tijdens de plechtigheid heeft de man gezegd: ‘Christel, ik wil je vrouw zijn in goede en kwade dagen’. Waarop die vrouw zo van haar melk was dat ze antwoordde: ‘Paul, ik wil je man zijn’. Maakt zo’n fout een verschil? Dat proberen we uit te zoeken, en hopelijk levert dat leuke tv op.

Ann van Elsen krijgt een eigen rubriek in de show. Hoe komt Bart Peeters bij een ex-miss terecht?

Peeters: Ik ben een grote fan van haar sinds ze te gast was in een aflevering van Hoe? Zo! We wilden weten hoe snel een zeepkist kan rijden en Ann is toen uit de bocht gevlogen, waardoor ze naar het ziekenhuis moest. Maar omdat het ongeluk net voor de finale gebeurde, besloot Ann om te blijven én bovendien de hele scène nog eens over te doen. Ik was diep onder de indruk.

Ann gaat voor ons op pad om allerhande therapieën uit te testen. Mensen durven zich wel eens plattekens te voelen, het gevoel dat de fietsbanden van de existentie niet helemaal opgepompt zijn. Voor zulke momenten bestaan er oneindig veel therapie- en en elke week onderwerpt Ann zich aan één daarvan. We vonden het wel een gek idee om zo’n perfect gebouwd en kerngezond meisje uit te sturen. Ik had het zelf kunnen doen, maar als iets werkt bij mij, dan zouden de mensen thuis denken: Ja, Bart Peeters, die wordt 45, het is normaal dat daar kosten aan zijn. Maar Ann, dat is een soort New York voor therapieën: If you can make it there, you’ll make it anywhere.

De muziek in het programma komt van Mike en Yvan Smeulders, Geert Waegeman… kortom de mensen die je op de Zonder Circus-tournee mee had. Moeite met afscheid nemen?

Peeters: Ik heb met die mensen een hoop festivals gespeeld en ik ben heel veel van ze gaan houden. Het was hard geweest om zomaar vaarwel te zeggen, te hard. Dus toen de VRT zei: ‘Breng die gasten gewoon mee!’, was de beslissing snel genomen. Geen Zorgen Tot Paniek is geen muziekprogramma, maar de functionele muziek wordt wel live gespeeld. Je krijgt dus niet om de vijf minuten een jingle naar je hoofd gegooid, en dat is een omgeving waar ik me in thuis voel.

In hoeverre ligt dit dan in het verlengde van ‘Zonder Circus’?

Peeters: Het is een synthese. Ik ga net zoals in Zonder Circus terug naar af, met een heel eenvoudig programma zonder toeters en bellen. Ik krijg ook een dubbele rol in de show, die van presentator en verteller. Ik heb het aangedurfd om naar het theater te gaan en daar van op een barkruk te vertellen tegen het publiek, en dat wil ik nu doortrekken. Let wel: het wordt geen cabaret, want bij dat woord denken de mensen al snel aan een hoerenkot. En ik ga ook geen conference doen, want dat beperkt zich in Vlaanderen tot grapjes à la ‘Eva Pauwels heeft zich een nieuwe zomerpruim laten scheren’. Ik ga gewoon een verhaal vertellen over een bepaald probleem, en hoe je dat op kunt lossen. Ik heb die rol nog nooit gespeeld op tv, en het vloekt ook met de wetten van het medium, maar ik wou een risico nemen. We zorgen er wel voor dat de kijker het met- een merkt als ik omschakel. Er staat een krukje in het decor en zodra ik daarop ga zitten, weten de mensen: Ah, nu is hij de verteller.

Het zal toch wennen zijn voor de mensen die je kennen als de energieke spring-in-tien-velden-tegelijk uit ‘Hoe? Zo!’ of ‘Eurosong’.

Peeters: Ja, ik zal ditmaal niet beginnen met tweehonderd meter sprint, gevolgd door twintig push-ups. Daarvoor moet je vijfmaal per week gaan joggen, en ik heb het nu al aan mijn knie.

Ach, vandaar dat krukje.

Peeters:(lacht) Precies, ik sluit niet uit dat de ommekeer in mijn denken over tv vooral komt door mijn slechtere conditie.

Net voor je sabbat zei je dat je bang was dat je je had verbrand met al je televisiewerk. Is dat gevoel nu weg na al die succesvolle optredens?

Peeters: Ik denk altijd: je kunt maar vier maanden hip zijn, daarna begint de onvermijdelijke afgang en word je een has been. Dus houd ik de wereld voor dat ik nooit hip ben geweest. Maar ik heb me eerlijk waar ook nooit hip gevoeld. Toen ik met mijn theatershow on the road ging, dacht ik bij mezelf: dit is ongeveer het meest onhippe dat ik ooit heb gedaan. Maar voor de eerste keer in mijn leven heb ik tijdens een optreden bij mezelf gedacht: verdorie, dit is een hip publiek. Mijn muzikanten en ik hebben een paar keer heel verbaasd in de zaal gekeken. Aan de andere kant: veel van die trendy jongeren hadden ook hun moeder meegebracht, dus zo hip kunnen we ook weer niet geweest zijn (lacht).

Je staat pal tegenover ‘Idool 2004’. Hoe jammer is dat?

Peeters: Negen maanden geleden was er nog geen sprake van Idool. Dat stond toen op vrijdagavond, en ik ben er altijd van uitgegaan dat het ook dit najaar op die dag zou komen. Ik vind het treurig: ik hou van Jean Blaute en van Jan Leyers, en ik heb heel veel respect voor wat Koen en Kris Wauters doen in het Sportpaleis. Vorig jaar ben ik met mijn gezin gaan kijken, en ik heb drie dagen lang van mijn vrouw en dochters moeten horen hoe fantastisch het wel was. Maar we zullen de Idool-kijker niets in de weg leggen: we gaan het gevecht niet aan, we proberen gewoon een alternatief te brengen. Om het te vergelijken met een verkeerslicht: Idool is een groen programma, het is zeer toegankelijk en iedereen kan de straat oversteken. Geen Zorgen Tot Paniek is een rood programma, een beetje speciaal en tegendraads. Dat die twee tegenover elkaar staan, is dus niet zo erg. Twee groene programma’s op hetzelfde moment, Idool en Eurosong bijvoorbeeld, dat zou pas gênant zijn.

Wij proberen gewoon iets moois te doen. Of dat lukt, hangt af van de omstandigheden. Ons optreden op Marktrock hadden wij fantastisch voorbereid, maar toen we naar het podium wandelden, begon het plots pijpenstelen te regenen. Echt honden, oude wijven en heel hun familie. Dus zei ik tegen de band: ‘Die vijf try-outs die we gedaan hebben, vergeet die maar’, en na een paar nummers stond ik al op de dranghekkens, mee met het publiek in de regen. Op Dranouter moesten we dan weer optreden op hetzelfde moment als Daniel Lanois, de enige man die ik per se zelf wou zien. En het publiek bij ons was groter dan dat bij Lanois. Ik had vanaf het tweede nummer zin om de mensen te beledigen: weten jullie wel wat voor genie er honderd meter verder speelt? (lacht)

Ik bedoelde eigenlijk: je wordt nu met- een de man die de zondagavond van TV1 moet heroveren. Was je toch niet liever iets meer low profile begonnen?

Peeters: Goh, ik maak al jaren programma’s op zondag, alleen zijn die nooit merkbaar gepareerd door de concurrentie, waardoor de kijkcijfers altijd aan de overdreven kant lagen. Dat zal nu wel anders zijn. Toen ik gisteren mijn jongste dochter in bed stak, zei ze: ‘Papa, je begrijpt wel dat ik naar Idool blijf kijken, want de gesprekken op mijn school gaan over niets anders meer. En jij hebt me altijd gezegd: “Ga op in de groep.” Maar als je een paar afleveringen van jouw programma opneemt, dan kan ik ze wel eens in de kerstvakantie bekijken.’ Voilà, Censydiam is nergens voor nodig.

Dus kijkcijfers doen je niets?

Peeters: Neen, dat ook weer niet, maar voor je het weet, laat je je erdoor leiden en dat wil ik niet meer. Geen Zorgen Tot Paniek gaat over de zoektocht naar geluk, en geluk is de mate waarin je content bent. Ik ben lang geleden gestopt met te piekeren over wie de langste heeft, wie het meeste kijkcijfers. Ik heb vijf jaar programma’s gemaakt waar toevallig veel mensen naar keken, en op den duur begon dat tegen mij te werken. Ik kan nu al perfect voorspellen hoe de strijd tussen Idool en mij zal aflopen, maar het interesseert me niet meer.

Tot slot: als iemand die het zelf allemaal heeft meegemaakt, wat dacht je toen je hoorde van de overstap van Stany Crets en Peter Van Den Begin?

Peeters: Ik was dolgelukkig, ik heb ze dezelfde dag nog gebeld om te vragen of ze niet mee wilden doen. Maar dat ging niet, omdat Stany nog voor enkele maanden opgesloten zit in een kooi. We leven allemaal met hem mee.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content