In ‘Any Given Sunday’, ‘Ali’ en ‘Collateral’ diende hij respectievelijk Al Pacino, Will Smith en Tom Cruise stevig van antwoord. Maar met zijn opmerkelijke vertolking in ‘Ray’ toont Jamie Foxx nu dat hij ook zélf een film kan dragen. Niet slecht voor een stand-up comedian die Lionel Richie wou worden.

‘RAY’: VANAF 23/2 IN DE BIOSCOOP

Er is meer dan één weg die naar Hollywood leidt, maar Jamie Foxx koos wel een heel erg originele: klassieke piano. Niet dat hij een carrière in concertzalen vol smokings en avondjurken in gedachten had – hij wou liever de nieuwe Lionel Richie worden – maar muziek was wel zijn eerste grote passie. Op dat moment heette hij trouwens nog Eric Morlon Bishop, geboren in het Texaanse stadje Terrell, een plaats waar lanterfanten en rondlummelen niet werden geduld. De jonge Eric, geadopteerd door zijn strenge grootouders, verdeelde zijn tijd tussen de jeugdbeweging, het kerkkoor, de muziekschool en het football-veld. Zijn grote helden waren echter de zwarte komieken die hij op tv onnozel zag doen, pioniers zoals Richard Pryor, Bill Cosby en Redd Foxx. Toen hij piano ging studeren in San Diego trok hij regelmatig naar de Comedy Store in Los Angeles, waar hij onder meer Eddie Murphy aan het werk zag. Aangespoord door een vriendin raapte hij zijn moed bij elkaar en schreef zich in voor een vrij podium onder het pseudoniem Jamie Foxx – Foxx als hulde aan een van zijn helden, Jamie omdat hij gemerkt had dat vrouwennamen meer kans hadden om op het podium geroepen te worden.

Van zijn pianostudies kwam daarna niet veel meer in huis, al is hij altijd blijven spelen. Van stand-up ging het al snel naar rolletjes in komische tv-series en films, en uiteindelijk zelfs een eigen serie ( The Jamie Foxx Show) op het Warner Bros Network. Voor de tweede grote wending in zijn carrière zou hij echter moeten wachten tot 1999 en de dag dat Oliver Stone in de gaten kreeg dat Sean ‘Puffy’ Combs, de acteur die hij had gekozen als would-be vedette in zijn football-film Any Given Sunday, nauwelijks een bal kon gooien. De rapper/acteur werd prompt afgevoerd en Jamie Foxx zag zijn kans schoon: hij maakte een video waarin hij zijn kunnen op het football-veld demonstreerde, voegde er een zelf gecomponeerde rap aan toe, en niet veel later stond hij op de set tegenover Al Pacino en Cameron Diaz.

Twee Michael Mann-films later ( Ali en Collateral) en met de blockbusters Stealth en Miami Vice aan de horizon heeft Jamie Foxx zijn plaats gevonden, en met Ray snoert hij nu ook de laatste critici de mond. In de biopic van Taylor Hackford speelt hij de vorig jaar overleden muzieklegende Ray Charles, de man die op een mooie dag het lumineuze idee had om gospel in zijn muziek te verwerken, en zo de soul uitvond. Ray Charles is een rol uit de duizend: een koppige en perfectionistische figuur die op zijn zevende blind werd, zijn hele leven lang tegen vooroordelen en uitbuiting moest knokken en iedereen lik op stuk gaf. Muziek was zijn leven en zijn taal, en dat mocht Jamie Foxx al bij hun eerste ontmoeting ervaren. ‘Ray Charles kwam binnen,’ vertelt de 37-jarige acteur, ‘gaf me een hand en zei: ‘ Oh yeah, sterke vingers. Kom, we gaan piano spelen!’ Ik tokkelde een beetje blues, waarop hij reageerde: ‘Jamie, als je de blues kan spelen, kan je alles aan.’ Dus begonnen we te improviseren.’

Was je niet bloednerveus?

Jamie Foxx: Nee, ik vond het geweldig om met zo’n legende te mogen jammen. De zenuwen kwamen pas toen ik zag dat hij werkelijk álles kan spelen. ( lachje) Op de duur ging hij over naar een stukje Thelonious Monk, en dat is het muzikale equivalent van een hindernissenrace. Ik weet niet of je ooit een Formule 1-wagen tegen een muur hebt zien knallen, maar dat was wat ik deed. Er kwam zwarte rook uit mijn motor. Binnen de kortste keren speelde ik een verkeerde noot. Waarop hij: ‘ Now why the hell would you do that? De noten liggen vlak onder je vingers.’ Op dat moment begreep ik dat hij een perfectionist was. Dat was een essentieel onderdeel van zijn DNA en iets wat ik absoluut zou moeten overbrengen via mijn vertolking.

Je wist dat je niet alleen een bestaande figuur, maar ook nog eens een ware legende zou moeten spelen. Hoe ga je met die druk om?

Foxx: Daar draait het net om in dit leven. Als je niet overweg kan met druk en uitdagingen, is er niks aan. Ik ben opgegroeid in een stadje waar sport alles was. Op de middelbare school was ik quarterback, de spilfiguur van de football-ploeg. Ik was klein van stuk, maar ik kon een bal werpen als geen ander. Ik heb mijn hele leven voor uitdagingen gestaan die ik met alle geweld wou overwinnen. Ik keek er dus echt naar uit om Ray Charles te spelen, want als ik erin slaagde om hem te tonen zoals hij werkelijk was, zouden veel mensen hem opnieuw ontdekken.

De film toont ook dat hij hard en meedogenloos kon zijn. Deel je dat met hem?

Foxx: Nee, omdat ik het niet nodig heb. Maar hij moest, want de muziekwereld vereiste dat, vooral in die tijd. Dat milieu liep vol haaien en gangsters. Als je niet even hard was als zij, werd je afgemaakt. In het acteervak liggen de kaarten anders. Regisseurs en producenten zoeken per definitie naar geloofwaardige mensen, en als je kan brengen wat ze nodig hebben, krijg je de job. Er zijn maar weinig mensen die voor een camera openbloeien. Je moet echt al zwaar tegen iemands schenen schoppen om naast een rol te grijpen als je de geschikte kandidaat bent. Ray Charles had dat geluk niet. Hij moest constant op zijn hoede zijn en op zijn strepen staan. Zelf zei hij wel dat zijn handicap hem niet stoorde, maar natuurlijk was het omgekeerde waar. Als je in een vak zit waar geld een grote rol speelt en je kunt niet zien, dan moet je je wel omringen met mensen die je kan vertrouwen. Hij moest dus eerst het nodige respect verdienen.

Ray Charles viel ook op door zijn lichaamstaal, de manier waarop hij zijn hoofd schudde. Waar kwamen die tics volgens jou vandaan?

Foxx: Door zijn handicap. Omdat hij niet kon zien, voelde hij de stimulans om constant heen en weer te wiegen. Al was Ray Charles een speciaal geval. Dat wiegen deed hij enkel als hij zong. Als hij met iemand zat te praten, bleef hij gewoon stil. Tot zijn zevende kon hij even goed zien als iedereen, dus hij wist heel goed hoe de vloer eruitzag of een stoel of een vrouw of een auto. Een deel van zijn handelingen en lichaams-taal was dus dezelfde als de onze. Om het verschil te zien, moet je Stevie Wonder eens goed bekijken. Hij beweegt zich alsof hij in de ruimte rondzweeft omdat hij geen enkele visuele referentie heeft. Ray Charles herinnerde zich al die dingen nog.

Hoe voelde het om de hele dag met dichtgekleefde ogen rond te lopen?

Foxx: Ik hyperventileerde de hele tijd. ( lacht) Het is alsof je in een lijkkist ligt. Het waren ook lange dagen. Ik arriveerde om zes uur ’s morgens voor mijn make-up, we begonnen te draaien om acht uur en we hielden er pas om tien uur ’s avonds mee op. En al die tijd bleven mijn ogen dichtgekleefd; zelfs tijdens de lunch. De eerste dag liep iedereen tijdens de lunchpauze naar buiten en bleef ik verweesd achter. Ik wist niet waar ik naartoe moest. Ik kon me goed voorstellen dat Ray Charles heel regelmatig in die situatie verzeilde. Hij moet gedacht hebben: ‘Ik zal zo fantastisch muziek spelen dat niemand me ooit nog achterlaat. Ze zullen de lunch naar mij brengen.’ Dat was de motivatie in zijn leven.

Ray Charles was een inspirerende figuur voor veel mensen. Ook voor jou?

Foxx: Ja, in die zin dat ik nu veel minder angst heb om mijn mening te zeggen over bepaalde onderwerpen. Als je bijvoorbeeld ziet hoe Ray omging met racisme, moet je wel bewondering hebben. Hij werd beroemd in de jaren ’50 en ’60, toen Amerika in de ban was van rassenspanningen. Zwarte leiders werden ofwel om het leven gebracht door onbekenden, ofwel belandden ze om onduidelijke redenen in de gevangenis. Maar Ray Charles kwam op voor zijn overtuigingen. Hij weigerde voor een gesegregeerd publiek op te treden. Zijn muziek was voor iedereen. Als ik vroeger naar Georgia on My Mind luisterde, hoorde ik alleen een mooie song. Ik besefte niet wat Ray allemaal doorgemaakt had om die song te schrijven. Hetzelfde met zijn America the Beautiful. Nu hoor ik hoeveel pijn er in die song zit. Wat hij zei, was dat Amerika mooi kan zijn, als we maar geloven in het concept van wat Amerika is. Hij zei zijn mening toen Amerika maar voor een deel van de bevolking bestemd was. Hij gebruikte muziek om de mensen samen te brengen, en dat is slim. Het heeft me geleerd om meer op te komen voor mijn ideeën.

Heb je veel over politiek gepraat met hem?

Foxx: Het ging vooral over muziek, maar soms kwam zijn sociale visie erbij kijken. Hij vertelde bijvoorbeeld graag over hoe mensen reageren op muziek in andere landen. ‘Je moet naar het buitenland gaan’, raadde hij me altijd aan. ‘Daar hebben ze je pas echt graag.’ Hij vond dat zwarten beter behandeld werden buiten de Verenigde Staten. Wat hij bedoelde, was dat veel andere landen nooit slavernij hebben gekend en dus nooit besmet zijn met de Amerikaanse manier van denken over huidskleur. Hij vertelde veel over zijn reizen, over hoe orkesten klinken aan de andere kant van de oceaan.

Toen hij pas begon, speelde hij vooral in de stijl van de populaire muzikanten van die tijd. Ben je zelf ook begonnen als imitator?

Foxx: O ja. Dat is altijd een van mijn talenten geweest. Toen ik tien was, imiteerde ik al Jimmy Carter. Mijn lerares liet me telkens aan het eind van de dag verschillende typetjes spelen voor de klas. In Los Angeles was ik de eerste zwarte die Ronald Reagan nadeed. Ik vond het altijd geweldig om een volledig zwart publiek te horen roepen dat ik het niet kon en dan te antwoorden ( met een hese Reaganstem): ‘Well, euh, as a matter of fact I can.’ ( lachje) In mijn achterhoofd heb ik een groot controlepanel vol schakelaars die ik naar believen kan aan- en uitzetten, en aan elke schakelaar hangt een personage vast. Er is een Bill Cosby-schakelaar, een Mike Tyson-schakelaar, en nu ook een hele reeks schakelaars zonder naam erop, die ik nog moet invullen. Daar zal ik de rest van mijn leven mee bezig blijven. Imitatie is altijd heel belangrijk geweest voor mij. Als stand-up is het een handige manier om je publiek mee te krijgen, maar het leert je ook om je eigen stem te ontdekken. Die heb ik pas voor het eerst gebruikt bij Any Given Sunday.

Is het mogelijk om grappig te zijn met je eigen stem?

Foxx: Ja, en op die manier ontwikkel je die stem ook. Je kweekt een stem die naadloos de overgang kan maken van podium naar scherm, die overal goed klinkt. Mijn stand-up is nu ook heel anders geworden. Toen ik pas begon, was het een spervuur van grappen, nu breng ik vooral intrige. Ik vertel dat ik in Afrika ben geweest en brei daar een hele performance rond. Ik neem het publiek mee op een trip, tracht hun aandacht vast te grijpen en ze dan aan het lachen te brengen. Je moet blijven evolueren.

In 2004 had je ‘Collateral’, nu zijn er ‘Ray’ en de twee oscarnominaties. Heb je het gevoel dat je dit jaar eindelijk gearriveerd bent?

Foxx: Absoluut, maar je moet het nemen zoals het komt. De opzet is om telkens nieuwe deuren te openen, om ervoor te zorgen dat producenten en regisseurs zich op hun gemak voelen als ze je willen inhuren als acteur. Ik ben nu bezig met Jarhead, de nieuwe film van Sam Mendes. Ik heb niet eens auditie moeten doen. We zijn automatisch beginnen praten over het scenario. Je wordt echt deel van een productie en de mensen willen ook jouw mening horen om te zien hoe we de film nog beter kunnen maken. Dat werkt allemaal in je voordeel. De krantenkoppen laat je over aan de pers. Zelf concentreer je je op je werk, want de volgende keer dat wij elkaar ontmoeten, zal mijn situatie er misschien weer heel anders uitzien. Het is zoals opstijgen op de luchthaven van Los Angeles. In het begin lijkt het er allemaal mooi en plots hoor je de stem van de piloot: ‘We vliegen zwaar weer tegemoet boven Detroit.’ Het komt erop aan om de juiste keuzes te maken.

Vond je niet dat die grote doorbraak al lang op zich liet wachten?

Foxx: Nee. Ik heb altijd geweten dat die doorbraak op het juiste moment zou komen. Ik zit al 15 jaar in dit vak. Toen ik met stand-up begon, wou ik daar lang mee bezig blijven. Ik was ook wel geïnteresseerd in een goeie komische rol in een tv-serie of een film, maar alle deftige rollen waren al ingepikt door Will Smith, Martin Lawrence, Chris Tucker en Chris Rock. Er bleef niks meer over. Ik heb het dus wat moeilijker gehad om door te breken. Die dramatische personages zijn fantastisch, maar doorgaans zijn het niet de meest commerciële rollen. Het is alsof je een coole jazzplaat maakt, vol goeie songs die nooit de hitparades halen maar die wel ’s avonds laat gedraaid worden en waar mensen naar blijven luisteren. Nu krijg ik de kans om voor de voetlichten te treden, maar ik ben niet van plan om mijn band op te geven. Ik ga mezelf niet veranderen omdat ik nu Acteur ben geworden.

Door Ruben Nollet

‘Als je niet overweg kunt met druk en uitdagingen, is er niks aan.’

‘Er zijn maar weinig mensen die voor een camera openbloeien. Je moet al zwaar tegen iemands schenen schoppen om naast een rol te grijpen als je de geschikte kandidaat bent.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content