Brad Pitt kruipt in ‘Troy’ in de huid van de Griekse held Achilles, een onbevredigbare, arrogante en opstandige man. ‘Ik dacht: Die rol moet ik hebben.’ Door Elizabeth Moore

Hoe lang heeft het geduurd vooraleer je je goed voelde in de outfit?

Brad Pitt: Niet zo lang als ik wenste dat het zou duren. Eigenlijk zat het ons onmiddellijk als gegoten.

Spreek je met je eigen accent in deze prent?

Pitt: Neen, we werden allemaal geacht Brits te klinken. Er zijn maar twee Amerikanen in deze film, ik en Garrett Hedlund. Het was moeilijk om de Britten te evenaren, en dus probeerden ze er toch een bevredigende wetenschappelijke verklaring voor te vinden: de kleine dialectverschillen tussen de Grieken onderling.

Hoe hard was het fysiek tijdens de opnamen?

Pitt: Ik heb nog nooit in zo een grote prent gespeeld, en uiteraard was het heel hard werken. Maar het is altijd leuk om weer iets nieuws op te pikken. Ik ga ervan uit dat je alles kan leren, maar dat het enkel afhangt van hoeveel tijd je ervoor over hebt. Voor mij was dit een van de weinige films waar iedereen op het toppunt van zijn kunnen was, van de regisseur, tot de acteurs, tot de kostuum-ontwerpers en decorbouwers. Het stuntteam, dat een belangrijke pijler vormt in deze film, werkte fantastische en authentieke vechtstijlen uit, door zich te baseren op de afbeeldingen op Griekse urnen. Dat trok me ook zo aan in deze film, die tegenstelling tussen liefde en geweld. Daarom is het gevecht tussen Hector en Achilles op het hoogtepunt van het verhaal geen tegenvaller, integendeel. Je ziet een geweldige opbouw van enerzijds de schaakbewegingen en anderzijds de afweermanoeuvres, en wat er uiteindelijk volgt, is slechts één droge doodslag.

Was je onmiddellijk betoverd door het script?

Pitt: Met zo’n verhaal? Natuurlijk. Het is gewoon een van de tien grootste verhalen aller tijden. Bovendien is David Benioff erin geslaagd alle grote gebeurtenissen en de essentie van Homeros’ Ilias in een fantastisch script te gieten. Dat betekent niet dat we ons echt strikt aan het script hebben gehouden. Er waren altijd veranderingen mogelijk zodat alles nog helderder werd. Je kon je dus soms laten gaan. Niet echt improviseren, maar toch acteren zonder je eigen acteerstijl te moeten verdrukken.

Ben je niet zenuwachtig als je met een icoon als Peter O’Toole moet spelen?

Pitt: Niet echt. Je voelt wel dat je spel beter wordt naarmate je tegenspelers beter zijn. Alles gebeurt dus eigenlijk automatisch zodra we in de huid van ons karakter kruipen. Wat ik vooral voel, is een groot respect voor mensen die zoveel voor mij betekend hebben toen ik zelf in de zaal zat. Dat respect groeit trouwens nog naarmate ik langer met hen samenwerk. Ik vind het echt een privilege om met hen in de ring te mogen kruipen.

Achilles wordt beschreven als onbevredigbaar en arrogant, opstandig, schijnbaar onkwetsbaar in zijn drang naar eeuwige roem. Dacht je: Die rol moet ik hebben?

Pitt: ( lacht) Ja, dat ben ik volledig… Neen, eigenlijk is Achilles helemaal anders. Het gaat hem meer om het niet aanvaarden van zijn eindigheid, de vrees voor de dood, en de zoektocht naar onsterfelijkheid en roem. En vanaf daar begint Homeros’ verhaal en de film, in het tiende jaar van de Trojaanse Oorlog. Achilles is dus veel meer dan dat. Ik kan hem voor jou niet in enkele zinnen beschrijven, want dan zou ik een half uur durend betoog houden over wat ik over hem denk.

Is hij geen zoon van de goden en gedeeltelijk onsterfelijk?

Pitt: De mythe wil dat hij een halfgod is, maar dat kan je niet uit het script opmaken. Evenmin spelen we goden als stoffelijke wezens. We spreken enkel over goden op dezelfde manier als mensen over hun religie vertellen. Of Achilles die mythe ook zelf gelooft, weet je dus niet. Daarom kan je de achilleshiel ook zien als een metafoor voor de eigen zwakte die net je ware sterkte kan zijn. In dit geval is de zwakte het hart.

Wat is jouw Achilleshiel?

Pitt: Laten we daar vooral niet over beginnen… Volgende vraag? ( lacht)

Hoe heb je het karakter van Achilles gelezen?

Pitt: Ik weet het niet. Ik hield voortdurend vast aan het idee dat ik nooit echt wist wat alles betekende, maar de idee dat we een harnas rond ons bouwen als bescherming tegen elke vorm van kwetsbaarheid, dat wordt door het hele verhaal heen ontmanteld. Je merkt het eerst bij Briseis en dan bij koning Priamus. Dat zie ik dus als een belangrijk klein aspect van Achilles’ karakter. Ik weet niet of dit ergens op slaat. Dat doe ik trouwens graag, graven in de diepste diepten van een ander. Ik houd van Achilles omdat hij niet gevormd is vanuit een bepaald dogma of denksysteem. Zijn karakter is het resultaat van ervaringen en zijn antwoord op die ervaringen, soms extreem, soms door slechte keuzes te maken, soms vanuit haat. Het is door die vuren dat hij is gekneed.

Hij wordt gedreven door het laagste van de menselijke gevoelens, niet?

Pitt: Wel, vrees voor de dood, de zoektocht naar liefde.

Ik dacht meer aan wraak?

Pitt: Neen. Dat is maar een klein aspect van hem. De wraak is belangrijk omdat hij zo bedroefd en zo gekwetst is door het verlies van een geliefd iemand, dat hij een vijand vindt. Dat is het wraakgedeelte van het verhaal, en persoonlijk haat ik wraakverhalen. Ik denk dat het een bekrompen beeld creeert, en dat onze cultuur overdreven geobsedeerd is met dat idee van wraak. Wat me hierin echter trof, is dat hij dan naar iemand zoekt om zijn pijn te verzachten. Er moet iemand boeten, en daarom wil hij net dat Hector en alle Trojanen een gruwelijke dood sterven. Achilles gaat zelfs nog een serieuze stap verder door de lichamen te schenden, de meest verachtelijke daad. Het is dan dat koning Priamus komt en, metaforisch, zijn harnas breekt, niet met bruut geweld maar met de wapens van vrede die woorden zijn. Als Hector en Achilles elkaar dan ontmoeten, wordt Achilles gedreven door razernij en haat. Hector zie ik op dat moment als de voorstelling van een grotere menslievendheid, een prins die een ware prins is, iemand om naar op te kijken, iemand die schoonheid en gelijkheid in zich meedraagt. Om te weten wat Homeros hiermee bedoelt, sluit ik mij aan bij een zin die ik vond in een schooleditie van dit fragment. Er stond dat elke keer dat ik mezelf blindelings tegenover iemand anders positioneer – door haat, door pure slechtheid, of door waanzin – ik een lijn creëer. Het is dat wat ons van elkaar scheidt. Pas als koning Priamus komt en aan Achilles zijn pijn toont, delen ze een gemeenschappelijk lijden. Ze hebben beiden iemand verloren die ze liefhadden, en daardoor worden de lijnen weggewerkt. Er zijn trouwens nog veel grotere thema’s in dit verhaal die nog veel dieper gaan dan deze.

Hebben die thema’s enige relevantie in deze tijd?

Pitt: Ik ben er zeker van dat ze relevant zijn, en vooral dit idee. Daarom wil ik het verhaal niet beperken tot een eendimensionaal wraakverhaal of tot een verhaal over de zoektocht naar roem. Er zit zoveel meer in. Het is great stuff.

© IFA. Vertaling Bart Van Pottelberge

Door Elizabeth Moore

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content