Jarenlang was Jo De Poorter vooral bekend als de immer enthousiaste, breed lachende presentator van quizjes, loterijshows, datingprogramma’s en ander licht amusement op Vlaamse en Nederlandse zenders. Nu maakt hij voor VTM een Vlaamse versie van het Nederlandse satirische actualiteitsprogramma ‘Kopspijkers’. Jo De Poorter is dood. Leve Jo De Poorter. Door Ineke Van Nieuwenhove FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER

Sommige dingen veranderen nooit. Als Jo De Poorter het Antwerpse etablissement Horta binnenstapt, ziet hij er onbesproken keurig uit en is hij stipt op tijd. ‘Vergis je niet’, zegt hij. ‘Ik heb onlangs een volledige studiocrew laten staan. Ik moest om zes uur ’s ochtends in Mechelen zijn. Ik heb normaal een ingebouwde wekker. Die ochtend heeft noch mijn ingebouwde noch mijn echte wekker dienst gedaan. Ik ben wakker geworden om negen uur. Dat is een hoop mensen – cameralui, lichtmannen, visagistes… – die drie uur staan te schilderen. Ik vond het verschrikkelijk voor hen. Maar goed, niets aan te doen. Het was waarschijnlijk een diep innerlijk verzet tegen alle organisatie die ik mezelf opleg.’

Organisatie moet hij hebben. Sinds hij als onverdroten ambitieuze jongeman besloot dat hij absoluut tot het Mekka der Televisie wou toetreden en VRT-mensen niet aflatend brieven stuurde, is hij op een wonderbaarlijke wijze door ontelbaar veel programma’s gezeild: Bingovision, Dinges, Alle vijf, Liefde op het eerste gezicht, Aangename Kennismaking, De Rode Loper, radioprogramma’s als Help, De Tafel met Jo, De Tekstbaronnen enzovoort. Tussendoor woonde hij ook nog in Parijs, Londen en Amsterdam en startte hij een eigen bedrijfje voor mediatraining, Success Coaching. ‘Bedrijvig’ is De Poorters middlename.

Na ‘De Tekstbaronnen’ komt nu ‘Kopspijkers’. Niet bepaald het vederlichte amusement van je oudere programma’s. Vond je het tijd voor jezelf?

Jo De Poorter: Niet voor mezelf. De tijd was gewoon rijp. Je hebt tijd nodig om je allerlei dingen eigen te maken. In Kopspijkers neem ik interviews af, ik probeer een beetje lollig te zijn, ik speel mee in een toneeltje, praat dingen aan elkaar, treed op voor een publiek van 250 man. Dat zijn vaardigheden die ik me de afgelopen veertien jaar eigen heb gemaakt.

Tien jaar geleden had je dit niet gekund?

De Poorter: Nee. Maar kijk naar andere late-night hosts. Johnny Carson van The Tonight Show is begonnen als presentator van Het Rad der Fortuin. Nu herinnert niemand zich dat nog. In Engeland heeft Terry Wogan zes jaar commentaar geleverd bij het ballroomdansen en Sonja Barend presenteerde een bejaardenprogramma voor ze talkshows deed.

En jij wil dat mensen over enkele jaren vergeten zijn hoe je ooit bent begonnen?

De Poorter: Nee, hoor. Ik ben trots op heel veel van wat ik heb gedaan. Ik vind een lichte amusementsshow niet minder belangrijk dan een zwaar informatief programma. Ik moet niet herinnerd worden aan de hand van een sterk programma.

Gaan we een nieuwe Jo ontdekken?

De Poorter: Ik denk dat veel mensen een kant van me zullen ontdekken die ze nog niet hebben gezien en die erg te maken heeft met wie ik ben. Wat je in Kopspijkers te zien krijgt, is veel meer ik dan in andere programma’s. De pers lijkt nu een absolute cesuur te willen maken, terwijl ik al jarenlang met dat soort programma’s bezig ben voor wie het wilde zien. Kopspijkers sluit aan bij De Tekstbaronnen, maar bij Studio Brussel heb ik ook veel sketchmateriaal geschreven. Mijn eerste programma op de Nederlandse tv was een informatief amusementsprogramma gemaakt door Henk van der Horst en Jan Fillekers, de Sonneveld en Kan van het Nederlandse cabaret. Maar niemand hier heeft dat gezien. En niet alle Vlamingen hebben me op StuBru of Radio 1 gehoord.

‘Kopspijkers’ en satire tout court is heel vinnig. Je hebt ooit je vaders hersenen willen inslaan met een pan, omdat hij jou jarenlang aftroefde. Kan Jo De Poorter in ‘Kopspijkers’ eindelijk zijn agressieve kantje kwijt?

De Poorter: Ah, gaan we die toer op? Ik ben niet agressief van aard. We maken satire, ja, maar vanuit respect. Ik heb al vaak scherpe dingen gezegd, maar altijd op een eerbiedwaardige manier. Ik ben, denk ik, de presentator met de minste boze brieven en e-mails. Collega’s worden bedolven onder de reacties na een uithaal. Ik nooit. Akkoord, met Kopspijkers zitten we in gevaarlijker vaarwater. Tijdens de piloot maakten we een persiflage van Fabiola. Daarvoor hadden we een idee van haar stemtimbre nodig, want bijna niemand weet hoe Fabiola eigenlijk klinkt. Nu heeft Lutgart Simoens haar in 1984 geïnterviewd voor de radio. Ik bel Lutgart dus op om dat bandje te lenen. Ze weigerde. ‘Ik weiger mee te werken aan een programma waarin koningin Fabiola belachelijk wordt gemaakt! Dat is zo’n leuke en intelligente vrouw, daar doe ik niet aan mee!’ De bedoeling is nochtans dat we de boodschap aanvallen, nooit de persoon. Maar ik ga niets uit de weg. Zelfs mezelf niet. Als ik iets stoms in de krant heb gezegd, zal ik mezelf ook te kakken zetten.

Ik denk aan al die lieve dametjes, die zwijmelen bij jouw naam en…

De Poorter:… die me nu gaan haten? (glimlacht) Wie weet? Het is niet dat ik nu als Terminator III door het Vlaamse medialandschap ga razen, maar het zal scherper zijn dan wat men van mij gewend is. Ach, ik heb me allang verzoend met het imago dat ik met me meesleep. En dat is zoeter dan wie ik ben.

Spreekt men je trouwens al aan met mijnheer of is het nog steeds jongeman?

De Poorter: Ik ben nog steeds jongeman. Ik weet niet waar ze het vandaan blijven halen. In de VTM-perstekst werd ik wervend vernoemd als jonge aanwinst. Sterk, op mijn zevenendertigste.

Die vervloekte eeuwige jonge looks worden op jouw leeftijd toch fijn?

De Poorter: Hm. Ik verzorg me dagelijks, ik ga niet lang in de zon zitten… Ik wil er best goed uitzien, maar meer niet.

Toch heb je al beweerd dat je niet afkerig bent van schoonheidsoperaties.

De Poorter: Als er mij iets erg dwars zou zitten, waarom niet dan? Ik heb twee maanden geleden voor De 10 Cindy Jackson geïnterviewd, de wereldrecordhoudster plastische ingrepen. Ik heb haar gevraagd of er aan mij iets moest gebeuren en ze zei: ‘Voorlopig niet.’ Ik ben dus nog voor een paar jaar goed. Want Cindy ziet bij iedereen mankementen. ( lacht)

Maar je bent wel ijdel. Ik las dat je ooit persoonlijk de tapes bent gaan vernietigen van een beschamend slechte auditie voor gastpresentator van het popprogramma ‘Bingo’.

De Poorter: ( fronst het voorhoofd) Dat moet ik als grap hebben gezegd. Ik zou niet weten waar ik die tapes moet zoeken. Ook al is het helaas zo: als je voor tv werkt, wordt alles gearchiveerd. Ooit zal er wel eens een gek zijn die mijn oude misstappen opsnort.

Desondanks zijn tv-critici altijd heel mild geweest voor je. Heb je deze keer angst voor kritiek?

De Poorter:Kopspijkers zal met de grootste argusogen worden bekeken, omdat het een programma is waar journalisten zelf ook naar kijken. Ik maak er me niet te veel zorgen over. De belangstelling van de buitenwereld is bijna groter dan die van mij. Acht jaar geleden had ik er slapeloze nachten aan overgehouden. Nu sla ik alles geamuseerd gade. En misschien brengt sommige kritiek me wel iets bij.

Jack Spijkerman waakt zelf streng over de buitenlandse varianten. Moet je strikt het format volgen?

De Poorter: Nee. Het is een Vlaamse adaptatie. We maken trouwens niet de laatste versie, geen Windows 2004, maar de voor Vlaanderen meest geschikte mix van de afgelopen jaren. Vlaanderen mist de grote cabarettraditie van Nederland. Dus moeten we een eigen bouwpakket samenstellen, simpelweg omdat we niet genoeg mensen hebben die én spelen én schrijven én imiteren. We behouden wel het Kopspijkers-spel waarin twee prominenten de afloop van tv-fragmenten voorspellen. We overlopen ook de meest absurde gebeurtenissen van de week, geven een prijs aan een persoon of een instelling die iets heel belachelijks, doms of slechts heeft gedaan de afgelopen week, en we behouden het cabaretgedeelte waarin we een debat houden met mensen die verdacht veel lijken op vooraanstaanden uit de politiek, de sport, de koninklijke familie, de muziekwereld enz. Een van de leuke dingen aan dit programma is dat ik bij alle productiefases ben betrokken. Schrijven, organiseren, bedenken: in alles heb ik een vinger. Er werkt natuurlijk een heel team aan. Aan het einde van de rit leg ik vooral een mooie strik rond andermans werk.

Dat klinkt als een fulltime job.

De Poorter: Absoluut. Zelfs meer dan dat. Ik lees nu alle kranten, volg alle programma’s.

Ligt je dat wel, volledige overgave aan één programma? Jij die altijd verschillende dingen combineerde.

De Poorter: Maar dat doe ik nog. De Tekstbaronnen loopt door en er is mijn bedrijfje. Ik wil niet verzuipen in één programma. Weet je, Kopspijkers is maar een tv-programma. Ik laat er mij niet ziek door maken of uitputten. Hoeveel mensen er ook naar zullen kijken, er zijn altijd meer mensen in Vlaanderen die NIET kijken. Tv-makers vergapen zich aan kijkcijfers. Ik kijk altijd naar de rest van de zes miljoen Vlamingen die op het moment van mijn programma iets beters te doen hebben.

Dat zal VTM graag horen… Het was de enige zender die nog ontbrak op je cv. Je hebt programma’s gemaakt voor alle andere zenders, vaak tegelijkertijd. Vreemd genoeg had niemand daar ooit moeite mee.

De Poorter: Dat heeft te maken met mijn profiel. Ik zit in het middenveld van TV1, VTM, VT4 en Canvas. Strategen vinden het oké als een andere zender mij vraagt. Aan de andere kant probeer ik altijd om op een nette manier met mensen om te gaan. Eind vorig jaar werd ik benaderd door zowel VRT, Woestijnvis als VMMA. Ik heb met alledrie open kaart gespeeld. Waardoor mijn vertrek bij de VRT fantastisch is verlopen. Er is een receptie voor mij georganiseerd en ik heb een goede babbel gehad met Tony Mary. ‘De deur blijft open’, zei hij me.

Ben je daar zelf blij om, dat je multi-inzetbaar bent?

De Poorter: Het is handig, maar ook lastig omdat je dan veel meer keuzes moet maken. Wat wil ik? Waar word ik het gelukkigst van? Waar beleef ik het meeste plezier aan?

Een luxeprobleem?

De Poorter: ( beslist) Luxeproblemen zijn ook problemen. Maar kiezen valt me steeds makkelijker. Omdat je leert dat elke keer je nee zegt, de wereld niet ophoudt te bestaan. Dat er wel andere mensen die programma’s zullen presenteren. Er zijn nu een aantal programma’s op de buis die ik heb geweigerd en die ook goed worden gepresenteerd. Ik slaap gerust.

Waarom heb je voor VTM gekozen?

De Poorter: VTM had een duidelijk plan met mij. Meerdere programma’s, waaronder De 10… en Kopspijkers. VTM had bovendien de mensen waar ik veel vertrouwen in had en met wie ik jarenlang goed heb samengewerkt, namelijk Jan Verheyen en Bert Geenen. Ik voelde me ook in goed gezelschap, met Koen Wauters, Goedele, Stef Wauters, de Coppens-broers… In tegenstelling tot Woestijnvis, ben ik bij VTM bovendien zo goed als de enige man boven de dertig die amusement en brede informatie wil brengen. Bij Woestijnvis was ik de achtenvijftigste. Ze zijn er allemaal, tussen dertig en veertig, met gevoel voor humor en een aardig handje weg van presenteren. Bij VTM heb ik een eigen plek. Een tactische beslissing dus.

Je hebt een exclusiviteitscontract. Behoort Nederland definitief tot het verleden?

De Poorter: Ik ben alleen exclusief wat televisie in Vlaanderen betreft. Wil ik in Burkina Faso talkshows presenteren, dan staat me dat volledig vrij. Dat ik momenteel niets in Nederland doe, is puur een agendaprobleem. Ik heb geen tijd.

Vlamingen verzeilen al eens voor de Nederlandse camera’s: Bart Peeters, Goedele, jij. Nederlanders krijgen hier geen voet aan de grond. Zijn Vlamingen zoveel charmanter?

De Poorter: Het is een kwestie van culturele identiteit. Het Nederlandse rijk, waarin taal, grenzen en de landsnaam samenvallen, bestaat al veel langer dan Vlaanderen. Hoe sterker de cultuur, hoe minder schrik voor indringers van buitenaf. Er zijn succesvolle Nederlandse tv-presentatoren in Duitsland, in Engeland heb je presentatoren uit Ierland, Amerika… Vlamingen zouden steigeren.

Je hebt zelf ooit een gastpresentatie gedaan voor het Britse ITV. Werken voor de Engelse tv was een oude droom van jou?

De Poorter: Die helemaal is mislukt. ( lacht) Omdat ik toen in een fase van mijn leven zat waarin ik niet meer om het even wat wilde doen. Ik had in België en Nederland een carrière opgebouwd. Ik ben toen gevraagd om voor MTV te presenteren, maar dat kon ik echt niet meer opbrengen. In België een heuse talkshow, en in Londen clipjes aan elkaar praten? Ik dacht: nee, als er iets komt, moet het echt goed zijn. Maar die dingen werden mij natuurlijk niet aangeboden. ( lacht)

Troost je, je hebt nu ‘Kopspijkers’. Is dat de top of ambieer je nog meer?

De Poorter: Ik zou op dit moment niet weten wat nog leuker is om te doen. Maar misschien vind ik over vijf jaar een reisquiz boeiender. Mijn verlangen evolueert ook, en dat speelt zich zelfs niet langer meer af binnen de contouren van televisie alleen. Tien jaar geleden had ik getekend voor televisie tot het einde van mijn dagen. Nu niet meer. Ik stem vaak toe omdat het leuk is om te doen. Maar ik heb ook al maandenlang bewust niets voor tv gedaan. Ik ben toen perfect gelukkig geweest. Ik wil een leven naast televisie. Mijn bedrijfje voor media coaching is daar een eerste afspiegeling van.

Hoe gaat zoiets trouwens? Je hebt een intakegesprek en dan raad je twintig sessies aan?

De Poorter: Dat hangt ervan af. Politici willen begeleid worden tot aan de verkiezingen, een presentator gids je door een serie programma’s, een zakenman help je bij presentaties… alles kan. Ik begeleid bijvoorbeeld alle VTM-omroepsters. Ik evalueer ze op maandelijkse basis.

Dat zal je een aardige factuur opleveren. Coaching is vast niet goedkoop?

De Poorter: Als je het rendement bekijkt, is de kostprijs peanuts.

Denk je niet vaak als je anderen bezig ziet: die klooien maar wat aan? Ik zou zoveel voor hen kunnen doen!

De Poorter: Ik krijg vaak de vraag: ‘Wat vond je ervan? Heb je tips?’ Maar in het dagelijkse leven kijk ik nooit als coach. Pas als ik een blocnote erbij neem, ben ik de coach. Kritisch en helpend. Ik zou krankzinnig worden als ik de hele tijd als coach zou kijken. Als je ziet wie er in de politiek allemaal passeert. Als ik daarnaar zou kijken als mediatrainer, kon je me binnen de kortste keren in een gesloten instelling opsluiten.

Maar ik doe het verschrikkelijk graag. Ik haal er veel meer voldoening uit dan uit tv-maken. Bij een tv-programma denk ik: nou, dat was leuk. Er verschijnt een stukje in de krant, iemand klampt je aan op straat… Meer niet. Maar als ik iemand begeleid, gaat die spectaculair vooruit, op een manier waar hij of zij anders jaren voor nodig zou hebben. Ze zijn me ook vre-se-lijk dankbaar. Dat merk ik aan de sms’jes, de fruitmanden… Een kind dat je uit de rivier zou redden, zou je minder dankbaar zijn. En zelf zie ik overal resultaat van mijn werk. Ik sla de krant open en lees hoe iemand goed boert. Ik zet de tv aan en zie constant mensen die ik heb geholpen. Dat geeft een geweldig gevoel.

Dat ruikt naar plaatsvervangend ouderschap. De drang om iets tastbaars achter te laten?

De Poorter: Mmm. Daar is misschien wel iets van aan. Dank u, dokter.

Neenee. De analyse laat ik aan de schoondochter van Simon Carmiggelt. Daar was je toch een tijdje bij in therapie?

De Poorter: Ja, toen ik in Amsterdam woonde, om een paar restanten uit mijn verleden definitief op te ruimen. Doodzonde dat het zo ver is. Woonde ze in Antwerpen, ik zou haar zeker een paar keer per maand opzoeken. Ik ga naar een gewone dokter voor een check-up. Waarom dan niet naar een geestelijke dokter?

Heb je geen goede vrienden, Jo?

De Poorter: Die hebben altijd een belang. Een therapeut is neutraal en weet ermee om te gaan. Goede vrienden zijn amateurs van de ziel. Een therapeut is een professional.

Een goede vriend is vaak makkelijker te vinden dan een goede therapeut.

De Poorter: En nog moeilijker is het vinden van een goede loodgieter. Jij nu.

Door Ineke Van Nieuwenhove

‘Ik ben nog steeds jongeman. Ik weet niet waar ze het vandaan blijven halen. In de VTM-perstekst werd ik wervend vernoemd als jonge aanwinst. Sterk, op mijn zevenendertigste.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content